De niet-canonieke evangeliën

Gnostische teksten (Neues Museum, Berlijn)

Elke bijbel bevat vier evangeliën: Matteüs, Marcus, Lukas en Johannes. Die gelden als canoniek, wat alleen wil zeggen dat ze voor christenen grote religieuze waarde hebben. Het zegt niets over hun kwaliteit als historische bron. Voor de oudheidkundige is er alle reden om te kijken of er ooit meer informatie is geweest.

Tweede- en derde-eeuws christendom

Ja dus. Enkele evangeliën zijn, met nog meer literatuur, eind jaren veertig in een kruik teruggevonden bij de Egyptische stad Nag Hammadi. Ze hebben namen als Evangelie van de Waarheid, Evangelie van Filippos en Evangelie van Thomas. De vinders hebben later de archeologen verschillende vindplaatsen aangewezen, waardoor onduidelijk is wanneer de boeken zijn verborgen. Deze teksten gelden als gnostisch, een stroming die enkele overeenkomsten en vooral veel verschillen heeft met wat later orthodox is genoemd. De oorspronkelijke teksten (dus niet de kopieën uit Nag Hammadi) lijken geschreven in de tweede of derde eeuw na Chr. Historisch betrouwbare informatie over Jezus vinden we er niet in. Wel informatie over het christendom in het toenmalige Egypte, een van de meest creatieve regio’s van wat een wereldgodsdienst zou worden.

Lees verder “De niet-canonieke evangeliën”

Q (2)

q1[Dit is het tweede van drie stukjes over de Tweebronnenhypothese. Het eerste was hier.]

Dat de evangelisten meer waren geïnteresseerd in de boodschapper dan in zijn boodschap, meer in Jezus zelf dan in zijn leer, werd al in de late achttiende eeuw herkend. In de negentiende eeuw boekte het onderzoek vooruitgang door de ontdekking die bekendstaat als de tweebronnenhypothese. Het woord “hypothese” is overigens wat misleidend, want het is alleen een hypothese in de zin dat alle wetenschappelijke kennis tijdelijk is. De tweebronnenhypothese is zeker niet zonder kritiek maar behoort met de atoomtheorie en de evolutietheorie tot de grootste ontdekkingen van de negentiende eeuw.

Al in de Oudheid was geconstateerd dat de evangeliën van Matteüs, Marcus en Lukas zoveel op elkaar leken dat de auteurs elkaars teksten moesten hebben gekopieerd, samengevat, uitgebreid of op een andere manier bewerkt. Het bleef echter onduidelijk hoe dit precies was gegaan, tot in de negentiende eeuw werd vastgesteld dat de auteurs van Matteüs en Lukas de tekst van het Marcusevangelie hadden overgenomen. Deze constatering staat bekend als “de prioriteit van Marcus” en is aangegeven in het eerste plaatje.

Lees verder “Q (2)”

Q (1)

De leeuw: het symbool van de evangelist Marcus én het wapen van Venetië. Gevelsteentje in Amsterdam (Stromarkt 7).

Het onderzoek naar de historische Jezus is zoals vrijwel al het historische onderzoek: je moet het doen aan de hand van bronnen die eeuwen geleden zijn geschreven en niet met het doel jouw vragen te beantwoorden. De historische Jezus was een Joodse Jezus en de Joodse Jezus was de halachische Jezus – dat wil zeggen dat hij zich, zoals alle religieuze autoriteiten in zijn tijd, bezighield met de juiste uitleg van de Wet om de juiste levenswijze te vinden. De evangelisten, die onze voornaamste bronnen schreven, zijn echter geïnteresseerd in heel andere vragen, zoals wie Jezus was: messias, koning der Joden, zoon van God, pre-existent Woord van God.

Omdat de evangeliën meer in de man dan in diens leer zijn geïnteresseerd, zijn ze te beschouwen als biografieën. Het grootste deel van het leven van de messias uit Nazaret blijft echter onbehandeld: in alle vier staat de laatste week van Jezus’ leven centraal en in alle vier wordt dat aangevuld met verhalen over wat er was gebeurd in de voorafgaande tijd. De evangeliën van Matteüs en Lukas kennen bovendien geboorteverhalen.

Lees verder “Q (1)”

Christelijke disputen

Nikolaas van Myra deelt een herderlijke oplawaai uit tijdens een van de christelijke disputen over de twee naturen van Christus

De Jezus van Nazaret van het Evangelie van Marcus is een menselijke mislukking. In de steek gelaten door zijn leerlingen, gearresteerd, verhoord door de Joodse autoriteiten, beschimpt door de Joden, uitgeleverd aan de Romeinen, verhoord door Pilatus, beschimpt door soldaten, uitgeleverd aan de beul, aan het kruis genageld, beschimpt door de andere gekruisigden, en stervend met de uitroep dat God hem heeft verlaten. Een uitroep die, onverdraaglijk ironisch, verkeerd wordt begrepen.

Blader even verder en lees het Evangelie van Johannes. Proloog: God is mens geworden. Jezus is een god. Blader verder naar het verhoor door Pilatus, en je vraagt je af wie hier eigenlijk terecht staat. Zelfs aan Jezus’ kruisiging zit iets triomfantelijks – hij sterft niet met een kreet vol wanhoop maar met de simpele constatering dat het volbracht is.

Lees verder “Christelijke disputen”

Nog eenmaal: de Jezushoax

De snipper waarom het allemaal te doen is

Het was dus toch een vervalsing, die antieke papyrussnipper met een vermelding van Jezus’ echtgenote. U herinnert zich hoe een maand geleden alle kranten berichtten dat een antieke tekst was gevonden waarin Jezus sprekend werd opgevoerd en het leek te hebben over “mijn vrouw”. Ik blogde er al over, en als u de details wil kennen, moet u dit stuk van Maarten Muns op Kennislink lezen.

De vervalsing is zelfs ontluisterend knullig, want het bewijs dat de tekst in onze eigen tijd is gefabriceerd is wel heel erg simpel: het tekstje bevat een schrijfwijze die teruggaat op een zetfout uit een moderne uitgave van het Evangelie van Thomas. De vervalser wist dus niet wat hij overschreef.

Lees verder “Nog eenmaal: de Jezushoax”