Artemis van Efese

De Artemis van Efese (Nationaal Museum, Tripoli)

Het bovenstaande beeld stond ooit in het amfitheater van Lepcis Magna. Vóór de val van Muammar Kadhafi was het een pronkstuk van het Nationaal Museum van Libië in Tripoli. Of het daar nog is, weet ik niet. Soortgelijke beelden zijn overal in het Romeinse Rijk gevonden en nu ik dit schrijf zie ik de kopieën in de Torlonia-collectie, in de Capitolijnse Musea en in de Vaticaanse Musea voor me. Dat was dus alleen maar in Rome. Gadara en Napels schieten me ook te binnen. Er zijn honderden beelden meer geweest, want dit is een van de populairste godinnen uit de antieke wereld: de Artemis van Efese.

Tweemaal Artemis

De naam Artemis suggereert dat ze een van de verschijningsvormen is geweest van de Griekse godin met die naam. Dat was in de meeste stadstaten echter een celibatair levende jachtgodin, terwijl de Efesische Artemis vermoedelijk een vruchtbaarheidsgodin was. Die taakomschrijvingen sluiten een gemeenschappelijke oorsprong niet uit, maar de Artemis van Efese had ook Anatolische trekken en heette oorspronkelijk Artimos. Het is denkbaar dat twee godinnen met namen die op elkaar leken, zijn samengesmolten. Het heiligdom was in elk geval oud en zou later, in de hellenistische tijd, gelden als een van de Zeven Wereldwonderen.

Lees verder “Artemis van Efese”

De zeven wereldwonderen

De piramiden van Giza zijn het enige van de zeven wereldwonderen dat nog iets voorstelt.

De oudste vorm van wetenschap, nog ouder dan het herkennen van patronen, is het maken van lijstjes. We kennen uit het oude Nabije Oosten opsommingen van houten voorwerpen, van steden, van gebeurtenissen, van woorden in vreemde talen en van pythagorese getallen, en we spreken wel van Listenwissenschaft. De Nederlandse geleerde M.A. Beek opperde eens dat die lijstjes “wijsheid” heetten en dat de Bijbelse constatering dat koning Salomo “veel wijsheid” bezat, niets meer is dan een verwijzing naar een grote mand vol kleitabletten.

Hellenistische lijsten

De oude Grieken deden hetzelfde. In HomerosIlias vinden we de Scheepscatalogus, in de Odyssee een overzicht van vrouwen die iets met Zeus hebben gehad en HesiodosTheogonie is een schitterende lijst van goden en godinnen. Ik vertelde al eens dat in de hellenistische tijd lijsten ontstonden van bewonderenswaardige en navolgenswaardige Griekse auteurs, onderverdeeld naar genre (epische dichters, tragische toneelschrijvers, geschiedschrijvers enz.).

Lees verder “De zeven wereldwonderen”

Zesmaal werelderfgoed: West-Turkije (1)

De rotsachtige kust van Lycië

Ik kreeg de vraag voorgelegd wat je op een reis door Turkije kunt bekijken. Wat valt er zoal te zien? Simpel, denk je, maar het antwoord, oef, dat is lastig. Het probleem is dat Turkije asociaal veel erfgoed bezit. Elke antieke cultuur heeft er sporen nagelaten en vervolgens waren en de Byzantijnen, de Seljuken en de Ottomanen. Er is dus gewoon teveel om te bekijken. Ik zal daarom niet één maar vijf overzichten geven, waarbij ik aanteken dat mijn laatste bezoek aan dat mooie land alweer enige tijd geleden is. Achtereenvolgens: de westkust (vanmorgen en vanmiddag), het centrum (zaterdag), het oosten (volgende week woensdag) en Istanbul (donderdag). U krijgt in totaal vijftien maal werelderfgoed te zien. Fasten your seatbelts, here we go.

Lycië

Mijn eigen eerste bezoek aan Turkije begon op de luchthaven van Dalaman, waar we een auto huurden. Het is een mooi vertrekpunt voor een bezoek aan Lycië. Dat is het bergachtige zuidwesten van Turkije, met een rotsige kust en enkele havensteden, die bloeiden doordat er nauwelijks alternatieve aanlegplaatsen waren. Want de kust was dus rotsig. Beroemd zijn de Lycische rotsgraven.

Lees verder “Zesmaal werelderfgoed: West-Turkije (1)”

Caesar opnieuw dictator

De resten van de tempel van Diana / Artemis van Efese

Als ik u zeg dat het begin september was in het jaar waarin Julius Caesar en Servilius Isauricus consuls waren van Rome, en als ik dat omreken naar eind juli 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij was nog steeds bezig met het achtervolgen van Pompeius, van wie we hebben gezien dat hij naar Antalya was gevaren, en via Cyprus verder wilde naar Egypte. Het was onvermijdelijk dat Caesar op steeds grotere achterstand zou raken, want hij reisde met veel meer soldaten en had onderweg bestuurlijke zaken te regelen.

Caesar en de goden

In Efese stuitte hij op een aanhanger van Pompeius die zich wilde vergrijpen aan de enorme tempelschat:

Caesar ontdekte dat Titus Ampius Balbus geprobeerd had de schat uit de tempel van Diana weg te halen. Hij had alle senatoren uit de provincie opgeroepen om te getuigen voor het bedrag aan geld, maar was door Caesars komst gestoord en op de vlucht gegaan. (Caesar, Burgeroorlog 3.105; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “Caesar opnieuw dictator”

Het Belevi-mausoleum

Het Belevi-mausoleum

Ik had het over de Babylonische Oorlog en mijn oud-docent Bert van der Spek, tevens auteur van het handboek waaraan ik een reeks wijd, herinnert me er terecht aan dat de ambities van Antigonos Eénoog en Seleukos de Overwinnaar niet zó verschillend waren. Ze wilden allebei een zo groot mogelijk gebied regeren, ruwweg zoals Alexander had gedaan, en Seleukos is daarin eigenlijk verder gekomen dan Antigonos. Als er een verschil is, is het dat Antigonos’ poging plaatsvond toen het Alexanderrijk nog iets van een levende herinnering was, terwijl Seleukos het veertig jaar na de dood van Alexander probeerde, toen de verdeeldheid in feite een al voldongen feit was geworden.

Seleukos, die heerste over een groot deel van Azië, kreeg zijn kans in 281 v.Chr., toen hij in een conflict verzeild raakte met Lysimachos, een andere opvolger van Alexander. Deze had vanuit Thracië een rijk opgebouwd rond de Egeïsche Zee. Efese was voor hem een residentie en daar wilde hij worden bijgezet. Zijn grafmonument stond veertien kilometer verderop op de plek die Belevi heet. Hij zou er alleen niet worden begraven.

Lees verder “Het Belevi-mausoleum”

Stedelijke twisten

Inscriptie uit Efese; de donkere delen zijn aanvullingen (British Museum, Londen)

De Historiën van Tacitus behoren tot het indrukwekkendste dat in de Latijnse letteren is geschreven. De auteur vertelt hoe het jaar 69 na Chr. de heerschappij en ondergang zag van de keizers Galba, Vitellius, Otho, Vespasianus en Julius Sabinus. Ook beschrijft Tacitus in detail de bijbehorende militaire conflicten, zoals de Joodse Oorlog en de Bataafse Opstand. Tacitus, die voor alles senator was, focust bij dit alles op de weinig heldhaftige rol van de Senaat en daardoor is des te schokkende wat hij volkomen terloops vertelt: hoe gemakkelijk steden profiteerden van het wegvallen van het centraal gezag om onderlinge vetes uit te vechten. In Gallië heeft Vienne ruzie met Lyon, in Africa trekken Oea en Lepcis tegen elkaar op en vragen daarbij de hulp van de nomadische Garamanten. Tacitus besteedt er weinig woorden aan. Stedelijke oorlogen waren voor hem volkomen vanzelfsprekend.

In vredestijd was dat natuurlijk minder, maar evengoed rivaliseerden de diverse steden. Plinius de Jongere beschrijft in zijn brieven hoe in Bithynië de concurrentie zich had vertaald in te ambitieuze bouwprojecten, waardoor de ene stad na de andere in financiële moeilijkheden kwam.

Lees verder “Stedelijke twisten”

MoM | De Oudheid en de sociale wetenschappen

Reliëf van elf goden, een heros en keizer Theodosius uit Efese (Archeologisch Museum, Selçuk)

Een punt dat in Het visioen van Constantijn enige keren aan de orde komt, is het bestaan van niet-exclusivistische christenen als keizer Severus Alexander, generaal Bacurius en de aristocraat Synesios, die Christus vereerden als een van de vele goden. In onze bronnen wordt veelal wat neergekeken op deze demi-chrétiens (om de Franse term te gebruiken): dit is geen echt christendom, vinden de auteurs van die bronnen, die zichzelf natuurlijk wél beschouwden als recht in de leer.

Het is echter denkbaar dat die niet-exclusivisten lange tijd de meerderheid vormden, dat de mogelijkheid Christus toe te voegen aan de verzameling door jou vereerde goden er altijd was en dat degenen die onze bronnen schreven niet-representatief waren. We hebben domweg de statistieken niet om er veel zinnigs over te zeggen. Wat mijns inziens wel zeker is, is dat de vervolgingen door Decius en Valerianus zich richtten op de exclusivisten, op degenen dus die meenden dat Christus exclusief diende te worden vereerd. Voor de demi-chrétiens was de eis een offer te brengen aan andere goden immers geen probleem. Het was wat je als Romein nu eenmaal behoorde te doen op de feestdagen van je stad.

Lees verder “MoM | De Oudheid en de sociale wetenschappen”

Apollonios van Tyana (2)

Efesos, theater

[Dit is het tweede van twaalf stukjes over de antieke charismatische wijze Apollonios van Tyana, die ik presenteer ter gelegenheid van de verschijning van de door mijn vriendin Simone Mooij gemaakte vertaling van FilostratosLeven van Apollonios. Het eerste stukje is hier.]

In het Leven van Apollonios vertelt Filostratos over een bezoek dat de titelheld en zijn leerling Damis in de winter van 68/69 brachten aan het eiland Rhodos. In de vertaling van Simone Mooij:

Hij stak over met een gunstige wind en dit is wat hij op Rhodos deed. Toen hij het beeld van de Kolossos naderde, vroeg Damis hem wat hij als groter beschouwde dan dat beeld. Hij zei: “Een man die eerlijk en op de juiste wijze naar wijsheid streeft.” (Leven van Apollonios 5.21)

Dit verhaal kan onmogelijk waar zijn. Het enorme standbeeld van de zonnegod, een van de zeven wereldwonderen, was ingestort in 227/226 v.Chr., een kleine drie eeuwen voordat de twee wijsgeren het eilandje bezochten. De verklaring van deze fout is wellicht dat Filostratos twee Apollonii heeft verwisseld: toen hij het eiland bezocht, hoorde hij een bon mot van een Apollonios en identificeerde de spreker met de wijze van Tyana. De “echte” Apollonios zou wel eens de dichter van De Argonauten kunnen zijn geweest, die op het eiland was toen het standbeeld instortte.

Lees verder “Apollonios van Tyana (2)”