Dikke gladiatoren (1): Het onderzoek

Gladiatoren op een reliëf uit Kibyra (Archeologische Musea, Istanbul)

In 2008 interviewde Andrew Curry voor Archaeology Magazine de Oostenrijkse paleopatholoog Karl Grossschmidt over diens onderzoek van de botten van gladiatoren van de begraafplaats in Efese. Grossschmidt vertelde:

Gladiatoren hadden onderhuids vet nodig. Zo’n vetkussen beschermde tegen snijwonden en schermde in een gevecht de zenuwen en bloedvaten af.

Hij baseerde deze analyse op het sterk vegetarische dieet van de antieke vechters. Dat bestond uit gerst en bonen. Al snel deed het idee de ronde dat gladiatoren dik waren. Hoe zit dit?

Gladiatorengraven

In 1993 deed het Oostenrijks Archeologisch Instituut onderzoek op de necropolis langs de processieweg tussen Efese en de wereldberoemde tempel van Artemis. Men vond vier grafstenen uit de tweede en derde eeuw, waarvan er drie gladiatoren voorstelden. De vierde was van een slavin genaamd Serapias. De analisten onderzochten de botten van achtenzestig individuen, waarbij één individu een vrouw was, wellicht Serapias. Van één persoon kon men het geslacht niet vaststellen, terwijl de andere zesenzestig overledenen mannen waren, allemaal gestorven toen ze tussen de twintig en dertig jaar oud waren.

Samen met zijn collega Fabian Kanz onderzocht Grossschmidt de botten niet alleen op sporen van wonden (antemortem, perimortem en postmortem), maar ook op stabiele isotopen (koolstof, stikstof en zwavel) en op sporenelementen (strontium/calcium). De onderzoekers concludeerden dat de gladiatoren goede medische zorg hadden gehad. Ook konden ze vaststellen welke wonden waren veroorzaakt door welke wapens: zwaardsneden, stompe verwondingen die waarschijnlijk waren veroorzaakt door schildstoten of trainingswapens, en ook wonden toegebracht door de drietand van de retiarius.

Dieet

Het isotopenonderzoek bevestigde wat we al wisten uit geschreven bronnen, namelijk dat gladiatoren veel granen en peulvruchten aten. Verder kregen ze een supplement van as om de botten te versterken. In zijn Natuurlijke Historie beschrijft Plinius de Oudere dat gladiatoren een drank dronken gemaakt van kachel-as, die werd geserveerd na gevechten maar misschien ook na trainingen. In ditzelfde werk bespot Plinius de gladiatoren als hordearii, “gersteters”.

De door Grossschmidt en Kanz onderzochte tanden vertoonden cariës, wat te wijten was aan een koolhydraatrijk dieet, maar ook aan “droge monden” als gevolg van fysieke en psychische stress. Over het geheel genomen hadden de gladiatoren van Efese echter een gezond dieet en verkeerden ze in een goede gezondheid.

[Vanmiddag meer. Svenja Fabian-Grosser is lid van re-enactmentgroep Ludus Nemesis en publiceerde dit oorspronkelijk op de beëindigde website Grondslagen.net.]

Deel dit:

5 gedachtes over “Dikke gladiatoren (1): Het onderzoek

  1. Robbert

    Interessant en grondig onderzoek! Aan botten kan veel afgelezen worden. Droge monden door stress lijkt me vergezocht.

    1. Robbert

      Roger je hebt gelijk.
      De redenering is dan: caries oa. door droge mond, droge mond oa. door stress en die stress past bij hun beroep. Nou ja, zou kunnen…

Reacties zijn gesloten.