Het evangelie van Thomas (1)

Replica van het Evangelie van Thomas

Eind 1896 kwamen de Oxford-oudheidkundigen Bernard Grenfell en Arthur Hunt aan in Oxyrhynchos, een Romeins-Egyptisch stadje aan een kanaal ten westen van de Nijl. Ze zochten papyri. Wij zouden het een noodopgraving noemen, want het doel was gecontroleerd onderzoek vóór de oude teksten waren geroofd en unprovenanced op de markt zouden komen. Dus zonder gedocumenteerde herkomst. En dus zonder garantie dat ze echt waren. De twee geleerden vonden meer dan waarop ze zich redelijkerwijs hadden kunnen voorbereiden: tot 1907 borgen ze een half miljoen snippers met antieke teksten. Eén promille is gepubliceerd.

Het Evangelie van Thomas

De beroemdste papyri troffen ze aan tijdens hun eerste winter in Oxyrhynchos: een tekst die ze al in 1897 deelden met het publiek als Sayings of Our Lord. Deze titel is accuraat: de drie fragmenten – P.Oxy. 1.654 en 1.655 – bevatten uitspraken, logia, die afkomstig zouden zijn van Christus. Sayings was ideaal om fondsen te werven.

Veel structuur leek er niet in de tekst te zitten. De ontdekking bewees echter dat er christelijke verzamelingen van Jezus-woorden waren geweest. Dat was een van de aannames van de (door vooral Duitse protestantse geleerden verdedigde) hypothese dat er achter de evangeliën van Matteüs en Lukas een onbekende bron, Q, zou zijn geweest. Andere geleerden, vaak katholiek, hadden tegengeworpen dat dit genre onbekend was. Zij kregen nu ongelijk. In de tweede plaats maakte de ontdekking duidelijk dat het mogelijk was verloren oudchristelijke teksten terug te vinden.

En inderdaad. Zoals ik gisteren vertelde, vonden Egyptische boeren in 1945 bij Nag Hammadi een kruik vol oude geschriften, waaronder een nieuwe tekst van de Sayings of Our Lord: een Koptische vertaling. Doordat die wat uitgebreider was, werd duidelijk dat de gezegden niet helemaal willekeurig waren geplaatst. Er waren thematische clusters aan te wijzen. Zo kregen onderzoekers een beter idee van wat de samensteller had bedoeld. (Daarover straks.) De ontdekking maakte het bovendien mogelijk de tekst te identificeren: dit was het door de christelijke auteurs Hippolytus en Origenes vermelde Evangelie van Thomas. De officiële publicatie is van 1959.

Een belangrijke tekst

Uit het bovenstaande kunt u al afleiden dat dit een belangrijke tekst is geweest. In één stadje, Oxyrhynchos, circuleerden al drie exemplaren. Hippolytus woonde in Rome en Origenes in Palestina. Deze tekst was dus ooit populair en wijd verspreid.

Maar wat is het? De Koptische aanhef luidt

Dit zijn de geheime woorden die de levende Jezus sprak en Didymos Judas Thomas noteerde. (vert. Slavenburg/Glaudemans)

(Didymos en Thomas betekenen in het Grieks en Aramees allebei tweeling.) Het aantal geheime logia bedraagt in de Koptische versie 114, waarvan ongeveer de helft lijkt op uitspraken uit de vier canonieke evangeliën. Het gaat echter om een wezenlijk ander soort tekst. Terwijl de canonieke evangeliën naast uitspraken van Jezus ook anekdotes over zijn openbare optreden en een lijdensverhaal bieden, ontbreken deze in de aan Thomas toegeschreven spreukenverzameling. Eigenlijk is de naam “Thomasevangelie” dus een tikje vreemd.

Datering

Het feit dat Hippolytus overleed in 235 bewijst dat (een vorm van) deze tekst moet hebben gecirculeerd vóór dat jaar. We zouden preciezer willen zijn. De datum van de fragmenten is echter paleografisch vastgesteld en dat is een methode waaraan papyrologen tegenwoordig weinig waarde hechten. De drie Griekse fragmenten, ooit gedateerd rond 140, zijn zeker een halve eeuw jonger. Dat weten we al sinds 1975 en ik begrijp niet goed waarom de datering rond 140 herhaald blijft worden.

De datum van de oorspronkelijke compositie ligt natuurlijk vóór de datum van de  fragmenten uit het einde van de tweede eeuw. Verschillende wetenschappers plaatsen de eerste optekening van de Jezus-woorden heel vroeg, al in de eerste eeuw. Dan zou er sprake zijn van een onafhankelijke bron voor Jezus’ leer en is het Thomasevangelie een van de belangrijkste oudheidkundige ontdekkingen uit de twintigste eeuw.

Andere onderzoekers neigen naar een latere datering. Dat maakt de kans groter dat de uitspraken zijn opgeschreven onder invloed van de canonieke evangeliën. Los daarvan: hoe later in tijd, hoe meer kans op wildgroei. Bedenk dat de teksten mondeling zijn doorgegeven, ook na de eerste optekening.

Goudstukken en euro’s

De dateringskwestie wordt bemoeilijkt doordat er diverse versies van het Thomasevangelie zijn geweest. Het eerste door Grenfell en Hunt uitgegeven bevatte de uitspraken die in de Koptische versie nummers 26-30, 77 en 31-33 hebben. De volgorde van de Griekse tekst was dus anders. (Twee andere Griekse fragmenten bevatten 1-7 en 36-40.) We moeten rekening houden met een tekst die steeds is aangepast, ongeveer zoals ook is gebeurd met de Didache en met het slot van het evangelie van Marcus.

Evengoed weten we zeker dat de tekst zoals we die nu kennen, vrij jong is. De weggever is Thomas 100.

Zij toonden Jezus een goudstuk en zeiden tegen hem: Caesars mannen eisen belasting van ons.

Hij antwoordde hen: Geef Caesar wat van Caesar is, geef God wat van God is en geef mij wat het mijne is.

In de canonieke evangeliën is sprake van een munt. In het Thomasevangelie is dat een goudstuk. Dat veronderstelt het laatantieke geldstelsel. Zo’n actualisering was normaal; het is bijvoorbeeld ook gedaan met de Romeinse juridische teksten. Het duidt op latere redactie. Maar zoals een anekdote over koningin Wilhelmina die betaalt in euro’s niet per se onwaar hoeft te zijn, zo is de inhoud van Thomas niet per se jong omdat er een goudstuk in zit.

[wordt om 9:00 vervolgd]

Deel dit:

5 gedachtes over “Het evangelie van Thomas (1)

  1. Patrick Desmarets

    “…een half miljoen snippers met antieke teksten. Eén promille is gepubliceerd.”

    Wat is hiervan de reden? Wegens onvoldoende interessant of te weinig middelen voor dit onderzoek?

    1. Teveel materiaal, te weinig middelen. Regeringen geven hun geld immers liever uit aan wapens en universiteiten geven hun geld liever uit aan een nieuwe huisstijl.

      Bedenk wel dat de wet van de afnemende meeropbrengsten van toepassing is: men is begonnen met de grootste papyrusfragmenten en daarna kwamen de iets minder grote.

  2. Ben Spaans

    Ik heb weleens een versie ergens online bekeken. Stelt u zich daar niet teveel van voor.
    Sinds ik ergens midden jaren tachtig over het Thomas Evangelie hoorde hing er altijd iets ‘mysterieus’ over, je kon er in die tijd alleen over horen (voor alle praktische doeleinden ) Decennia later is er dan het internet. Weinig mysterie. Wat ik wel dacht – stel, stel, dat dit de enige overgebleven ‘christelijke’ tekst, of tekst over Jezus als u dat wilt, was – we zouden niet goed weten waar het precies over ging, zonder wat we weten uit het Nieuwe Testament.

    1. Ja, dat is ook een beetje mijn ervaring. Gnostische teksten willen een inzicht bieden maar het treft mij vaak als wat oppervlakkig: “wij zijn vonken goddelijk licht, gevangen in de materie”, joh, is dat even diepzinnig zeg. Nu geldt zoiets voor wel meer religieuze uitingen, dus in de kern is mijn oordeel een kwestie van smaak of gebrek daaraan.

Reacties zijn gesloten.