
De vuistregel is vermoedelijk het bekendst uit de bijbelse archeologie: absence of evidence is not evidence of absence. Het gezegde is vaak ingeroepen geweest ter verklaring van een beruchte asymmetrie in ons bewijsmateriaal: terwijl de Bijbel het heeft over een groot koninkrijk ten tijde van David en Salomo, is daarvoor geen archeologisch bewijs. We hebben momenteel twee buitenbijbelse vermeldingen van David als voorvader van de dynastie van het koninkrijk Juda (één, twee) en nul verwijzingen naar Salomo. Geen enkel kleitablet, niets.
Dit probleem is al ruim een eeuw bekend. Een eeuw waarin bijvoorbeeld in Megiddo alvast enkele stallen zijn toegeschreven aan Salomo, zonder dat er bewijs was voor diens historische bestaan. De gedachte was: goed doorgaan met spitten, we vinden nog weleens onweerlegbaar bewijs dat Salomo een historisch personage is geweest. Het ontbreken van bewijs gold dus niet als bewijs dat er nooit iets was geweest.
Absence of evidence is not evidence of absence
Met een woord van Carl Sagan: Absence of evidence is not evidence of absence. Hij bedoelde natuurlijk dat het feit dat we nooit buitenaards leven hebben waargenomen, niet wil zeggen dat het er niet is. En in de archeologie zijn er allerlei dingen die we niet opgraven maar die er wel zijn geweest. Neem van mij aan dat mensen vroeger ook een huid, spieren en organen hebben gehad, zelfs al graven we alleen maar botten op.
Als je een stelregel, hoe wijs ook, echter wat al te vaak inroept, bestaat het gevaar dat ze versteent tot dooddoener. En dat is het geval met absence of evidence is not evidence of absence. Om het tot Israël te beperken: daar is inmiddels iedere hectare tien meter diep zes keer omgespit en er is nog altijd niets gevonden. Je moet op een gegeven moment concluderen dat Salomo, als hij überhaupt heeft bestaan, iets anders was dan we uit de Bijbel weten.
(Mijn persoonlijke hypothese is dat hij heeft bestaan. Ik wil het geschreven bewijsmateriaal niet negeren. Denkelijk is hij de leider geweest van een stamfederatie, iemand die zelf niet veel heeft gebouwd. Ongeveer zoals de koningen van het Medische Rijk Het type “leider van een stamfederatie” heeft bestaan.)
Drogreden
Op zich is absence of evidence is not evidence of absence een wijze stelregel. Uit het Byblos van de Midden-Bronstijd zijn wapens bekend en we hebben ook afbeeldingen van krijgers, maar we hebben vooralsnog geen bewijs dat men ook schilden droeg. Dat is wonderlijk en het zou mij niet verbazen als ze nog eens werden opgegraven. Dat is ook omdat ik weet dat het onderzoek in Byblos lange tijd met de Franse slag is uitgevoerd. Bovendien is de omgeving van de oude havenstad nooit grondig onderzocht. Er ligt immers een moderne stad overheen. Kortom, er is nog ruimte voor de vondsten die je zou verwachten.
Een wijze stelregel gaat echter over in een dooddoener als je de kansleer negeert. Soms is de ruimte voor de te verwachten vondsten wel erg klein. In Israël is de kans op een kleitablet met een vermelding van Salomo zeker niet afwezig, maar na alle opgravingen ook niet heel groot meer. De ruimte wordt steeds kleiner.
Op een gegeven moment moet je gewoon concluderen dat het waarschijnlijker is dat je het niet meer zult vinden dan dat je het na stug doorgraven nog wel vindt. Theoretisch blijft het denkbaar dat buitenaardse bezoekers de piramiden hebben gebouwd en dat we nog eens een aanwijzing vinden, maar ik zou de hypothese van de alien astronauts maar laten varen. Wat ik maar wil zeggen: absence of evidence is not evidence of absence is vaak een verstandige stelregel en soms een drogreden.
[De oudheidkundige wetenschappen zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van vergelijkbare stukjes is daar.]
En dat wilde ik duidelijk maken met de sleutel in een bureaula. Het universum is bij lange na nog niet grondig afgezocht.
Er zijn nog wel meer voorbeelden te bedenken: een ijsbeer in de Sahara, bv – afgezien van dierentuinen.
Tenzij we in Egypte te maken hebben met een cargo cult, net als op een paar eilandjes in de Stille Zuidzee na WO2… de aliens waren gearriveerd en weer vertrokken in enorme piramidevormige ruimteschepen, waarna de Egyptenaren deze vorm ruwweg imiteerden in lokale steen (en er alvast een piloot in legden) om nieuw intergalactisch verkeer naar hun spaceport te lokken….
Hoogstwaarschijnlijk totale kolder, maar bewijs dat maar eens.
Waarom zou je fantasie willen bewijzen?
Dat hoeft ook niet. De bewijslast ligt bij degene een dergelijke bewering doet. Dat zal in dit geval niet meevallen.
Ik wil best geloven dat David en Salomo hebben bestaan, ook al omdat bij niet bestaan van Salomo de vraag rijst wie dan de tempel gebouwd heeft die de Babyloniërs in 586 geplunderd hebben. Er is geen snippertje bewijs dat dat iemand anders dan Salomo geweest zou kunnen zijn. Maar dat een Rijk zoals beschreven geen enkele buur zo zou zijn opgevallen dat die het vermeldde, is wat anders.
De opvolging van David door Salomo (1 Kon 1-2) is een verhaal dat erg lijkt op een beschrijving van iets dat echt gebeurd is. Adonia die helemaal volgens het boekje werkt, en die door David wordt afgetroefd met een fait accompli. Je hoeft helemaal niet gelovig te zijn om van dit verhaal te genieten.
OK, genieten van het verhaal. Maar historische waarde?
Ooit vroeg ik: die lezenswaardige en gedetailleerde levensechte verhalen in Samuel etc, zijn die niet een sterke aanwijzing voor echt gebeurde zaken. Antwoord van bekenden op dit blog: juist niet! Hoe gedetailleerder, des te meer kans op verzonnen moralistisch-religieuze literatuur. Zoiets.
Er is aan dit verhaal niets moralistisch. David wordt gewoon neergezet als de schurkachtige realpolitiker die hij meestal in 2 Samuel is.
Moralistisch of niet, daar ging het niet om.
Het ging erom of de verhalen verzonnen zijn of dat er een historische kern in zit.
“… ook al omdat bij niet bestaan van Salomo de vraag rijst wie dan de tempel gebouwd heeft die de Babyloniërs in 586 geplunderd hebben. Er is geen snippertje bewijs dat dat iemand anders dan Salomo geweest zou kunnen zijn.” Nou, bij het niet bestaan van Salomo rijst nog een eerdere vraag, nl . of de Babyloniërs in 586 een tempel geplunderd hebben. Daarvoor is geen snippertje archeologisch bewijs.
De tempel van Salomo is geen archeologisch feit. Genoemd in de Bijbel. Dat is alles. Er zal wel een tempel zijn geweest in Jeruzalem, maar dat maakt Salomo net zo min tot een historisch persoon als Herakles, die de tempel van Zeus in Olympia zou hebben gebouwd.
De vraag is niet zozeer of zij hebben bestaan – ook Hebreeuwse koningen hadden vaders, grootvaders enz. – maar of zij koning waren. En dan hebben we meteen het eerste probleem: wat is een koning? Het eenvoudige antwoord is: een koning woont in een paleis. Dus moeten we dateren en dat schijnt niet zo gemakkelijk te zijn.
In Game of Thrones komen de intriges op zich ook geloofwaardig over, zonder de draken…
We weten zelfs waarom – de serie is oa een hervertelling van de Rozenoorlogen.
Salomo, Solomon is sowieso een aparte naam voor een heerser. De naam zou zijn afgeleid uit Aramees https://en.m.wikipedia.org/wiki/Solomon_(name) en is natuurlijk nauw verwant aan het Hebreeuwse woord voor vrede. Zoals de naam in het Oude Testament gebruikt wordt is het misschien meer een aanduiding dan een echte persoonsnaam.
En was in 10e eeuw v. Chr. het Aramees al algemeen in gebruik in ‘Israël’…?