De Bergrede (17): De bloemen in het veld

Een van de mooiste passages uit het Nieuwe Testament, waarover ik op gewoonlijk op zondag blog, volgt meteen op de passage uit de Bergrede dat niemand én de goede zaak én het kapitaal kan dienen. Het is óf God of de Mammon. Na deze constatering, begrijpelijk als we weten dat het gaat om een wereld zonder noemenswaardige economische groei, verandert de tekst (Matteüs 6) van karakter en gaat over in iets dat ook poëzie had kunnen zijn.

Maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren; het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? (NBV21)

Qal vahomer

Deze laatste redenering, wat wij een a fortiori­ zouden noemen, is een van de zeven door rabbi Hillel toegestane vormen van tekstuitleg: de qal vahomer, “licht en zwaar”. Deze Hillel geldt als een van de organisatoren van de farizese beweging en leefde een generatie voor Jezus. Of die naar Hillel heeft geluisterd, valt niet uit te maken: welbeschouwd is een a fortiori-redenering er een van alle culturen en alle tijden. Er komen er nog een paar.

Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één dag aan zijn levensduur toevoegen? En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zoveel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen?

Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee zullen we ons kleden? Dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.

Spreektaal

Het is niet uit te maken of het Aramese origineel poëtisch is geweest. We hebben alleen de Griekse vertaling. Maar als het zo was, dan was het de poëzie van de straat. Het spreektaalkarakter is namelijk wel herkenbaar. Neem het zinnetje:

Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld.

In normale schrijftaal zou het zijn:

Kijk eens hoe de lelies in het veld groeien.

In de spreektaalverwoording worden feitelijk drie pakketjes informatie afgevuurd en is een dialoog verondersteld:

“Kijk!”
“Wat?”
“De lelies!”
“Waarom?”
“Hoe ze groeien in het veld!”

Als we dit soort verbrokkelde, dialoogachtige informatie zien, dan is het doorgaans een aanwijzing voor spreektaal, of voor een auteur die spreektaal imiteert.

Wie hield er van bloemen?

De vraag is nu: van wie is deze spreektaal? De Bergrede presenteert Jezus als de spreker, en het feit dat hier spreektaal klinkt, suggereert zelfs een verbatim weergave van wat is gezegd. Grote delen van de Bergrede komen bovendien uit de Q-bron, die per definitie ouder is dan de evangelist Matteüs. In dit geval zijn ze te vinden in Lukas 12.22-34. Het is een aantrekkelijke gedachte dat Jezus van bloemen hield. De Nederlandse geleerde Gilles Quispel heeft dit weleens verkondigd.

Het probleem is dat we hier ook zien dat de auteur van het Matteüsevangelie er een eigen inbreng in heeft. Net als het verhaal over de wijzen uit het oosten, dat ook Matteüs’ eigen compositie is, bevat deze passage een reeks citaten uit de eerdere joodse literatuur: de toenmalige luisteraar zal verwijzingen naar Psalm 55, Job 38, 1 Koningen 10 en Psalm 90 hebben herkend. Niettemin: ik denk dat Quispel gelijk heeft.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

Deel dit:

6 gedachtes over “De Bergrede (17): De bloemen in het veld

  1. Frits Selier

    Mooie tekst ja. Zullen de armen blij mee zijn. Echt sociaal invoelend. Wat moeten we toch met zulke teksten.

    1. Ik geloof niet dat dit, gegeven de radicaal-eschatologische dimensie van Jezus’ optreden, relevant is voor het begrip. Noch hijzelf, noch Matteüs, noch de doelgroep was hier werkelijk mee bezig, zelfs als die doelgroep ontrecht was en verarmd.

Reacties zijn gesloten.