De prioriteit van Marcus

We weten niet wat het “teken van Jona” was. (Soumela-klooster)

Dat de eerste drie evangeliën met elkaar verwant zijn, wisten de christelijke kerkvaders al. Augustinus meende dat Marcus een uittreksel was van Matteüs en om die reden staat Marcus in uw bijbel meteen na Matteüs. Negentiende-eeuwse oudheidkundigen verklaarden de overeenkomst anders: Matteüs en Lukas zouden Marcus hebben bewerkt. Dit is feitelijk niet meer dan een aanname. Die groeit op een gegeven moment uit tot consensus en versteent daarna tot feit.

De prioriteit van Marcus, zoals het heet, blijft echter een hypothese. Zoals al onze kennis. En er zijn ook wel tegenvoorbeelden te noemen, waar je denkt: nee, het is Marcus die hier de bewerking uitvoert, niet Matteüs en Lukas. Hier zijn vier passages.

Emoties

Matteüs 8.2 Marcus 1.41 Lukas 5.13
Jezus strekte zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ Jezus stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein!’

Dat Jezus medelijden krijgt, ontbreekt bij Matteüs en Lukas. De logische verklaring is: Marcus heeft hier iets toegevoegd. De alternatieve verklaring is: zowel Matteüs als Lukas hebben iets weggehaald. Bijvoorbeeld omdat ze een Jezus wilden portretteren die boven menselijke emoties verheven was. We zien dat ook in het volgende voorbeeld.

Matteüs 12.13 Marcus 3.5 Lukas 6.10
Toen zei hij tegen de man: ‘Steek uw hand uit.’ Hij stak hem uit en zijn hand genas en was weer even gezond als de andere. Hij keek hen boos aan, maar ook diepbedroefd vanwege hun hardleersheid, en toen zei hij tegen de man: ‘Steek uw hand uit.’ Hij stak hem uit en zijn hand genas. Nadat hij hen een voor een had aangekeken, zei hij tegen de man: ‘Steek uw hand uit.’ Dat deed hij en zijn hand genas.

De Jezus van Marcus is diepbedroefd, maar dat detail ontbreekt bij de twee andere auteurs. Hun Jezus is weer emotieloos.

Kinderen en tekens

Matteüs 19.15 Marcus 10.14 Lukas 18.16
Toen zei Jezus: ‘Laat die kinderen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.’ Toen Jezus dat zag, wond hij zich erover op en zei tegen hen: ‘Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.’ Jezus riep de kinderen bij zich en zei: ‘Laat ze bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.’

Opnieuw toont alleen Marcus een geëmotioneerde Jezus. We zien hier overigens ook iets dat suggereert dat Matteüs de bewerker is geweest, want hij verandert “koninkrijk van God” in “koninkrijk van de hemel”. Dat gebeurt in zijn evangelie systematisch: gelovige jood die Matteüs was, sprak hij niet alleen de naam van God niet uit, maar trachtte hij zelfs het woord “god” te vermijden.

Matteüs 12.39 Marcus 8.12 Lukas 11.29
Hij antwoordde: ‘Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona.’ Jezus slaakte een diepe zucht en zei: ‘Waarom verlangt uw soort mensen een teken? Ik verzeker u: aan mensen als u zal zeker geen teken gegeven worden!’ Toen zei hij: ‘Dit is een verdorven generatie! Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van Jona.

Matteüs en Lukas kennen een “teken van Jona” dat Marcus niet vermeldt. Wat dat was, weten we niet, al past het bij het jodendom van Jezus. Daarin waren de profeten van weleer belangrijker dan de Herodiaanse koningen en de schriftgeleerden uit zijn eigen tijd. Merk trouwens op dat Marcus’ Jezus zucht: opnieuw een emotie die de anderen niet kennen.

Het scheermes van Ockham

We zien hierboven dat Marcus afwijkt van én Matteüs én Lukas. Er zit systematiek in: Marcus’ Jezus is emotioneler. De simpelste verklaring is dat alleen Marcus een bron heeft bewerkt, en dat is dan óf Matteüs óf Lukas. De complexe verklaring is dat én Matteüs én Lukas aan het bewerken zijn geslagen. Hun voorbeeld was dan Marcus. Daarbij speelde dan een rol dat in hun tijd een emotionele Jezus niet meer acceptabel was. Als ze iets toevoegden, zoals het teken van Jona, kan dat een gedeelde herinnering zijn of komen uit de bron Q.

Op grond van het scheermes van Ockham gaat de voorkeur uit naar de simpelste verklaring, maar vermoedelijk is dit keer de complexere verklaring beter. Dat is omdat er honderden voorbeelden zijn en Marcus eigenlijk steeds de oudste auteur  lijkt. Het gebeurt zelden dat Marcus op zinsniveau afwijkt van de gedeelde overlevering van de twee andere evangelisten. Ik zou, ondanks de voorbeelden van vandaag, dus maar uitgaan van de prioriteit van Marcus.

Maar: alle kennis is hypothetisch, ook de prioriteit van Marcus. Op een gegeven moment wordt een idee echter consensus en nog wat later versteent het dan tot feit. Dat is onvermijdelijk – zie ook dit blogje en dit blogje – maar zo nu en dan denk je: zou het wel zo zijn?

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

Deel dit:

5 gedachtes over “De prioriteit van Marcus

  1. FrankB

    “Daarbij speelde dan een rol dat in hun tijd een emotionele Jezus niet meer acceptabel was. ”
    Is dit een aanname of is hier empirische bevestiging voor? In het laatste geval pleit William of Ockham voor het tweede.

  2. Patrick Desmarets

    Om de vergelijking tussen Matteüs (Mt), Marcus (Mc) en Lucas (Lc) te vervolledigen, moeten we ook vermelden dat Mt twee perikopen bevat over het teken van Jona (in de exegese heet zoiets een doublet) nl. Mt 12,38-42 en 16,1-2a.4. De 2e perikoop leunt (net zoals die van Lc overigens) dichter bij Mc aan omdat beide perikopen het hebben over “een teken uit de hemel”, wat ontbreekt in het eerste doublet van Mt. Maar bij Mc inderdaad zonder de toevoeging “dan dat van Jona”.

    De tekstkritiek van de synoptische evangeliën onderzoekt in welke relatie deze 3 evangeliën tot elkaar staan en probeert overeenkomsten en verschillen verklaren. Een degelijke inleiding tot het synoptische probleem vind je in het boek “Synopsis” van Adelbert Denaux en Marc Vervenne (helaas enkel nog tweedehands te verkrijgen).

    Welke evangelist er wat van wie heeft overgenomen, is moeilijk uit een paar voorbeelden af te leiden. Het meest opvallende is dat het grootste deel van de 660 verzen van Mc zowel in Mt (537 parallelle verzen) als in Lc (442 parallellen) voorkomen. We noemen dit de drievoudige traditie. Daarnaast bevatten Mt en Lc elk 230 parallelle verzen die niét in Mc voorkomen (tweevoudige traditie). Dit laatste kan erop wijzen dat Mt en Lc een gemeenschappelijke bron (Q genaamd) hebben gekend en gebruikt die Mc niet heeft gebruikt. De drie evangeliën bevatten daarnaast elk ook een aantal verzen die in geen ander evangelie voorkomen (“Sondergut”) : 30 verzen bij Mc, 299 met Mt en 479 bij Lc. Dit kan eigen stof van de evangelist zijn, of stof afkomstig van de geloofsgemeenschap voor wie de evangelist de tekst schreef.

  3. Klaas Krab

    Je zal wel tot vervelens toe dood gegooid worden met die naamsovereenkomst met de walvisprofeet, maar hier vond ik dat opduiken van een teken van Jona toch wel weer erg grappig

  4. Ben Spaans

    Het lijkt allemaal niet heel overdonderend. Die ‘mogelijke tegenvoorbeelden’ lijken ook naar Marcus als oudste bron te wijzen.
    Lucas kan theoretisch het ’teken van Jona’ weer bij Matteüs vandaan hebben.

Reacties zijn gesloten.