Het Trechterbekergrafveld van Dalfsen

De opgraving van Dalfsen (uit Henk van der Velde e.a., “Making a Neolithic Non-Megalithic Monument” (2022)

Sommige wegen in de Lage Landen zijn eeuwen-, eeuwenoud. Ze zijn regelmatig te herkennen aan rijen graven, zoals de weg van het Drentse Exloo naar Odoorn langs de hunebedden D31, D33, D34 en D35. Op de Veluwe kennen we de Hessenweg, in Duitsland is er de Hellweg van Krefeld aan de Rijn naar Maagdenburg, en in wat nu België is kennen we de IJzertijdweg die we Chaussée Brunehaut noemen.

Door het Overijsselse Dalfsen liep ook zo’n weg, ruwweg langs het riviertje de Vecht, naar het oosten. Er is wel aangenomen dat het Romeinse leger van generaal Tiberius in 4 na Chr. over deze route naar de Eems is opgerukt. De weg was toen al drie millennia oud. Al in de Trechterbekertijd woonden hier mensen die door een uitgestrekt handelsnetwerk in contact stonden met verre landen. Niet alleen voorwerpen, maar ook ideeën reisden zo door het oude Europa.

Lees verder “Het Trechterbekergrafveld van Dalfsen”

Nationale en regionale musea

De Merovingische munten van de offerplaats bij het Springendal

Grote kans dat u nog nooit heeft gehoord van Museum Moerman in Apeldoorn. Het bestaat niet meer. Ik kwam er als kind, keek er naar het oude Veluwse aardewerk, begreep voor het eerst hoe verschrikkelijk anders het verleden was geweest en begon historische belangstelling te krijgen. Nu mijn vrienden kinderen hebben, zie ik bij die kleuters hetzelfde. Toen opa en oma nog kind waren was het anders en dat is leuk. Elke onderwijzer en elke geschiedenisleraar weet dit: maak met kinderen een fietstocht langs het plaatselijke verleden en ze ontwikkelen geschiedenisliefde.

De sleutel is dat het verleden weliswaar anders moet zijn (dus verrassend, dus leuk), maar tegelijk herkenbaar. Dat laatste kan zijn doordat het gaat om familieleden (opa en oma) of de eigen regio (de Veluwe). U zult zich herinneren dat toen de politiek in 2006 verzon dat Nederland een nationaal historisch museum behoorde te hebben, nogal wat historici eraan herinnerden dat het geld beter besteed zou zijn aan lokale musea.

Lees verder “Nationale en regionale musea”

De Blauwvingers van Zwolle

Karel van Egmont

Kampen is voor Nederland wat Schilda is voor Duitsland, Chelm voor Polen en Abdera voor het oude Griekenland: een stadje waar spreekwoordelijk domme mensen wonen. Volgens een beroemd verhaal wilden de Kampenaren ooit net zo’n mooi carillon hebben als het even stroomopwaarts aan de IJssel gelegen Zwolle, waarop de Zwollenaren aanboden dat hun buren het klokkenspel voor een zacht prijsje wel van hen konden overnemen. Zo gezegd, zo gedaan en iedereen was tevreden tot die van Kampen ontdekten dat ze voor dat zachte prijsje makkelijk drie carillons hadden kunnen kopen.

De Blauwvingers van Zwolle

De koop was echter beklonken, dus betalen zouden ze. Ze konden de eer echter nog redden door het bedrag te voldoen is stuivers. Omdat de Zwollenaren nog twee dagen bezig waren om het bedrag na te tellen, staan ze bekend als blauwvingers.

Althans, dat is het verhaal. Het is niet waar. “Betalen in klein muntgeld” is een beroemd broodje aap, dat een jaar of tien geleden nog opdook in een anekdote over Samsung dat Apple een miljard dollar zou hebben betaald in stuivers en dat ook wordt verteld over een transactie tussen de Verenigde Staten en Iran.

Lees verder “De Blauwvingers van Zwolle”

De Vecht

De Vecht ten oosten van Zwolle

Ik heb me weleens afgevraagd wat ik nu de mooiste Nederlandse rivier vind. Misschien is het de Linge, misschien is het ook wel de IJssel. Ze hebben allebei iets heel bijzonders. Als ik echter met een pistool op de borst moest kiezen, zou ik vermoedelijk de Overijsselse Vecht noemen. Een echte reden kan ik daarvoor niet bieden, maar het onderscheidende is in elk geval niet het einde van dit riviertje, dat zich uiteindelijk door één van zijn mondingen via het stadion van PEC Zwolle verliest in de gracht rond Zwolle. Dat einde is maar nauwelijks minder schlemielig dan dat van de Amstel, bij de aanlegsteiger van een rondvaartboot aan het Amsterdamse Rokin.

Fiets je voorbij het MAC³PARK-stadion (wie verzint zo’n naam?!) naar het oosten, dan opent het landschap zich. De meander hierboven is even voorbij Zwolle. Daarna biedt het landschap alles wat je hartje begeert: mooie uitzichten over een rivier, kasteel Rechteren bij Vilsteren, de ruïne van een vroegmiddeleeuwse motte die daar ergens rechts langs de weg ligt, en vlak voor Ommen de St-Ada’s Hoeve.(Als u die niet kent, was u nooit lid van de scouting.)

Lees verder “De Vecht”

Literaire quiz (8)

U kent de op deze blog van tijd tot tijd geplaatste literaire quiz: een foto die hoort bij een doorgaans heel erg bekende tekst en daarbij dan de vraag aan u om de gefotografeerde plek alsmede de roman, het gedicht of het verhaal te identificeren. Er gebeurden vreemde dingen in het gemoedelijke stadje hierboven en navraag ter plekke leerde me dat het nog altijd wat gevoelig ligt. Maar welk stadje is dit? En om welke literaire tekst gaat het? (Er zijn twee goede antwoorden mogelijk: een betrekkelijk moderne en een oude tekst.)

Uw roem is, na het geven van het juiste antwoord, voor voorzienbare eeuwigheid gegarandeerd, aangezien het Nationaal Archief deze website van tijd tot tijd kopieert en bewaart. Succes.