
Een tijdje geleden plaatste ik hier een stukje over de scène in de evangeliën van Marcus en Johannes waarin een vrouw Jezus zalft met olie die niet minder dan 300 denariën zou hebben gekost, een bescheiden jaarloon (Marcus 14 en Johannes 12). Bij Marcus klagen enkele aanwezigen over de verspilling, bij Johannes is er maar één klager, Judas. Er is nog een scène waar Johannes expliciet is over een persoon die Marcus niet vermeldt: bij Jezus’ arrestatie vermeldt Johannes de bij Marcus afwezige Petrus.
De arrestatie van Jezus
Hier is het verhaal volgens Marcus.
Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de Twaalf, in gezelschap van een met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten was gestuurd. Judas, die hem zou uitleveren, had met hen een teken afgesproken. Hij had gezegd: “Degene die ik kus, die is het. Neem hem gevangen en voer hem weg onder strenge bewaking.” Toen hij eraan kwam, liep hij recht op Jezus af, zei: “rabbi!” en kuste hem. Ze grepen hem vast en namen hem gevangen. Een van de omstanders trok een zwaard, haalde uit en sloeg de dienaar van de hogepriester een oor af. (Marcus 14.43-47; NVB21)
En hier is dezelfde gebeurtenis volgens Johannes:
Daarop trok Simon Petrus het zwaard dat hij bij zich had, haalde uit naar de knecht van de hogepriester en sloeg hem zijn rechteroor af; Malchus heette die knecht. (Johannes 18.10)
Bij Marcus hebben we te maken met “een van de omstanders”, bij Johannes is het niemand minder dan Petrus. Lukas schaart zich bij Marcus (“degenen die bij hem stonden”, 22.49), terwijl Matteüs een derde optie heeft:
Nu greep een van Jezus’ metgezellen naar zijn zwaard. Hij trok het, haalde uit en sloeg de dienaar van de hogepriester een oor af. (Matteüs 26.51)
Wie trok dat zwaard?
Kortom, de oudste bron heeft het over een omstander, Matteüs identificeert die als een metgezel van Jezus en Johannes maakt er Petrus van. Bij de discussie gaat het feitelijk alleen om Marcus en Johannes, want Matteüs bewerkt Marcus en is daarom elimineerbaar. Dat laat ons met twee mogelijkheden:
- óf het was Petrus, en Marcus verzwijgt dat om hem moverende redenen,
- óf Johannes voegt Petrus toe, om hem moverende redenen.
Voor allebei valt iets te zeggen. Als Petrus werkelijk zijn zwaard heeft getrokken, was dit overtreding van de Lex Julia de vi privata: gewapend verzet bij een arrestatie. De straf was niet mals – verlies van een derde van je bezittingen – en Marcus kan goede redenen hebben gehad Petrus’ rol niet te vermelden. Ik vermeld nog even dat er een heel oude traditie is dat Marcus de secretaris was van Petrus. Dus het is geen al te vreemde gedachte dat Marcus informatie onderdrukt.
Het kan ook zijn dat Johannes iets toevoegt. Hij houdt ervan concreet te zijn, zoals wanneer hij van de “enkele aanwezigen” die klagen over de verspilling van 300 denariën liever één Judas maakt. Aan het verhaal van de arrestatie voegt hij ook de naam Malchus toe.
Dat is overigens een naam die vooral bekend is uit de Arabische inscripties waarover Wim Raven hier al eens eerder blogde. En dat roept weer allerlei vragen op over Arabieren in de joodse tempel. Maar dat terzijde.
[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]
Wie het ook trok, wat deed dat zwaard daar? Het is toch niet normaal – ook niet in die tijd en op die plek – om als burger met een (duur) zwaard rond te lopen? Misschien werd het wapen afgenomen van een knecht van de hogepriesters. Anders roept het toch vragen op over de vreedzaamheid van de Jezusbeweging. Of was het niet vreemd dat een rondtrekkende groep enkele gewapende gezellen telde om de veiligheid onderweg te waarborgen? Tenslotte lieten rijke Romeinen zich ook vergezellen door gewapende slaven.
Zoals ik het heb begrepen was er geen verbod op het dragen van wapens als je op reis was, dus buiten de stad, zoals op de Olijfberg.
Hoe je, eenmaal binnen de stad naar je huis kon gaan met/zonder zwaard, is voor mij een van de geheimen van het Romeins Recht.
Onder een mantel stoppen?
Het woord zwaard is generiek. In die tijd kon een lang mes dezelfde lengte hebben als een kort zwaard. Wapens waren verboden maar messen konden voor dagelijks gebruik zijn – het gebruik ervan was belangrijker dan het bezit. En de maatschappij was onveilig genoeg om bewapend te zijn.
Dit heeft helemaal niets te maken met ‘de vreedzaamheid van de Jezusbeweging’.
Waarom zou je in een op zijn minst veertig jaar later gepubliceerde tekst een Petrus nog hoeven te beschermen?
Johannes had met die naamsvermeldingen zo zijn bedoelingen, hoogstwaarschijnlijk.
Wist u dat er nog een theorie is dat ‘Malchus’ een codewoord is voor niemand minder dan Saulus, later Paulus, van Tarsus? ‘Saul’ was immers koning van Israël…Deze ‘Dienaar van de Hogepriester’ zou niet pas bij de steniging van Stefanus zijn opgedoken, maar al bij de arrestatie in Gethsemane betrokken zijn geweest…Schrijft Paulus ook niet ergens dat hij ‘de littekens van de Heer’ op zich draagt of zoiets…🙄
Serieus bedoeld hoor.
“een naam die vooral bekend is uit de Arabische inscripties waarover Wim Raven hier al eens eerder blogde. En dat roept weer allerlei vragen op over Arabieren in de joodse tempel”
Waarom? Mensen met een Arabische naam kunnen best Joods zijn, ook in die tijd?