
Het middeleeuwse museum van Parijs, het Musée de Cluny, is gevestigd in een complex dat bestaat uit een Renaissance-klooster en een oud-Romeins badhuis. In de ruimte die ooit in gebruik was als koudwaterbad staat sculptuur uit het Romeinse Lutetia. Daaronder is ook het monument dat bekendstaat als de Pilier des nautes, die in 1711 is opgegraven onder de Notre-Dame. Het is een godenpijler: een monument waarvan er in Noordwest-Europa dertien gingen in een Romeins dozijn. U moet het zich voorstellen als een vierkante zuil van een meter of zes hoog, aan alle zijden voorzien van reliëfs met de afbeeldingen van goden. Van het Parijse monument is een kwart over: een inscriptie en vijftien van de vermoedelijk drieënzestig afbeeldingen.
De inscriptie (EDCS-10502026) vermeldt dat de schippers van de stam der Parisii ten tijde van keizer Tiberius dit monument in het openbaar hebben opgesteld ter ere van Jupiter, de grootste en beste van alle goden. Dat is geen tekst die ons vol ontdekkingsvreugde doet opveren. Het is leuk te weten dat er een Romeinse club was van – ongetwijfeld welvarende –scheepseigenaren, maar het is nou ook weer niet zo dat dit een verrassing is in een stad op de oevers van de Seine.
Het belang zit ’m in de afbeeldingen. Verschillende zijn herkenbaar als Romeinse goden en halfgoden. Boven en onder de inscriptie herkennen we Jupiter en Fortuna, even verderop Vulcanus, en ook de goddelijke tweelingen Castor en Pollux. En verder enkele Gallische goden: Cernunnos, Smertrios, Esus. Met afbeeldingen dus. We zien verder een stier genaamd Taruos Trigaranus. Onder de naam Eurises, die ons verder weinig zegt, herkennen we tenslotte drie krijgers.
Hierdoor weten we dat de Galliërs hun god Esus konden weergeven als een bebaarde man, gekleed als een ambachtswerker, die een loofboom wil snoeien. Zie hierboven. Daarnaast zien we Taruos Trigaranus: een stier met drie kraanvogels en een andere loofboom. Het aardige is dat we een soortgelijke afbeelding bezitten uit Trier. Welke mythe hier is afgebeeld, weten we niet, maar het is een van de weinige keren dat we een Gallische afbeelding van een godheid met zekerheid kunnen voorzien van een naam.

De Gallische god Smertrios, een gespierde man met een baard, heft een toorts op om een slang te doden. Het is verleidelijk te denken aan een Keltische Herakles, ware het niet dat we ook beschikken over inscripties uit het Moezelgebied waarin sprake is van Mars Smertrios. In elk geval: iets masculiens.

Tot slot hebben we hier de enige onomstreden afbeelding van Cernunnos, wat zoiets als “de man met de hoorns” zou kunnen betekenen. (Herman Clerinx wijst op parallellen tussen deze god en de christelijke heilige Cornelius.) Zoals u ziet is alleen het hoofd bewaard, maar hij draagt een hertengewei waaraan torques hangen, de Keltische halssnoeren. Als de steen dezelfde dimensies had als de andere stenen, was er ruimte om hem af te beelden in boeddha-zit. Zo kennen we ook een naamloos figuur op een reliëf uit Reims, die dankzij de Pilier des nautes eveneens identificeerbaar wordt.

We zouden natuurlijk meer willen weten. Hoe zagen de andere Gallische goden eruit? De Pilier des nautes biedt in elk geval enkele identificaties en toont dat afbeeldingen met namen hebben bestaan. We mogen dus hopen dat we ooit nog eens zo’n monument vinden. Liefst een hele zuil natuurlijk, zes meter hoog.
[Dit was het 440e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]
Leuk, leuk, leuk.
Interessante blog, Jona!
Nog enkele vragen en aanvullingen:
…Het is een godenpijler: een monument waarvan er in Noordwest-Europa dertien gingen in een Romeins dozijn…
Is dit wel zo? Dit is een beetje in tegenstrijd met de laatste zin van je blog.
…een Romeinse club was van – ongetwijfeld welvarende –scheepseigenaren…
Waarom denk je dat het een Romeinse club was? Er kunnen ook Gallische (Parisii) bezitters bij geweest zijn?
… Daarnaast zien we Taruos Trigaranus: een stier met drie kraanvogels en een andere loofboom…
Langdurig speurwerk heeft alleen geleid tot de etymologie van het woord, maar de achterliggende mythe kennen we niet. Had jou gewoon moeten geloven.
Ten slotte vermeld ik nog een leuke site:
https://odysseum.eduscol.education.fr/dieux-gaulois-un-pantheon-complexe
“Het middeleeuwse museum van Parijs, het Musée de Cluny,..”. Om even te schoolmeesteren: Cluny is niet een middeleeuws museum, maar het museum voor de geschiedenis van Parijs tot de middeleeuwen. Ik ben er weleens geweest. Maar dit blogje van JonaL heeft me geleerd wat ik allemaal heb gemist. Bedankt. Musée Carnavalet is het museum voor de geschiedenis van Parijs na de middeleeuwen. Het is heel goed ingericht. Dat museum ken ik op mijn duimpje.