Carlo Rovelli over Anaximandros (3)

[Laatste deel van Kees Alders’ bespreking van Carlo Rovelli, Anaximander. De geboorte van het wetenschappelijke denken. Het eerste deel is hier.]

Relativisme onder vuur

De open nieuwsgierige houding die nodig is voor wetenschap ligt in de huidige moderne tijden nogal eens onder vuur. De aanvallen komen niet alleen vanuit religieuze, maar ook uit met ideologische overwegingen, vooral uit conservatieve hoek, maar ook uit extreemlinkse hoek. Al te vaak zien we in het huidige debat dat mensen er zonder blikken of blozen voor kiezen om hele takken van de wetenschap simpelweg “niet te geloven”, omdat dit nu eenmaal niet bij de eigen gekozen politieke overtuiging past.

Kritiek op de wetenschap is niet alleen legitiem, maar ook nuttig en zelfs nodig om de wetenschap te laten functioneren. Maar die kritiek moet dan wel op wetenschappelijke wijze gegeven worden. Dat wil zeggen: door middel van het geven van valide en controleerbare metingen, en/of het geven van valide verklaringen voor meetresultaten die de staande verklaringen kunnen vervangen omdat ze beter bij de gevonden resultaten passen. Dat is hoe wetenschap zich ontwikkelt.

Galilei was geen genie omdat hij  de Almagest van Ptolemaios met het model van de kosmos met de aarde als middelpunt verwierp, hij was een genie omdat hij een alternatieve theorie aannemelijk wist te maken, waarbij hij juist zeer sterk rekening hield met Ptolemaios en de sterke punten in het werk kon behouden. Rovelli benadrukt hoeveel en hoe vaak wetenschappers als Galilei naar de Almagest verwezen, en het boek zelfs qua vorm nog als model gebruikten voor hun eigen geschriften.

We zien soms dat mensen denken wetenschappelijke theorieën te kunnen afwijzen door te  stellen dat wetenschappers die met resultaten komen waar men het niet mee eens is wel ideologisch gekleurd moeten zijn, of zouden zijn omgekocht. Maar ook als dat waar zou zijn, zelfs dan is dat nog niet voldoende als weerlegging, omdat een weerlegging van wetenschappelijke resultaten ondersteund moet worden met echte wetenschappelijke argumenten zoals zojuist omschreven: betere meetresultaten, of een theorie die meer en beter verklaart. In praktijk verraadt zo’n poging tot verwerping van wetenschappelijke resultaten uiteraard vooral de ideologische gekleurdheid van de criticaster.

We zien dit soort aanvallen op de wetenschap helaas heel vaak, ook in het moderne politieke discours. Om dit soort aanvallen het hoofd te kunnen bieden is het belangrijk dat mensen het wetenschappelijk proces begrijpen. En dat geldt niet alleen voor wetenschappers zelf, maar ook voor mensen die zich ook maar enigszins interesseren voor de wetenschap, positief of negatief.

Daarom zijn boeken zoals dat van Carlo Rovelli belangrijk: opdat meer mensen begrijpen wat de wetenschap is, hoe deze zich ontwikkelt, en hoe een wetenschappelijke kritiek gevormd kan worden. Ik kan dit boek dan ook van harte aanbevelen.

***

Carlo Rovelli, Anaximander. De geboorte van het wetenschappelijke denken (€24,99)

Deel dit:

10 gedachtes over “Carlo Rovelli over Anaximandros (3)

  1. FrankB

    Twee favoriete citaten:

    Blz. 14 – “….. de bijzonder schadelijke hedendaagse scheiding tussen de natuurwetenschappen en de geesteswetenschappen.”
    Dat roep ik nu ook al een hele tijd.

    Blz. 51 – “De hedendaagse reconstructie van het denken van Anaximander aan de hand van die talloze vergelijkbare, maar niet-uniforme en late bronnen is een fascinerende puzzel.”
    Wij hier kennen allemaal iemand die dit citaat op het lijf geschreven is.

  2. FrankB

    “… voor kiezen om hele takken van de wetenschap simpelweg niet te geloven”
    Met dank aan het post-modernisme. Het is bijzonder ironische dat juist reactionaire gelovigen dit gebruiken om hun eigen verzinsels als gelijkwaardig aan te prijzen. Ik teken bezwaar aan tegen de term conservatisme – conservatieven willen behouden wat werkt, terwijl deze religieus/ideologisch gemotiveerde pseudoskeptici juist van alles en nog wat willen veranderen – juist ook wat werkt.

    “Om dit soort aanvallen het hoofd te kunnen bieden …”
    is ook het activisme van JonaL van groot belang. Tegenwerpingen als “het is maar de Oudheid, wat maakt het uit” deugen niet, omdat het de achterliggende houding is die zoveel schade aanricht. Dit blog dient een groter doel dan alleen duidelijk te maken dat Oudheid enorm interessant is: duidelijk maken dat oudheidkundigen heel goed weten waar ze het over hebben. Ze verdienen geen respect om wie ze zijn, maar om wat ze kunnen.
    Daarom heb ik enorm blij met de toename van wetenschappelijke en filosofische gastbijdragen als deze en die van Ger Knepper en Han Borg. Kom maar op, ik lust er wel pap van.

    1. Met conservatisme doel ik hier op politiek conservatisme. Dat is niet alleen gericht op behouden wat werkt, maar meer op het in stand houden of herstellen van klassieke machtsverhoudingen, en dat kunnen dan zowel de sociaal economische als de sociale machtsverhoudingen zijn. Conservatieve mensen verzetten zich selectief tegen de evolutietheorie, tegen vondsen van de criminologie, tegen de resultaten van studies naar de biologische en cognitieve verschillen tussen mannen en vrouwen en studies naar gender, tegen milieustudies, of tegen de resultaten van studies naar de verschillen tussen wat vroeger werd aangeduid als ‘rassen’ – eigenlijk alle studies die de klassieke maatschappelijke verhoudingen kunnen ondermijnen. Natuurlijk staat het iedereen vrij zijn eigen interpretatie van wat conservatisme is erop na te houden, maar dat is waar ik hier op doel.

      Zelf heb ik wat problemen met de term postmodernisme, omdat het zoveel kan betekenen. Een Foucault is postmodern, maar bepaald niet alles wat hij schreef was onzin, en dan is iemand als Rorty of Lacan nog niet benoemd. Daarnaast is postmodernisme natuurlijk ook een architectuurstroming, een kunststroming en een literaire stroming. Cultuurrelativisme is een beetje het scheldwoord voor die postmoderne denker die zich wil onthouden van ieder waardeoordeel, maar ook onder postmoderne denkers zijn die denkers uiterst zeldzaam en waar dat aan denkers wordt toegeschreven blijkt vooral dat ze (soms expres lijkt wel) verkeerd worden begrepen.

      1. Frans Buijs

        Je gooit nu wel heel erg veel op één hoop. De VVD lijkt me conservatief, maar ik kan me niet herinneren dat die zich ooit afgezet hebben tegen de evolutietheorie. De SGP misschien wel, maar dat is weer een heel andere partij. En de biologische en cognitieve verschillen tussen man en vrouw zijn in tegenspraak met die hele “gender” ideologie, want die beweert juist dat die verschillen helemaal niet bestaan, zoals onlangs nog bleek uit de fophef over “ouder uit wie… etc”. En wat milieustudies betreft gaat het ook weer om de politieke keuzes die je daaraan koppelt.

        1. FrankB

          Ik zou de SGP een reactionaire partij noemen. Dat is nou een typisch voorbeeld van een groep die terugwil naar een denkbeeldig verleden, met hun geliefde Gulden Snoer.
          De biologische verschillen (vwb de cognitieve heb ik geen idee) zijn alleen in tegenspraak met de stropop genaamd “gender” ideologie. Het onderscheid tussen sexe en gender is harde wetenschap. Sexe gaat over geslachtsdelen, gender over het brein. Er bestaat onderzoek over, uitgevoerd door neurowetenschappers. Ik heb teveel achting voor u om te veronderstellen dat u genderidentificatie ontleent aan wat zich tussen twee benen bevindt. En dan heb ik het nog niet eens over relatief zeldzame chromosoomsamenstellingen. Er is heel wat meer dan XX en XY.
          Voor de duidelijkheid: ik ben in alle opzichten zo recht als een pijl.

      2. FrankB

        “Met conservatisme doel ik hier op politiek conservatisme.”
        Ik ook.

        “Conservatieve mensen verzetten zich selectief tegen de evolutietheorie”
        Allerlei politieke richtingen kunnen zich tegen de evolutietheorie verzetten. Stalin deed dat ook. Tegenwoordig zijn de meesten die dat doen niet conservatief maar reactionair. Ze willen terug naar een denkbeeldig verleden. Conservatieven willen dat niet. Het onderscheid is van belang om te begrijpen wat aan die kant van het politieke spectrum gebeurt.
        Mijn interpretatie van het begrip conservatisme gaat terug op Edmund Burke. Die was bijvoorbeeld voorstander van Amerikaanse onafhankelijkheid en Ierse autonomie. Bovendien is er een taalkundig argument. Conservatisme en conserveren = behouden zijn van elkaar afgeleid.

        Met postmodernisme doel ik in deze context uiteraard niet op architectuur maar op het idee dat alle opvattingen, ook betreffende wetenschap, evenveel waarde hebben.

  3. Klaas Krab

    “Dat wil zeggen: door middel van het geven van valide en controleerbare metingen, en/of het geven van valide verklaringen voor meetresultaten die de staande verklaringen kunnen vervangen omdat ze beter bij de gevonden resultaten passen. Dat is hoe wetenschap zich ontwikkelt.”

    Wordt hier het begrip “meting” niet wat al te hoog op het paard gehesen? Er zijn legio takken van bonafide wetenschap waar er niet gemeten wordt, maar er andere fundamenten van kennis zijn… 🙂

    1. Martin van Staveren

      Beter was geweest data ipv metingen. Voor de rest is het citaat correct. Het moet inderdaad gaan om controleerbare data. Dus wat zijn die fundamenten van kennis dan? Er moet onderscheid gemaakt worden tussen geloofwaardige verklaringen en ongefundeerde hypothesen. Zie b.v. https://en.wikipedia.org/wiki/Replication_crisis

  4. Ik denk en betoog al een tijdje dat we van “het tijdperk van informatie” een overgang meemaken – of een regressie – naar een “tijdperk van identiteit”. Informatie wordt in die context niet langer gebruikt om zich een mening te vormen, maar dient ter versterking van de reeds gevormde identiteit. Wat past, krijgt een duimpje of een retweet; wat niet past, een tirade.

    1. Frans Buijs

      Dat komt ook doordat er tegenwoordig zo veel informatie is. Het is onmogelijk om alles tot je te nemen, dus kies je wat je het beste bevalt.

Reacties zijn gesloten.