Jiroft en het ontstaan van de eerste steden

    Gewicht uit Jiroft (Museum van Azerbaijan, Tabriz)

Ooit was het simpel: de beschaving – te definiëren als de stedelijke levenswijze, met koningen en gebouwen en schrift en dit alles archeologisch te vinden – was ontstaan in de dalen van de Nijl, de Eufraat en de Tigris, de Indus en de Ganges. (Ik laat de Huanghe en de Jangtsekiang even buiten beschouwing.) Voor de relatie tussen waterbeheer, koningschap, steden en administratie waren ook verklaringen, waarmee ik u vandaag niet zal lastig vallen.

Synchronisatie

Ergens rond 3000 v.Chr. synchroniseerden Egypte, Mesopotamië en India. Daarmee is bedoeld dat culturele ontwikkelingen steeds meer tegelijkertijd plaatsvonden. Egypte was bijvoorbeeld een buitenbeentje geweest met een late introductie van de landbouw, nog wel zonder sedentaire boeren. Eind vierde millennium gingen de culturen echter in de pas lopen. De verklaring is vrijwel zeker dat de handel in tin, een zeldzaam metaal, interregionale handelsnetwerken had geschapen. Het tin uit Centraal-Azië belandde in zowel India als Mesopotamië en mensen konden via de handelsroutes elkaars ideeën vernemen. Kort nadat het spijkerschrift was ontstaan, begonnen de Egyptenaren aan het hiërogliefenschrift. Vermoedelijk ontstond toen ook het Indusschrift (dat we niet kunnen lezen).

Maar er is een probleem hier. Als dankzij handelscontacten dingen in India, Mesopotamië en Egypte gelijktijdig gebeurden, moest het ook in de tussenliggende regio’s zijn gebeurd. Ook daar trokken immers de muildierkaravanen doorheen, beladen met metalen en andere goederen. In Syrië zijn inderdaad allerlei oeroude steden gevonden maar in Iran nauwelijks. En dat was dus problematisch.

Jiroft

De identificatie van Jiroft, waarover ik vijf jaar geleden ook al eens schreef, veranderde dit: een stad in het zuidoosten van Iran die even oud was als de oudste steden in India en Mesopotamië.

De opgravingen zijn nog in volle gang en er zijn overtrokken claims gedaan. Voor Iraanse nationalisten is het namelijk belangrijk dat hun land net zozeer in de voorhoede liep als hun buren. Voorwerpen uit Jiroft zijn dan ook in elk Iraans oudheidkundig museum te zien en ik fotografeerde het bovenstaande gewicht in Tabriz in het noordwesten van het land. (De stad is beroemder om de moskee en om Gustav Mahler, maar heeft een schitterend archeologisch museum dat in geen enkele Iranreis mag worden overgeslagen.)

Het gewicht, gemaakt van chloriet, dateert uit het vroege derde millennium v.Chr. en illustreert een simpel punt: dat de oudste beschavingen handel dreven, dat er markten waren, en dat de overheid zorgde voor goede gewichten. De afbeelding is prachtig: twee leeuwen die een stier verslinden, met de gieren al in de buurt voor het afval.

[Dit was het 372e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]

Deel dit:

18 gedachtes over “Jiroft en het ontstaan van de eerste steden

  1. Medellín, 17 augustus 2020

    Jona, misschien aardig om ook een keer te wijzen op de (sommige bescheiden) simultane urbanisaties die op het Amerikaanse continent opkwamen en ten onder gingen, daterend vanaf 3.600 – 3.500 BC ?

    Bijvoorbeeld in Zuid en Midden Amerika:

    https://en.wikipedia.org/wiki/Bandurria,_Peru

    en.wikipedia.org/wiki/Caral

    whc.unesco.org/en/list/1269/

    (Unesco werd later gecorrigeerd: Bandurria is ouder dan Caral Supe. )

    In beide situaties is voortgaande hedendaagse plundering en vernietiging van erfgoed een ernstig probleem.. overigens.. niet veel nieuws onder de zon, want al veel eerder had meneer de bisschop Diego de Landa (in het Nederlands: Dick van der Heide) zijn uiterste en fanatieke best gedaan een maximum aan op berkenbast geschreven Maya teksten te verbranden, waardoor vrijwel alle op berkenbast geschreven materiaal van de ge-urbaniseerde Maya samenleving voor altijd teloor is gegaan.

    Hij lijkt er behoorlijk sip door…

    https://en.wikipedia.org/wiki/Diego_de_Landa

    (details: https://en.wikipedia.org/wiki/Maya_script )

    1. Frans

      Klopt, maar een verschil tussen het oude Amerika en het oude Eurazië is dat er in Amerika veel minder handelscontacten waren. Zo hadden de oude Amerikaanse beschavingen geen lastdieren. En er waren obstakels in de vorm van oerwouden en bergketens. Je kon in China een paard bestijgen en naar Europa rijden. In Amerika kon dat niet. Ik denk dat dat een belangrijke reden is dat de Amerikaanse beschavingen opkwamen en weer ondergingen terwijl de beschavingen in Eurazië zich bleven ontwikkelen.

  2. FrankB

    “moest het ook in de tussenliggende regio’s zijn gebeurd”
    Niet noodzakelijkerwijs. Er kunnen andere factoren in het spel zijn geweest (mijn eerste gedachte was geografische), die een ad hoc verklaring opleveren. Dat is acceptabel als er data zijn die haar bevestigen. Of dat hier ook op gaat, daar laat ik me niet over uit.
    Vanuit wetenschappelijk oogpunt zou het juist interessant zijn als Jiroft jonger bleek dan de steden in de andere drie regio’s.

  3. Weinig gevonden in Iran. Zou dat te maken kunnen hebben met de woestijnen in Iran? Ik meen begrepen te hebben dat die van oudsher in de zomer ontstellend heet zijn, Tegenwoordig worden er temperaturen gemeten tot 70 graden Celcius.

    1. FrankB

      Bron? Want officieel staat het record nu op 54,5, onlangs in Death Valley. De 57,5 die aan het Libische Azizia wordt toegeschreven is dubieus.
      Beide zijn uiteraard verwijderd van de 70 waar u het over heeft.

  4. …De verklaring is vrijwel zeker dat de handel in tin, een zeldzaam metaal, interregionale handelsnetwerken had geschapen…

    ‘Al voor de tijd van de Romeinen ontstond er een bloeiende handel tussen de tinmijnen in Cornwall en het Middellandse Zeegebied. De Egyptische farao Pepi heeft rond 2300 v.Chr. een standbeeld laten maken waarin tin zat uit de tinmijnen van Cornwall.’
    Bron: https://www.wikiwand.com/nl/Tin_(element)

    Dat zou betekenen dat tin al verhandeld werd tussen Egypte en Cornwall!

    1. Medellín, 18 augustus 2020

      @ Roger van Bever

      Met verwijzing naar de volgende publicaties is er nog wat aanvullend onderzoek nodig om uw uitspraak voldoende te onderbouwen:

      https://europepmc.org/article/pmc/pmc6594607

      https://www.chemistryworld.com/news/bronze-age-tin-from-israeli-shipwrecks-was-mined-in-britain/4010404.article#/

      https://cez-archaeometrie.academia.edu/DanielBerger

      https://www.uni-heidelberg.de/en/newsroom/enigma-bronze-age-tin

      (N.B. anders dan sommige in juichtaal geschreven krantenberichten over dit onderzoek beweren is er dus nog geen voldoende ¨hard evidence¨..).

      b.a.v. jl

      1. Hartelijk dank voor de literatuurverwijzingen die ik grondig zal lezen. Ik ben zeker geen specialist terzake en daarom hield ik ook een slag om de arm door te zeggen ‘dat zou betekenen’.

        In de Engelse Wikipedia [ https://www.wikiwand.com/en/Mining_in_Cornwall_and_Devon%5D had ik kunnen lezen dat er inderdaad geen ‘hard evidence’ is.

        Ik citeer staat (weliswaar zonder bronvermelding) dat ‘Mining in Cornwall has existed from the early Bronze Age Britain around 2150 BC.
        Verder staat er (ik laat de verwijzingen even weg):
        Cornwall was traditionally thought to have been visited by Phoenician metal traders from the eastern Mediterranean, but this view changed during the 20th century, and Timothy Champion observed in 2001 that “The direct archaeological evidence for the presence of Phoenician or Carthaginian traders as far north as Britain is non-existent”. Britain is one of the places proposed for the Cassiterides, that is “Tin Islands”, first mentioned by Herodotus.

        Dat is dan toch inderdaad moeilijk te verenigen met het feit dat beeld van die farao tin bevatte uit de mijnen van Cornwall.

        Nogmaals dank en vriendelijke groet,

        Roger Van Bever

        1. Medellín, 19 augustus 2020

          1. Met genoegen heb ik het aangevoerde bronmateriaal voor u gezocht.
          U heeft wellicht zelf al de ‘link’ gevonden waar in de geciteerde website van de Universiteit van Heidelberg naar verwezen wordt.
          Wellicht ten overvloede dus, copieer ik die ‘link’ hier nogmaals voor u:

          https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0218326

          2. Mij vervult dit type onderzoek met blijdschap, Het toont aan hoe gedegen, goed en op samenwerking gericht er in Europa, óók in universitaire kringen, gewerkt wordt aan gestage verdere uitbreiding van kennis en inzicht.

          3. Natuurlijk zijn er altijd redenen om te somberen.

          Zie bij voorbeeld enkele van Jona Lendering’s overpeinzingen. Maar zolang er binnen de Europese Unie en elders dit soort mooie resultaten geboekt blijft worden, lijkt mij optimisme gerechtvaardigd.

          Men zou zich eens rekenschap moeten geven van de problemen zoals die zich in vele universiteiten en andere onderzoeksinstellingen in midden- en lage inkomens landen voordoen.

          En, dan noch, soms met een houtje-touwtje aanpak en onverwoestbaar optimisme en doorzettingsvermogen kwijten dames en heren, meisjes en jongens zich van hun vaak zelf opgelegde onderzoeks- en onderwijstaken en weten bijkans wonderen te verrichten. Maar al te vaak blijven DIE inspanningen en DIE resultaten onder de korenmaat verscholen. Volkomen ten onrechte.
          Maar machtsverhoudingen bepalen ook dat wat gepubliceerd wordt en gedissemineerd wordt.

          Dat wat prof. Paul Jorion (Université Lille) het ¨cadre des rapports de forces¨ noemt.

          Die situatie kan uiterst gemeen en onrechtvaardig uitpakken richting lieden die aan ‘deze’ kant van de ¨rapports de forces¨ hun ‘stinkende’ best doen. Ik kan niet anders dan diep buigen en ontzag gevoelen voor de niet aflatende persistentie van onderzoeksters en onderzoekers ‘hier’ die ondanks tegenslag op tegenslag niet opgeven en doorzetten.

          Denk aan de maar doorgaande moordpartijen op volstrekt onschuldige jongeren hier in Colombia, waaronder vele jonge universitaire enthousiastelingen, die neergemaaid worden vanaf brommers door lieden die door, nota bene, Leuvense Universitair opgeleide ‘revolutionairen’ van ELN zijde aangestuurd worden. (In Brussel was dat de wegens misbruik van zijn neefje net niet aangepakte door velen opgehemelde Leuvense held, ex priester en zelf benoemde wereldrevolutionair Francois Houtart…).

          Het mag wel eens hardop hier op deze website geschreven worden hoe moorddadig Europees ‘gedachtengoed’ met religieuze aandrijfkracht (Rome) hier dag in dag uit uitpakt, OOK binnen universitaire kring.

          https://www.eltiempo.com/colombia/otras-ciudades/masacre-en-samaniego-narino-detalles-de-la-investigacion-de-asesinato-de-8-jovenes-530046

          4. Gelukkig is het ondanks alle verschrikkelijkheden, niet louter kommer en kwel in de wereld.

          5. Afstand nemen, zoals ik eerder hier betoogd heb, kan helpen ¨self-pity¨ te doen slinken en moedig voorwaarts gaan te doen aansterken.

          😉

          U, hooggeachte Roger van Bever, geeft de burger, waaronder mij, moed met uw respectvolle, vriendelijke en zorgvuldige bejegening.

          Veel dank daarvoor.

          Hartelijke groet,

          JL (Medellín, Colombia, 7 uur tijdsverschil in de zomertijd)

          1. Heel hartelijk dank dat u zo vriendelijk bent de referentie van dit artikel door te geven.

            Ik had het zelf nog niet gevonden. Wel had ik die andere artikelen al gelezen.
            Ik heb voor zover het in mijn vermogen ligt het artikel gelezen en het is inderdaad duidelijk dat er nog geen ‘hard evidence is’ voor het feit dat er toen (ca. 2300 BCE) al substantiële handelsstromen waren tussen Cornwall en het Nabije en Midden-Oosten. Hoewel het een moeilijk artikel is voor een niet-vakman, denk ik dat ik de essentie gevat heb. De conclusie is tekenend voor de ware critische wetenschap:

            “Although many questions remain unanswered and new ones arose, the integrated approach of using trace elements, tin and lead isotopes turns out to be a promising tool for provenancing and fingerprinting ancient tin objects. It should be followed up by future archaeometallurgical research in order to unravel the enigma of BA tin. In this form, our study should stimulate new discussions on the provenance of tin of the Eurasian BA rather than postulating an origin from a specific deposit.”

            Met de rest van uw betoog ben ik het helemaal eens en zeker wat de rol van de RKK betreft in het verleden en waarschijnlijk ook nog nu.

            Cordialiter,

            Roger Van Bever

  5. Volgens mij zijn dat eerder raven of kraaien dan gieren. Niet dat er veel méér van te maken valt dan generieke vogels. Gieren hebben een lange nek en vleugels met een aanzienlijke spanwijdte. Dat zie ik niet terug in de afbeelding.

  6. Vladimir Stissi

    Het is misschien wel nuttig hierbij te vermelden dat een deel van de voorwerpen die aan Jiroft worden toegeschreven, ook door vooraanstaande Iraanse archeologen, geen duidelijke herkomst hebben en vrij algemeen als vals worden beschouwd — en daar zitten ook een paar terracotta platen met iets dat schrift zou moeten voorstellen bij. De onduidelijkheid over deze objecten (die duidelijk samenhangt met het in de post genoemde nationalisme) is niet bevorderlijk geweest voor de aandacht voor Jiroft.

Reacties zijn gesloten.