Het oudste Jeruzalem

Jeruzalem, “Large Stone Structure”: dit is vrijwel zeker niet het paleis van koning Salomo, maar dat roeptoeteren archeologen wel de wereld in.

Ik heb in drie voorafgaande blogjes de IJzertijd van de oude koninkrijken Israël en Juda beschreven, de Romeinse provincie Palaestina en het middeleeuwse gebied. De stad Jeruzalem heb ik al enkele keren genoemd. Vandaag drie korte stukjes over alleen het religieuze centrum van drie wereldgodsdiensten. Een stad met, zoals u al vermoedde, een eigen karakter dat nu eens religieus en dan weer toeristisch is. Ik zou er graag eens drie weken toeven en dan systematisch alles bekijken, want ik heb het gevoel dat ik de stad onvoldoende ken. Misschien handig om vooraf te weten: de Oude Stad, omgeven door de stadsmuur van Suleyman de Prachtlievende, bestaat uit vier delen:

  • de Moslimwijk in het noordoosten,
  • de Christelijke Wijk in het noordwesten,
  • de Armeense Wijk in het zuidwesten
  • de Joodse Wijk in het zuidoosten.

In het oosten is de Tempelberg, met de Klaagmuur en de twee islamitische heiligdommen, en in het westen is de Citadel, die ook wel Toren van David heet.

Lees verder “Het oudste Jeruzalem”

Absence of evidence is not evidence of absence

Niet gebouwd door aliens

De vuistregel is vermoedelijk het bekendst uit de bijbelse archeologie: absence of evidence is not evidence of absence. Het gezegde is vaak ingeroepen geweest ter verklaring van een beruchte asymmetrie in ons bewijsmateriaal: terwijl de Bijbel het heeft over een groot koninkrijk ten tijde van David en Salomo, is daarvoor geen archeologisch bewijs. We hebben momenteel twee buitenbijbelse vermeldingen van David als voorvader van de dynastie van het koninkrijk Juda (één, twee) en nul verwijzingen naar Salomo. Geen enkel kleitablet, niets.

Dit probleem is al ruim een eeuw bekend. Een eeuw waarin bijvoorbeeld in Megiddo alvast enkele stallen zijn toegeschreven aan Salomo, zonder dat er bewijs was voor diens historische bestaan. De gedachte was: goed doorgaan met spitten, we vinden nog weleens onweerlegbaar bewijs dat Salomo een historisch personage is geweest. Het ontbreken van bewijs gold dus niet als bewijs dat er nooit iets was geweest.

Lees verder “Absence of evidence is not evidence of absence”

Archeologisch nieuws (ja, echt!)

De zuidelijke stallen van Megiddo zijn een voorbeeld van een bouwwerk dat eerst ten tijde van Salomo werd gedateerd, maar jonger leek te zijn. Of misschien is het toch weer anders.

Zoals de trouwe lezers van deze blog weten, ben ik momenteel in Leeuwarden duizenden digitale foto’s online aan het plaatsen die mijn zakenpartner, enkele vrienden en ik de afgelopen vijftien jaar hebben gemaakt. Het is allemaal nog even wennen, maar mijn geadopteerde woonplaats is prettig ontspannen en ik werk hier met plezier. Als ik straks wat sneller kan werken en als ik wat geluk heb, dan is over drie maanden zo niet de hele dan toch een fors deel van de verzameling online beschikbaar voor iedereen die er gebruik van wil maken, bijvoorbeeld via de websites van Tresoar, Vici, het Rijksmuseum van Oudheden of Livius. (Hoewel ik daarnaar link, is er nu nog niets te zien van de fotocollectie.)

Omdat ik én met deze lekkere klus bezig ben én nog wat aan het Friese leven moet wennen – waar is in Leeuwarden om tien uur ’s avonds een supermarkt open? – is er weinig tijd om het nieuws te volgen, maar gelukkig attendeerde Kees Huyser van het NIKHEF, die ook de landkaarten maakte voor Het visioen van Constantijn, me op een artikel dat me anders misschien was ontgaan: “Fluctuating radiocarbon offsets observed in the southern Levant and implications for archaeological chronology debates”. Dit lijkt belangrijk nieuws over de archeologie van het Nabije Oosten.

Lees verder “Archeologisch nieuws (ja, echt!)”

Menandros van Efesos

Tyrus betaalt tribuut aan Salmanasser III (British Museum)

Ik rondde vorige week een reeks blogposts af over de discussie, in Israël, over de prioriteit van de archeologie dan wel de geschiedenis bij het vaststellen van wat er tussen pakweg 1300 en 900 in het land is gebeurd. Dat is het minimalisme-maximalisme-debat, en een verkorte versie van het stuk verscheen vandaag op kennislink.nl.

Mijn argumentatie sneed zichzelf overigens in de staart. Ik concludeerde namelijk dat de monumentale gebouwen uit de Vroege IJzertijd niet kunnen zijn gebouwd door Salomo, omdat ze worden gedateerd ná diens regering, waarvan de Bijbel suggereert dat het zou gaan om 970-931. De archeologische datering van de gebouwen suggereert dat het bijbelse verhaal zwakke punten heeft (en dat denk ik ook), maar als dat zo is, waarom aanvaard ik dan wel de chronologie? Kan het niet zijn dat het chronologische skelet te lang is, dat David en Salomo later leefden dan aangenomen, en dat we de monumentale gebouwen dus wél aan ze kunnen toeschrijven?

Lees verder “Menandros van Efesos”

Archeologie van Israël (4): chronologieën

beth_shean_canaanite_stela_israel_museum
Kanaänitische stele (Israel Museum, Jeruzalem)

In mijn eerdere blogposts – de eerste is hier– heb ik erop gewezen dat de archeologie van Israël twee methodische oriëntaties kent: maximalisme en minimalisme. Bij het vaststellen van de juistheid van deze benaderingen staan twee kwesties centraal, namelijk of er archeologisch bewijs is voor de Intocht en voor het glorieuze koninkrijk van David en Salomo.

In mijn laatste stukje wees ik erop dat in Jeruzalem een groot gebouw was gevonden, met aardewerk uit de IJzer IIa-periode. Deze large stone structure was misschien het paleis van koning Salomo, die regeerde tot ongeveer 930 v.Chr. De maximalist neemt aan dat er zo’n gebouw is geweest, terwijl de minimalist het bewezen wil zien. De zaken werden dit keer complex gemaakt doordat het begin van het IJzer IIa volgens sommigen moet worden gelegd rond 1000-980 v.Chr. (“hoge chronologie”) en volgens anderen rond 900 (“lage chronologie”). De vraag is hoe we vaststellen welk van deze twee systemen het beste is.

Lees verder “Archeologie van Israël (4): chronologieën”

Archeologie van Israël (3): problemen

Jeruzalem, “Large Stone Structure”: dit is vrijwel zeker niet het paleis van koning Salomo, maar dat roeptoeteren archeologen wel de wereld in.

Ik blogde al over de twee tradities van de Israëlische archeologische methode, het maximalisme en het minimalisme, en over de twee vragen die beantwoord moeten worden om vast te stellen welke van de twee de betere is. De maximalist is tevreden als hij bewijs vindt voor immigraties in het eerste kwart van de twaalfde eeuw v.Chr., die bewijzen dat er een Intocht is geweest, en als er resten zijn van monumentale architectuur in de periode vóór 930, die bewijzen dat de koningen David en Salomo machtige heersers waren. De minimalist vermoedt dat deze niet zullen worden gevonden.

Hoewel er boeken bestaan met titels als Und die Bibel hat doch recht, heeft de ontwikkeling van de archeologie van Israël deze aanname vooral geproblematiseerd. Illustratief is de onlangs afgeronde opgraving ten zuiden van de Tempelberg in Jeruzalem, waar Eilat Mazar van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem de resten van een groot gebouw heeft gevonden, met opvallend zware funderingen. De “large stone structure” staat op de plaats die in de Bijbel wordt aangeduid als die van het paleis van David en Salomo. Maar is het ook het paleis van die koningen, of is het later gebouwd en heeft de auteur van het betreffende Bijbelgedeelte het ten onrechte zo genoemd?

Lees verder “Archeologie van Israël (3): problemen”