Aarzelend voorwaarts – maar waarheen? (2)

Ik ben even de weg kwijt.

“Op dit punt ben ik somberder,” schreef ik in mijn vorige stukje, doelend op de toekomst van de oudheidkunde als bloeiende wetenschap. Er zijn stevige intellectuele problemen. Uitdagende debatten zoals die in de jaren zeventig over de vraag of je, wanneer filologisch en archeologisch bewijsmateriaal asymmetrisch is, de ene of de andere bewijscategorie moet volgen, zijn er momenteel niet. Zowel in eigen land als daarbuiten werken de oudheidkundige bloedgroepen weinig samen, hoewel de problemen in de papyrologie toch echt voortkomen uit het feit dat tekstwetenschappers oostindisch doof zijn geweest voor wat archeologen zeggen over provenance, en hoewel de DNA-revolutie juist voor de filologische wetenschappen de belangrijkste gevolgen heeft. De oudheidkunde dreigt intellectueel op dood spoor te raken.

Ook de overdracht hapert. De samenleving zit opgezadeld met te kort opgeleide afgestudeerden en met desinformatie. Dat laatste probleem groeit al jaren. Ik zou het hebben gewaardeerd als degenen die de afgelopen maanden mopperden dat antiwetenschappelijke standpunten over klimaat, vaccinatie en corona op TV een platform kregen, de afgelopen decennia ook hadden gemopperd bij antiwetenschappelijk gezwatel over de geesteswetenschappen. Het is niet erg wetenschap te brengen als amusement, maar je moet degene die hierdoor belangstelling krijgt, wel zicht bieden op verdieping. Voorlichting zonder tweede lijn is aandachttrekkerij en dus contraproductief. Zie de schade die de archeologie ondervindt van de vlakke informatie over de limes.

Mantra’s en misinformatie

Dit zijn reële problemen en de oplossing begint met de erkenning dat die problemen er zijn. Dat zal moeilijk zijn want in de bureaucratische werkelijkheid van OCW, de VSNU en de KNAW zijn er weliswaar wolken aan de lucht, maar is men toch eigenlijk wel tevreden met de PISA-rankings. Met geruststellende mantra’s als zou wetenschap failing forward en onderzoek “nou eenmaal polyparadigmatisch” zijn, ontslaat men zich van een verplichting het wetenschappelijk bedrijf zo aan te passen dat onderzoek minder versnipperd is en de samenleving adequatere informatie krijgt. Hoe weinig prioriteit dit laatste heeft, blijkt wel uit het feit dat bij discussies over open access zelden maatschappelijke organisaties worden uitgenodigd en dat er geen actieplan is om de schade teniet te doen die de betaalmuren veroorzaakten. (Als u dit niet meteen begrijpt, lees dan eventueel mijn stukje over Jezusmythicisme nog even.)

Ik had gehoopt dat WO in Actie zou begrijpen dat de problemen die ze agendeert, alleen zijn op te lossen als de minister daarbij politiek belang heeft. Dat gaat het beste als de kennisinfrastructuur een electoraal relevant thema wordt – maar WO in Actie gaat daar nauwelijks op in. Van het universitair front geen nieuws, zoals al in 1993 geconstateerd.

Een brede beweging?

Omdat het goede, schone en ware een maatschappelijk belang zijn, zullen we zelf iets moeten doen. Moeten we een brede beweging oprichten om te verhinderen dat onderwijs, cultuur en wetenschap verder afglijden? Een soort Beter Onderwijs Nederland, maar dan gericht op betere wetenschap?

Ik denk dat dit het beste is dat we kunnen doen. Maar ik heb geen idee waar te beginnen. Geen idee.

Een groepsblog?

Een alweer wat ouder idee: een groepsblog maken zoals Neerlandistiek.nl. Om die reden heb ik tijdens de eerste corona-golf een tijdlang twee of drie stukken op deze blog geplaatst en gewerkt met gastauteurs. Ik weet zeker dat het mogelijk is om met musea, re-enactors, de diverse tijdschriften en verenigingen samen een blog te maken.

Ik denk het idee goed is, want schrijvenderwijs gaan de diverse oudheidkundige partijen samenwerken. Dit project is bovendien overzichtelijk, heeft de potentie te groeien met steeds nieuwe partijen, biedt ruimte aan allerlei meningen, stelt ons in staat te discussiëren en heeft het voordeel dat journalisten een aanlooppunt krijgen voor vragen, zodat het een vliegwiel is dat leidt tot betere informatie voor de samenleving. Duur is het ook al niet, maar ik weet niet zeker of we er echt mee bereiken dat mensen begrijpen dat oudheidkunde een wetenschap is. Daarvoor is bloggen als genre wat minder geschikt. Het heeft meer de status van een column dan van een leerboek.

Kortom

Kortom, ik weet het momenteel allemaal niet zo goed. Ik heb vier toekomstplannen en heb nog niet gekozen. Ik wil nog een paar mensen spreken en zeker de stem van mijn zakenpartner weegt heel zwaar.

Ongetwijfeld heb ook ik een tik mee gekregen van het vele slechte nieuws de laatste tijd – corona, het klimaat, Beiroet – en ik realiseer me dat ik in mijn eentje mijn vakgebied niet kan verbeteren. Dat maakt dit stukje met persoonlijke afwegingen wat larmoyant. Toch wil ik kunnen hopen dat ik, als ik met pensioen ga, kan zeggen dat ik het cultureel peil een millimeter heb verhoogd. Dat zou de moeite waard zijn.

Deel dit:

24 gedachtes over “Aarzelend voorwaarts – maar waarheen? (2)

  1. kan het heel goed begrijpen, opleidingen worden steeds eenzijdiger. gericht op een bepaald beroep of onderzoek in een klein deel van een wetenschap.
    Begint vooral op de middelbare school, studeren als op zeven keuze vakken. Ik had er achttien.

  2. FrankB

    “Maar ik heb geen idee waar te beginnen.”
    Dit is flauwekul. Je bent ermee begonnen toen je aan deze blog begon en al helemaal met de serie Methode op Maandag. Sterker nog, al zou je de rest van je leven alleen maar in het zonnetje zitten en blogstukjes schrijven dan zou je nog meer gedaan hebben dan bijna alle andere academische wetenschappers.
    Ik herhaal mijn advies van vanochtend. Bedenk wat je zou willen doen en of het haalbaar is.

    “elke dag twee of drie stukjes verschijnen over aspecten van de Oudheid”
    Pas maar op, straks krijgen je trouwe lezers, zoals ik, nog een burn out van alle informatie die we moeten verwerken (/stomme grap).

    “Ik heb vier toekomstplannen”
    Kies de leukste haalbare.

    “Toch wil ik kunnen hopen dat ik, als ik met pensioen ga, kan zeggen dat ik het cultureel peil een millimeter heb verhoogd.”
    Dan mag je vanmiddag al met pensioen.

    1. Frans

      Ach, ik zat hetzelfde te denken: straks krijgen we nog een overdosis! Maar een groepsblog zou niet eens zo’n gek idee zijn.

      1. A. Minis

        In ieder gaval is de groepsblog nog het gemakkelijkste te realiseren, lijkt mij althans. JL hoeft dan alleen maar deze blog uit te breiden, waar hij nu al mee begonnen is. Maar ik denk dat JL dan weer gaat denken dat hij te weinig doet

    2. Erik Bouwknegt

      Inderdaad, alleen al MoM is een enorme verrijking voor niet-vakgenoten met interesse in de Oudheid (of geschiedenis in het algemeen wat dat betreft).

  3. Michel Gastkemper

    Ik ben bang dat je andermans problemen tot de jouwe maakt. Jij hebt de oudheidkunde niet uitgevonden; je bent er niet verantwoordelijk voor. Aan de andere kant: een hoog ambitieniveau kan nooit kwaad. Als je daar maar niet aan onderdoor gaat. Want dan bezorg je jezelf een burn-out. En daar hebben maar weinig mensen wat aan.

  4. Of je een millimeter vooruitgang boekt is ook afhankelijk ven anderen.
    Jouw inzet staat in ieder geval op een zeer stevig fundament!

    Vredelievende groet,

  5. henktjong

    Ik sluit me in deze bij FrankB aan (hoewel ik af en toe moeite met hem heb). Je hebt al meer voor jouw tak van wetenschap gedaan dan al je collega’s samen. En ik ben van mening dat de Klad in de Klassieken heel goed omgewerkt en uitgebreid kan worden tot proefschrift. Met een aanzet tot en opwekking voor een nieuw studieprogramma van 8 jaar voor Leiden, Utrecht en Groningen (en misschien de UVA). Ik vrees dat de studie middeleeuwse geschiedenis (die is samengegaan met vroeg-modern) niet meer te redden is.

  6. A. Minis

    ” “Adressing scholars hailing from widely different bands from the academic spectrum I acknowledged the perils of ”docta ignorantia”, never greater than in our own day of professionalized, dispersed, fragmented, minutely specialized research. “‘
    Nu hoort hij het ook eens van een ander, G. Vlastos (”Socrates” 1991 p 3).
    Die toespraak vond plaats in 1958.
    U heeft last van l’ embarras du choix. Proefschrift? u wilt toch betere informatie in de wijde wereld? W ie leest er nou een proefschrift? In het gunstigste geval zou uw proefschrift worden bewerkt tot een boek. Kunt u toch maar beter meteen dat nieuwe handboek schrijven. Dat ligt in stapels in de boekhandel, voor iedereen te lezen. Blog? ook een goed plan, maar dat doet u nu ook al. Nieuwe organisatie? verdwijnt meestal in de mist.Voor de perikelen met een proefschrift bent u trouwens al eerder gewaarschuwd door lezers die van de hoed en de rand weten.
    Neem lekker een maand vacantie en lees een boek van Dickens. Daar knapt u van op. ”Martin Chuzzlewit” is erg grappig.

    1. Huibert Schijf

      Ik ben het eens wat A. Minis schrijft. Proefschriften zijn niet bedoeld om gelezen te worden, ik ken wel uitzonderingen, maar zijn de definitieve academische proeve van bekwaamheid. De relatie tussen promotor en promovendus is onvermijdelijk hiërarchisch, zoals bij al het onderwijs. In het gunstigste geval ontwikkelt zich een meester-gezel verhouding. Maar promotores hebben verschrikkelijk veel promoties tegenwoordig. Toen ik in de vorige eeuw promoveerde kreeg ik vaker de vraag gesteld of ik al een uitgever had dan de vraag waarover het zou gaan. Tegenwoordig worden proefschriften vaak in het Engels geschreven en de impact van het verrichte onderzoek komt pas als er enkele artikelen in internationale tijdschriften zijn verschenen. Dat jongeren er toch goed aan doen om te promoveren heeft te maken met de werking van de arbeidsmarkt. Om hun wervingskosten laag te houden zien veel werkgevers een doctorstitel als bewijs dat iemand de laatste proeve van bekwaamheid heeft doorstaan en daarbij ausdauer heeft getoond. De inhoud doet er niet zoveel toe.

    2. Alle boeken van Dickens zijn erg grappig- je moet wel een hart van steen hebben om niet bij elke dood die hij beschrijft in onbedaarlijk lachen uit te barsten. Dickens is de basis van de Britse humor…

  7. Geerke

    Beste Jona, je hebt geen idee wat voor invloed je al hebt (gehad). Als ik alleen naar mijzelf kijk: ik heb al een hele rij boeken die ik blindelings heb gekocht omdat jij ze aanbeval. En ik heb van geen van die boeken spijt!

  8. Klaas

    Beste Jona,

    Even een reactie naar aanleiding van het idee van een groepsblog. Je moet niet onderschatten hoe lastig het zal zijn om andere deelnemers te vinden die wat betreft inzet, enthousiasme, kennis van zaken en kwaliteit (ja, kwaliteit mijnheer Lendering!) jouw peil kunnen halen. Jij (en anderen) noemt (noemen) vaak Neerlandistiek als voorbeeld, maar daar vind ik toch vaak navelstaarderige stukjes die ik wat minder interessant vind :-). En de volgers van de Mainzer zijn wat dat betreft tot nu toe erg verwend… Wat mij betreft ben ik tevreden met de huidige blog, en zou het tof zijn als je zou kiezen voor het schrijven van het in je eerdere stukje als eerste idee genoemde overzichtswerk.

    Moedig voorwaarts!

    1. Medellín, 17 augustus 2020

      @Jona; Klaas

      Waarde Jona, waarde Klaas,

      De conclusie die Klaas trekt, ´het [zou] tof zijn als je zou kiezen voor het schrijven van het in je eerdere stukje als eerste idee genoemde overzichtswerk.´, deel ik. Het zou velen met mij helpen om door de oudheidkundige bomen en struiken heen, het bos te helpen doen zien. Ook kan dan brandhout omgehaald worden.

      Daar voeg ik graag aan toe: gelet op de uitgebreide en kwalitatief hoogwaardige serie artikelen en boeken die Jona, al dan niet in samenwerking met anderen, al op zijn naam heeft staan, ligt het vervaardigen van een eigensoortige dissertatie voor de hand. Namelijk een proefschrift opgebouwd uit eerder gepubliceerde artikelen en boeken of boekdelen. Daarin een goede ordening en schematisering aanbrengen is een karwei dat een heerlijke vacantie op afstand vergt, het liefst in een doodstille omgeving met prima culinaire voorzieningen.
      Ik denk aan Uppsala en omgeving. Goede trein- en fietsvoorzieningen, mooi weer, en stilte prachtige natuur.

      Bovendien is het verstandig om onmiddellijk in het Engels te schrijven, met behulp van de uitvinding van dr. Gereon Frahling gaat dat snel, zeker, controle en correctie blijven gewenst. En dat is juist het fraaie van de uitvinding: aangebrachte correcties helpen het systeem om bij te leren en te corrigeren.

      Dan zal ook blijken dat al het gezwoeg van Jona van de afgelopen jaren als ´vanzelf´ een wonderschoon en verrassend product zal doen ´emergeren´….. die dissertatie is er namelijk al, het volstaat om te ordenen, te schematiseren en een goede inleiding te schrijven, plus een wat aangepast notenapparaat en bibliografie bij de bestaande verzameling van artikelen en boekdelen / boeken.

      Mocht er in Nederland geen promotor of promotores klaar staan om te helpen, dan zijn die zeker elders te vinden, waaronder in Zweden.

      De dissertatie van Jona zal, ik heb weinig twijfel, meteen de titel ¨De Dikke Lendering¨ krijgen. en kan dienen om meteen, waar dan ook, een impuls te geven aan wetenschappelijke en universitaire vernieuwing, ook institutioneel.

      Aanstelling als hoogleraar directeur van zo’n instituut is wel het minste dat aan Jona verschuldigd is.

      Kortom: van met pensioen gaan, zal geen sprake zijn, Jona lijkt me ook niet zo’n met pensioen-gaand type.

      B.a.v. toutes et tous.

      JL

  9. Frans

    @ Klaas: Nee, niet iedereen is zo onvermoeibaar als Jona, zelfs de maker van mijn andere favoriete blog http://bobdylaninnederland.blogspot.com/ blogde ooit iedere dag, maar is het rustiger aan gaan doen. Maar juist omdat Jona zo onvermoeibaar is, is het niet erg als eventuele gastbloggers wat minder snel doordenderen. Stel je voor: een geschiedenisblog waar zowel Jona als Henk ’t Jong en wie weet wie nog meer bijdragen aan leveren. (Mijn belangstelling houdt nou eenmaal niet op bij het jaar nul.😉)

  10. Martin

    Onderzoek zou dus polyparadigmatisch zijn.

    https://wetenschap.infonu.nl/wetenschappers/34643-wetenschappelijke-kennis-als-afspiegeling-van-paradigmas.html

    Paradigma 2: er zijn meerdere concurrerende paradigma’s binnen een discipline, elk gedragen door een wetenschappelijke gemeenschap.

    Sorry, maar dat betekent dus dat het niet mogelijk is om vast te stellen welk van de paradigma’s het beste werkt, omdat de discipline dus niet wetenschappelijk is.

    Ik ken dat boekje van Kuhn, en de paradigma wisseling van klassieke mechanica naar quantum mechanica is bekend. Maar daaruit volgt niet dat je wetenschappelijk bezig bent als je maar een of ander paradigma bezigt, wat men blijkbaar in de sociale wetenschappen wel denkt; je hebt gewoon een ander (politiek) paradigma=perspectief, dus je concludeert dan gewoon ook iets anders.

    Ik verwijs maar weer eens naar Bayes; als het niet mogelijk is om op basis van de data de beste verklaring uit meerdere verklaringen te kiezen dan is de situatie hopeloos. Zie bv de replicatie crisis in de psychologie, dat is toch wel een ernstige situatie.

    1. FrankB

      “….. dan is de situatie hopeloos”
      Dit is een non-sequitur. Het is immers altijd mogelijk dat nieuwe, tot nog toe onbekende data beschikbaar raken. Zie bv. de drie voorspellingen tav ons Universum die volgen uit het werk van Alexander Friedmann en Georges Lemaitre. Of de talrijke interpretaties van de quantummechanica (Sean Carroll heeft er op zijn blog over geschreven).
      Dat geldt voor psychologie en oudheidkunde evenzeer als voor natuurkunde.
      De eerste opdracht ligt dan ook voor de hand: bedenk welke data zouden kunnen beslissen.

      “dat betekent dus dat het niet mogelijk is …”
      Slik dat sorry maar weer in – het betekent dat de betreffende wetenschappers hun werk niet goed doen (hé, precies waar JonaL mbt zijn eigen vakgebied al jaren over klaagt) of dat er grote praktische problemen zijn.
      Keer op keer blijft u demonstreren hoe vooringenomenheid (deze keer tav niet-natuurwetenschappen) rationeel denken in de weg staat als ook hoe moeilijk het is om dit te verhelpen. Dat is precies wat de psychologie voorspelt.

      1. Martin

        De vraag is hoe lang het duurt voordat de benodigde data beschikbaar komen, als dat al gebeurt. In de sociale wetenschappen heeft men “polyparadigmatisch” verzonnen omdat de situatie maar niet verbetert, ook niet na 100 jaar. Overigens moet de string theory (en supersymmetry) het ook al heel lang zonder data doen; grote praktische problemen, dus. Je kunt wel blijven beweren dat de benodigde data ooit beschikbaar zullen komen, maar als dat te lang duurt dan wordt dat irrationeel. Je hebt ook mensen die al hun geld op de beurs verbranden in de “zekerheid” ooit rijk te worden. Begrijpt u de regel van Bayes al?

        1. Martin

          Voorbeeld: https://www.nrc.nl/nieuws/2020/08/17/etnisch-etiket-voor-crimineel-voedt-onjuiste-conclusies-a4008993

          Lucassen heeft het over misdaadstatistieken gecorrigeerd (!) voor sociaal-economische positie. Socio blabla. Die statistieken kloppen, dus ze hoeven niet gecorrigeerd te worden. Lucassen vindt die misdaad wel begrijpelijk. Beetje drugs verkopen, beetje inbreken en beroven etc, ach wat moeten die jongens anders doen? “Corrigeren” is bij Lucassen een ander woord voor de realiteit ontkennen. Zit zeker ook bij GL?

  11. A. Gaastra

    Ik zou altijd een promotietraject aanraden, zeker als je je in de eerste plaats wetenschapper voelt (hoewel dan misschien geen academicus), in wat voor vorm dan ook. Het kan ook als buitenpromovendus. Als promovendus oudheidkunde ben je zeker niet een van de vele. Een aantal jaar aan hetzelfde onderzoek werken is, bronnen verzamelen, in wisselwerking met bronnen en literatuur een theorie ontwikkelen, harde kritiek ontvangen. Je leert er heel zo veel van. Verwacht alleen geen meesterwerk te schrijven (mijn doctoraalscriptie was beter dan mijn dissertatie). Eenzaam is het ook, hoewel je er wel veel buitenlandse contacten door opdoet. Daarnaast zuigt het je hoe dan ook de academische wereld in. Een positie als outsider zit er dan niet meer in, maar je lijkt me zelfstandig genoeg om kritisch te blijven. Het hoeft het bloggen ook niet in de weg te staan: ik ken wel wat mediëvisten die zijn gaan bloggen naar aanleiding van hun promotietraject. Of je je zakenpartner er blij mee maakt is een tweede.

Reacties zijn gesloten.