Paulus, Festus, Agrippa en Berenike

Paulus (Crypta Balbi, Rome)

In het voorvorige en vorige stukje behandelde ik de wijze waarop de apostel Paulus in Jeruzalem in moeilijkheden was gekomen. De aanleiding was geweest dat mensen uit Asia een heidense leerling van Paulus, Trofimos, hadden gezien in de buurt van de tempel. Ze hadden daarop diens meester ervan beschuldigd dat hij, door een niet-jood daar toe te laten, de reinheid van de eredienst had gecompromitteerd. Romeinse troepen, gecommandeerd door Claudius Lysias, hadden Paulus gered door hem te arresteren en de volgende dag had de apostel, inspelend op de verdeeldheid binnen het Sanhedrin, een veroordeling weten te vermijden. Een tweede verhoor, voor gouverneur Marcus Antonius Felix in Caesarea, was verdaagd tot ook Claudius Lysias aanwezig kon zijn. We lezen niets over een tweede zitting – we vernemen alleen dat Paulus twee jaar gedetineerd bleef.

Paulus voor Festus

In 58 na Chr. kwam een nieuwe gouverneur aan, Porcius Festus. Die besloot de aanklacht af te handelen en eiste dat degenen die Paulus beschuldigden, naar Caesarea kwamen om de aanklacht nog eens te formuleren. Namelijk dat Paulus de Wet van Mozes zou hebben willen afschaffen en dat hij de reinheid van de tempel zou hebben geschonden.

Lees verder “Paulus, Festus, Agrippa en Berenike”

Paulus en Ananias

Het paleis vin Caesarea, waar Paulus gevangen zat.

Ik vertelde vorige week hoe Paulus op het tempelplein in Jeruzalem was gearresteerd. Joden uit Asia hadden een leerling van de apostel, de niet-jood Trofimos, herkend en beschuldigden nu Paulus ervan dat hij Trofimos had meegenomen naar het heiligdom en dat daardoor had laten profaniseren. Paulus was alleen maar niet gelyncht doordat de commandant van een Romeinse legereenheid, de tribuun Claudius Lysias, had ingegrepen. Doordat Paulus het Romeins Burgerrecht bezat, was hij niet gegeseld. De volgende dag stuurde de Romein zijn arrestant naar het Sanhedrin, het hoogste joodse raadscollege. Het vergaderde, zoals u ziet, aan de andere zijde van het tempelplein.

Het Sanhedrin

Omdat de tribuun nauwkeurig wilde vaststellen welke beschuldiging door de Joden tegen Paulus werd ingebracht, liet hij hem de volgende dag uit de gevangenis halen en verordonneerde hij dat de hogepriesters en het hele Sanhedrin bijeen moesten komen. Toen liet hij Paulus voor hen verschijnen. (Handelingen 22.30; NBV21)

Lees verder “Paulus en Ananias”

Het Romeins Burgerrecht van Paulus

Inscriptie uit de tempel van Jeruzalem (Landesmuseum, Stuttgart)

De apostel Paulus zijnde de apostel Paulus, verkeerde hij weer eens in moeilijkheden. Dat biedt ons de gelegenheid de Romeinse rechtsgang eens in enig detail te bekijken.

Aanleiding: Trofimos

Het was allemaal begonnen toen hij in Jeruzalem was gearresteerd. Als we de auteur van de Handelingen van de Apostelen mogen geloven, was dat een misverstand geweest. Paulus was gezien met een zekere Trofimos, die geen jood was en in de tempel niet verder mocht komen dan het plein dat bekendstond als het Voorhof der Heidenen. Een muurtje gaf de grens aan. Een niet-jood die verder ging, riskeerde de doodstraf, zoals we kunnen lezen op enkele inscripties. De auteur van Handelingen meent dat Paulus’ tegenstanders, joden uit de Romeinse provincie Asia, zich vergisten toen ze zeiden dat Trofimos wel verder was gegaan dan toegestaan, maar de formulering is ambigu:

Ze hadden hem namelijk kort tevoren met de Efeziër Trofimos in de stad gezien, en ze dachten dat Paulus hem had meegenomen naar de tempel. (21.29; vertaling NBV)

Lees verder “Het Romeins Burgerrecht van Paulus”

Seneca en Paulus

Paulus (Crypta Balbi, Rome)

De filosoof Seneca (ca. 1-65 n.Chr.) en de apostel Paulus (ca. 10- ca. 64 n.Chr.) leefden in dezelfde tijd en waren volgens de overlevering ook tegelijkertijd in Rome. Volgens de Handelingen van de Apostelen werd Paulus in het jaar 58 gevangengenomen en naar Rome gebracht, waar hij in het jaar 59 aankwam. In Rome zou hij, volgens Handelingen 28.30, enkele jaren vrij hebben rondgetrokken en gepredikt. Hiermee eindigt het boek Handelingen. Volgens de overlevering zou Paulus uiterlijk tijdens Nero’s christenvervolging (64) zijn gestorven. Seneca was de leraar van keizer Nero en stierf ook onder zijn bewind. Wat zou natuurlijker zijn dan dat deze twee grote mannen elkaar ontmoetten en brieven uitwisselden?

Briefwisseling

Inderdaad bestaat er een kleine correspondentie tussen de twee, die ook in veel handschriften van Seneca bewaard is gebleven. Lange tijd werd aangenomen dat deze brieven echt waren en dat Seneca dus in direct contact stond met het christendom. Zijn stoïcijnse filosofie leek ook goed te passen bij de christelijke levensvisie. De inhoud van deze brieven is echter zeer mager; het zijn niet meer dan vriendschapsverklaringen. Je zou eigenlijk meer verwachten, als deze twee mannen ideeën uitwisselen. Van beiden zijn immers veel substantiëlere brieven bewaard gebleven.

Lees verder “Seneca en Paulus”

De farizeeën in context

De farizeeën stonden aan de wieg van het jodendom van de synagogen, zoals deze in Sepforis

Dit is de laatste van drie blogs over de farizeeën. In het eerste behandelde ik hun geschiedenis en in het tweede hun opvattingen. Daarmee ga ik nu verder.

Twee beweringen van Josephus zijn dat de farizeeën sober leefden en dat ze grote invloed hadden op de gewone mensen. Het eerste kan best waar zijn, maar je denkt niet meteen aan een sobere levenswijze als je in het Evangelie van Johannes leest dat farizeeën bedienden uitsturen om zaken te regelen (Jh 7.32, 7.45).

Josephus’ andere opmerking, dat de farizeeën populair waren bij de gewone mensen, lijkt niet onjuist maar is selectief, omdat vaststaat dat leden van de beweging ook de hoogste posities bekleedden: we lezen over farizeeën die spreken met de hogepriester, we treffen farizeeën aan als leden van hoge raadscolleges en we lezen hoe ze het Sanhedrin samenroepen. Er is zelfs een hogepriester van wie aannemelijk is dat hij tot de beweging behoorde, Gamaliëls zoon Jezus. Dit alles wil niet zeggen dat de farizeeën niet populair waren bij gewone mensen, maar dat dat ze tevens goed lagen bij andere bevolkingsgroepen.

Lees verder “De farizeeën in context”

De ideeën van de farizeeën

Zoals Jezus de beroemdste Jood is, zo is Paulus de beroemdste van alle farizeeën (Catacombe van Petrus en Marcellinus)

Ik vertelde twee weken geleden over de geschiedenis van de farizeeën. Het is tijd eens te kijken naar hun opvattingen. Dat is nog niet zo makkelijk want uit het farizeïsme is weliswaar het rabbijnse jodendom voortgekomen, dat farizese opvattingen documenteert, maar ook aanpaste. We kunnen de getuigenissen uit de Mishna, Tosefta en Talmoed niet zo maar gebruiken om de voorgeschiedenis van het rabbijns jodendom te schetsen.

Een complexe voorgeschiedenis. Ik schetste vorig keer fasen van afsplitsing, invloed, oppositie en macht, terwijl van de twee hoofdstromingen alleen het huis van Hillel – ofwel de helft van de farizese ideeën – de catastrofe van 70 n.Chr. overleefde.

Lees verder “De ideeën van de farizeeën”

Subordinationisme

Petrus (Catacomben van Petrus en Marcellinus, Rome)

Een nieuwe zondag, een nieuw blogje over het Nieuwe Testament. En waarom zouden we niet eens kijken naar de Handelingen van de Apostelen, Lukas’ verslag van het ontstaan van de kerk? De scène die ik uitlicht staat aan het begin. Jezus is opgenomen in de hemel, de groep die bekendstaat als de Twaalf is weer op sterkte gebracht, tijdens het Wekenfeest daalt de Heilige Geest neer. En de joden in Jeruzalem horen de Galileeërs spreken in hun eigen taal.

Promotie

Dan neemt Simon Petrus het woord en richt zich tot de joodse bevolking van Jeruzalem. Die zouden verantwoordelijk zijn voor Jezus’ kruisdood. Over die woorden moeten we het later nog eens over hebben, maar het gaat mij vandaag om de uitsmijter:

Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot heer en messias is aangesteld. (Handelingen 2.36; NBV21)

Lees verder “Subordinationisme”

Artemis van Efese

De Artemis van Efese (Nationaal Museum, Tripoli)

Het bovenstaande beeld stond ooit in het amfitheater van Lepcis Magna. Vóór de val van Muammar Kadhafi was het een pronkstuk van het Nationaal Museum van Libië in Tripoli. Of het daar nog is, weet ik niet. Soortgelijke beelden zijn overal in het Romeinse Rijk gevonden en nu ik dit schrijf zie ik de kopieën in de Torlonia-collectie, in de Capitolijnse Musea en in de Vaticaanse Musea voor me. Dat was dus alleen maar in Rome. Gadara en Napels schieten me ook te binnen. Er zijn honderden beelden meer geweest, want dit is een van de populairste godinnen uit de antieke wereld: de Artemis van Efese.

Tweemaal Artemis

De naam Artemis suggereert dat ze een van de verschijningsvormen is geweest van de Griekse godin met die naam. Dat was in de meeste stadstaten echter een celibatair levende jachtgodin, terwijl de Efesische Artemis vermoedelijk een vruchtbaarheidsgodin was. Die taakomschrijvingen sluiten een gemeenschappelijke oorsprong niet uit, maar de Artemis van Efese had ook Anatolische trekken en heette oorspronkelijk Artimos. Het is denkbaar dat twee godinnen met namen die op elkaar leken, zijn samengesmolten. Het heiligdom was in elk geval oud en zou later, in de hellenistische tijd, gelden als een van de Zeven Wereldwonderen.

Lees verder “Artemis van Efese”

Het lege graf

De martelares Vibia wordt het Paradijs binnengeleid (Hypogeum van Vibia, Rome)

Historici zijn simpele zielen. Ze willen alleen vaststellen wat er is gebeurd. Ze ontlenen daaraan geen inspiratie, ze voelen – althans professioneel – geen aandrang er een oordeel over te geven. Dat laten ze over aan anderen en die zijn niet zelden diepzinniger in hun analyse. Simpele historicus die ik ben, beperk ik me in mijn reeks over het Nieuwe Testament tot een enkele vraag: ik wil slechts weten wat er feitelijk is gebeurd, gezegd of gedacht. Daarvoor benut ik enkele ingeburgerde criteria die een zekere mate van objectiviteit moeten garanderen.

Criteria

Een daarvan is de meervoudige attestatie: als iets in één bron staat, is dat minder betrouwbaar dan als het in diverse onafhankelijke bronnen staat. Zo bezien is het lege graf een interessante kwestie, want het staat in twee bronnen: de evangeliën van Marcus en Johannes. (Matteüs en Lukas zijn afhankelijk van Marcus.) Twee is meer dan één, zou je denken, maar je wil toch eigenlijk meer vermeldingen zien. Vandaar dat ik het meestal typeer als het punt waar de historisch-kritische methode op zijn grenzen stuit.

Lees verder “Het lege graf”

De Brief van Jakobus

Jakobus de Rechtvaardige (fresco uit de Mar Saba-kerk in Eddé)

Het christendom, zo beweerde men tot in de jaren tachtig, is ontstaan doordat Paulus het joodse geloof van Jezus verving door een geloof in Jezus, waardoor ook niet-joden op de naderende dag des oordeels konden worden gered. De publicatie van de Dode-Zee-rol die bekendstaat als 4QMMT en het Nieuwe Perspectief op Paulus weerlegden deze visie. We zoeken de oorzaak van het scheiden der wegen nu eerder bij Domitianus’ harde toepassing van de Fiscus Judaicus.

Feit blijft dat Paulus niet-joden uitnodigde bij het Verbondsvolk. Niet iedereen dacht daar zo over en ook hun stemmen klinken in het Nieuwe Testament, zoals in de Brief van Jakobus. Er is wel geopperd dat de auteur de broer van Jezus is geweest, de Jakobus de Rechtvaardige die in 62 in opdracht van hogepriester Ananos II is gestenigd. Als het waar is, hebben we meteen terminus ante quem voor de brief.

Lees verder “De Brief van Jakobus”