
[Derde van zeven stukken over de Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos. Het eerste deel was hier.]
Tegenwoordig vormen de Historiën meestal één boek. In de Oudheid waren negen boekrollen nodig om de hele tekst te bevatten. De indeling is sindsdien gehandhaafd: het is nog steeds gebruikelijk Historiën te verdelen in negen boeken. In sommige edities zijn ze vernoemd naar de negen muzen; dat vind ik altijd chique.
De Italiaanse classica Silvana Cagnazzi heeft erop gewezen dat elk boek valt te verdelen in drie of vier eenheden, de logoi (verhalen). Wie één logos voorleest, heeft daarvoor ongeveer vier uur nodig. Het is waarschijnlijk dat we zo herkennen hoe Herodotos de resultaten van zijn onderzoek voor het eerst heeft publiceerde: als lezing. Dit komt overeen met een oud verhaal dat hij zijn werk heeft voorgedragen op de Olympische Spelen. Ook de anekdote dat de jonge Thoukydides in huilen uitbarstte bij een lezing door Herodotos, veronderstelt deze wijze om informatie te delen.
Het is waarschijnlijk dat Herodotos op een gegeven moment besloot zijn logoi samen te voegen tot één doorlopende tekst. Maar nu stond hij voor een probleem. Zijn lezingen gingen over ongelijksoortige onderwerpen: een beschrijving van Egypte, een logos over Skythische gebruiken, een vertelling over Perzische diplomatie in de winter van 480/479, en zo voort. De verzameling logoi dreigde een rommelig geheel te worden. Hij heeft dit probleem onderkend en opgelost door alles te groeperen rond één thema: de expansie van het Achaimenidische (of Perzische) rijk tussen ca.550 en 479 v.Chr. Dit verhaal onderbrak hij met informatie over topografie en etnografie, die hij dus integreerde in een historische kroniek.
Herodotos en Homeros
Verhalen over het verleden kenden de Grieken al langer. In de eerste plaats van Homeros, die in de Ilias en de Odyssee de dappere daden van de helden van weleer had bezongen. Herodotos was er sterk door beïnvloed. Soms citeert hij de dichter of gebruikt hij woorden die elke Griek herkende als homerisch. De Ilias bevat een catalogus van eenheden die deelnamen aan de Trojaanse Oorlog; in het derde boek van de Historiën somt Herodotos alle Perzische satrapieën op, en in het zevende boek biedt hij een lijst van troepen die deelnamen aan Xerxes’ expeditie naar Griekenland.
Soms kopieert hij homerische scènes. In zijn beschrijving van de slag bij Thermopylai vertelt hij hoe de Spartanen en Perzen vochten om het lichaam van Leonidas. Dit is onmogelijk in een hoplietenveldslag (het type gevecht dat Herodotos beschrijft), maar vormt een echo van een scène uit de Ilias. Daarin strijden de Grieken en Trojanen om het lichaam van de held Patroklos.
Een zeer belangrijke ontlening aan Homeros is de ringcompositie. Meer dan honderd keer onderbreekt Herodotos zijn vertelling om uit te weiden over een onderwerp. De langste daarvan is het hele tweede boek: Herodotos kondigt aan dat de Perzische koning Kambyses Egypte wilde veroveren, begint dan te vertellen over de geografie, de gebruiken en de geschiedenis van het oude land langs de Nijl, en herneemt zijn eigenlijke verhaal aan het begin van het derde boek.
De uitweidingen vormen de vermakelijkste gedeelten van de Historiën. Zo lezen we een interview met een werknemer van een Egyptische mummiefabriek, een verbazingwekkende anekdote over de Fenicische omzeiling van Afrika, een hilarisch verhaal over Indische goudwinning, een verslag over de bronnen van de Nijl en de Donau, een reconstructie van de taal van de prehistorische Grieken en nog veel meer.
Een laatste overeenkomst tussen Herodotos en Homeros is de onpartijdigheid. De helden van Homeros zijn Grieks, maar zijn Trojanen zijn geen schurken. Op dezelfde wijze portretteert Herodotos zijn Grieken en Perzen: hij behandelt beide partijen zonder vooringenomenheid of haat, maar met sympathie. Het is interessant dit te vergelijken met de historiografische teksten van de oosterse monarchieën: de Perzische en Egyptische vorsten laten geen twijfel bestaan over de doortrapte perfiditeit van hun tegenstanders.
Het ontstaan van de geschiedschrijving (of zoiets)
Maar Herodotos is meer dan een leerling van Homeros. Hij deed meer dan aan een onpartijdig verhaal over helden geografische en etnografische informatie toevoegen. Eén verschil is dat Herodotos’ logoi proza zijn. Het grootste verschil is echter dat Herodotos een echte onderzoeker was, een empirist. Zoals gezegd betekende Historiën in zijn tijd nog “onderzoeksverslag”. Hij reisde om de steden en mensen te leren kennen. Waar Homeros sprak op gezag van de muzen, baseerde Herodotos zijn relaas op wat hij had gezien, gehoord en beredeneerd. Daarbij was hij niet helemaal de eerste, maar het zegt iets over de kwaliteit van Herodotos’ werk dat de boeken van die voorgangers verloren zijn gegaan. De Grieken hadden ze niet meer nodig.
Omdat Herodotos het verleden wil onderzoeken, is hij beperkt tot het recente verleden. Homeros had verteld over een verre, legendarische Oudheid; de Vader van de Onderzoeksjournalistiek was geïnteresseerd in gebeurtenissen waar hij ooggetuigen van kon interviewen. Hij wilde zijn informatie verifiëren. Hij lijkt bijvoorbeeld de overlevenden van de slag bij Marathon te hebben ondervraagd. Toegegeven, interviews zijn niet altijd een betrouwbare bron, maar we kunnen constateren dat Herodotos grosso modo goed werk heeft geleverd. Wanneer we de Historiën kunnen controleren, blijkt de informatie vaak betrouwbaar te zijn. Ook al maakt Herodotos enkele ernstige fouten, hij is erin geslaagd een redelijk overzicht te geven van de eeuw vóór zijn geboorte.
Zo vond Herodotos een nieuw literair genre uit. We noemen het meestal geschiedschrijving, ook al lijkt het meer op wat wij onderzoeksjournalistiek zouden noemen. In elk geval: hij integreerde de resultaten van etnografisch en topografisch onderzoek in een epos, geschreven in proza. Deze combinatie was revolutionair.
Kritiek
Het is opvallend dat dit in de Oudheid niet op waarde is geschat. Men bewonderde zijn onderhoudende manier van verhalen vertellen, maar betwijfelde de waarachtigheid. Een enkele keer merk je het al in de Historiën, als de auteur zich indekt tegen kritiek die hij verwacht.
De eerste die deze kritiek opschreef, was Thoukydides, die Herodotos’ religieuze uitleg van de gebeurtenissen verwierp. In latere tijden was er scepsis over wat Herodotos vertelde over vreemde gebruiken. Bijna tweeduizend jaar lang beschouwde men hem slechts als een verteller van (uitstekende) verhalen en dacht men dat de door hem beschreven vreemde gebruiken slechts verzinsels waren.
Zijn onophoudelijke stroom van lange, korte en kronkelige verhalen leverde hem daarom niet één maar twee bijnamen op. Voor sommigen was hij de pater historiae, wat we het beste kunnen vertalen als “vader van de onderzoeksjournalistiek”, voor anderen was hij de vader van de leugens. Pas toen de Europeanen, na de ontdekking van Amerika, de gewoonten van tot dan toe onbekende volkeren leerden kennen, begon de herwaardering van Herodotos.
“een verbazingwekkende anekdote over de Fenicische omzeiling van Afrika”
Het is mijn favoriete voorbeeld van het gene-principe.
https://www.livius.org/sources/content/herodotus/herodotus-on-the-first-circumnavigation-of-africa/
Twee dingetjes;
De Spartiaten kunnen in hun falanx zijn teruggeworpen, maar opnieuw tot de plek waar Leonidas viel zijn opgerukt. Wat deze zin betreft ;”..de Perzische en Egyptische vorsten laten geen twijfel bestaan over de doortrapte perfiditeit van hun tegenstanders.”..doet mij sterk denken aan de behandeling die de Filistijnen, Babyloniërs of Kanaänieten krijgen in de Bijbel. De Historiën en Ilias zijn wat dit aangaat menselijker dan de Bijbel. Voor de geletterde Griek of Romein was het daarom onvoorstelbaar dat iemand dit werk, als goddelijk geïnspireerd en voor waar aannam.
Interviews zijn niet altijd een onbetrouwbare bron – =interviews zijn niet altijd een betrouwbare bron…?
Herofotos gebruikte niet alleen mondelinge informatie, in het boek Xerxes in Griekenland staat dat hij over een Grieks campagne verslag/logboek kon beschikken, meen ik.