
Het is zondag, de dag waarop ik meestal iets blog over het Nieuwe Testament en probeer uit te leggen dat deze kleine bibliotheek, ongeacht de betekenis die ze heeft voor het christendom, ook met vrucht valt te lezen als verzameling joodse teksten. En omdat ik tevens bezig ben met een reeks filmpjes over oudheidkundige boeken, moet het vandaag maar gaan over een boek over de beroemdste jood van allemaal.
Wetenschap en obscurantisme
Al in de achttiende eeuw begreep men dat de Christus van de kerk en de historische Jezus niet dezelfde zijn. Ik blogde lang geleden al eens over de Jefferson-bijbel, een van de geestigste pogingen om het probleem op te lossen. Niet de best-doordachte overigens. Pas de Duitse geleerden die de Tweebronnenhypothese opstelden brachten het onderzoek werkelijk verder: achter de drie eerste evangeliën gingen maar twee bronnen schuil, aangeduid als P en Q. Waarbij P een aanduiding was voor het evangelie van Marcus, die geacht werd een leerling van P(etrus) te zijn, en waarbij Q een uitsprakenverzameling was.
De volgende complicatie was nu dat de ene bron betrekkelijk laat was en de andere, tja, wel wat leek op een collectie boerenspreekwoorden. In de praktijk besloten Jezus-vorsers vaak te nemen wat ze leuk vonden en weg te laten wat ze niet konden gebruiken. Dat gebeurt nog volop: ik blogde al eens over de kwakgeschiedenis van Reza Aslan en Ronald van Raak, die ondanks zijn obscurantisme jarenlang lid was van de Tweede Kamer. Echt, de pseudowetenschap is niet met Baudet en Van Haga parlementfähig gemaakt.
De negentiende eeuw leverde ook de simpele conclusie dat Jezus een jood was, een conclusie die in antisemitisme kring leidde tot de reactie die bekendstaat als Jezusmythicisme: het christendom was ontstaan uit de heidense culten en Jezus was een mythisch figuur, zeker geen jood. Zoals ik al vaker heb betoogd kreeg dit idee, doordat de universiteiten wetenschappelijke literatuur achter betaalmuren verborgen houden terwijl ze medewerking verlenen aan de digitalisering van verouderde boeken, een onverdiend tweede leven.
Historische Jezus: wat we weten
De discussie over de historische Jezus kent eigenlijk maar een paar zekerheden:
- Jezus was en bleef joods,
- Marcus en Q zijn de bronnen achter Lukas en Mattheüs (en daarnaast hebben we als bronnen het Johannes-evangelie en de diverse brieven),
- Jezus verwachtte het aanbreken van de Eindtijd.
Meer viel er eigenlijk niet te weten, noteerde Albert Schweitzer, dus we moesten de speurtocht maar opgeven.
Waarop hij vertrok naar Lambarene om melaatsen te genezen. Dan ben je een held.
De Dode-Zee-Rollen
De bronnensituatie is sindsdien veranderd. Deels door betere tekstuitgaven, deels door de ontdekking van de Dode-Zee-Rollen, waardoor we twee dingen leerden. Eén, hoe een joods schisma werkte (namelijk langs halachische lijnen). De tekst die bekendstaat als 4QMMT is van de belangrijkste oudheidkundige ontdekkingen van de afgelopen eeuw. Twee, dat Jezus’ opvattingen in het Tempeljodendom pasten als een hand in een handschoen. Dat hij met het jodendom zou hebben gebroken (de “vervangingstheologie”) of niet zou hebben bestaan (pseudowetenschap) is echt onverdedigbaar.
Sinds de ontdekking van de Dode-Zee-Rollen is er een hernieuwde speurtocht naar de historische Jezus. Die wordt gevoerd aan de hand van een stuk of wat goed-doordachte criteria, die ik hier beschrijf. Ze zijn niet alleenzaligmakend maar ze bieden wel een mogelijkheid om tot een intersubjectief oordeel te komen. Dat is een deftige manier om te zeggen dat mensen van alle achtergronden het erover eens kunnen zijn dat een bepaald aspect betrouwbaar is. Een katholiek uit Palermo, een moslim uit Kaboel, een jood uit Mokum en een atheïst uit Oxford kunnen er allemaal mee instemmen dat Jezus een groep rond zich had die bekendstond als de Twaalf: we weten het uit diverse onderling onafhankelijke bronnen en het gegeven dat Jezus’ verrader een van de Twaalf was, is niet iets dat je verzint. Het bestaan van de Twaalf voldoet daarmee aan het “criterium van de meervoudige attestatie” en het “criterium van de gêne”.
Een marginale jood
Het belangrijkste op dit gebied is de inmiddels vijf boeken tellende en derhalve in toenemende mate inaccuraat als “Marginal Jew Trilogy” omschreven reeks van John P. Meier. In het eerste deel behandelt hij de criteria en enkele algemene gegevens, zoals Jezus’ levensdata en de namen in zijn familie. Daarna richt Meier zich op Johannes de Doper en de boodschap over het aanbrekend Koninkrijk God. (Dit is het punt waar u ook Dale Alinson’s Constructing Jesus: Memory, Imagination, and History kunt lezen, dat de Eindtijdverwachtingen in groot detail documenteert.)
Derde deel: de mensen rondom Jezus – de menigten, andere halachische stromingen, de leerlingen, de apostelen, de Twaalf. Het zeer belangrijke vierde deel over Jezus’ halachische opvattingen. En tot slot het vijfde deel, waarin Meier afrekent met de gelijkenissen, waarvan er maar vier voldoen aan de criteria. De rest, inclusief de mooie parabel van de Barmhartige Samaritaan, valt in de categorie non liquet ofwel “we weten het bij de huidige stand van de methode niet”.
Bedenk: dat er in de geesteswetenschappen alleen veranderende perspectieven zouden zijn, is een gemakzuchtig vooroordeel. Er is wel degelijk vooruitgang en die is altijd methodisch van aard. Dus er kunnen betere, intersubjectievere methoden zijn.
Filmpje
Enfin. Als u rechtstreeks naar de conclusies wil: ze zijn hier. Ik schreef zelf ook een boek over het tempeljodendom maar dat is niet langer leverbaar. Ik besprak een en ander in deze podcast en in een filmpje in mijn bloedstollende reeks “Zit een oudheidkundige met de rug naar een boekenkast”.
In het filmpje noem ik een boek dat volgens mij een goede inleiding is tot de bestudering van de Oudheid en het tempeljodendom, en een Jezus reconstrueert op basis van een bron méér dan gangbaar is, namelijk het Thomas-evangelie. Ik vergat de titel te noemen: dat was J.D. Crossans The Historical Jesus: The Life of a Mediterranean Jewish Peasant (1991). Goed boek, alleen is Crossans historische Jezus eerder een filosoof uit de cynische school dan iemand die wacht op de Eindtijd. Ik denk zelf dat zijn beeld niet klopt, maar Crossans boek is wel een van de beste kennismakingen met de oude wereld die we hebben.
Waarom is het een voordeel dat de katholieke clerus ergens geen bezwaar tegen heeft? Mijn primaire reactie is: laat die zich lekker met de eigen zaken bemoeien. Het “geen bezwaar” van de volgende instantie heeft in de 21e eeuw veel meer waarde: “Een katholiek uit Palermo, een moslim uit Kaboel, een jood uit Mokum en een atheïst uit Oxford”.
Nog weer even een stokpaardje berijden. De drie criteria die je noemt kunnen geheel volgens de methodologische regels getest worden. Het criterium van de gene is altijd mooi te illustreren met
https://www.livius.org/sources/content/herodotus/herodotus-on-the-first-circumnavigation-of-africa/
(het is nog steeds onmogelijk zoiets direct terug te vinden op Livius.org – ik heb Bing gebruikt ….)
“These men made a statement which I do not myself believe, though others may, to the effect that as they sailed on a westerly course round the southern end of Libya, they had the sun on their right – to northward of them.”
Wie ten zuiden van Kaapstad naar het westen vaart ziet de zon inderdaad aan de rechterhand. Herodotus maakt zichzelf belachelijk en dat valt het beste te verklaren als die Fenicische zeelui inderdaad het huidige Zuid-Afrika hebben gerond.
Dit punt: “dat er een Koninkrijk Gods op het punt stond aan te breken” voldoet eveneens voortreffelijk aan dit criterium. Wie ooit in een discussie met een jezusmytholoog verzeild raakt (dat is ongeveer even erg als discussiëren met een creationist of een coronabagatelliseerder) kan ik aanbevelen de volgende vraag te stellen: stel dat de Evangelisten en anderen de hele boel uit de duim hebben gezogen, na 70 CE, waarom hebben ze hun grote held dan een voorspelling in de mond gelegd waarvan ze zelf al wisten dat die niet was uitgekomen? Vervolgens kunt u van krekelmuziek genieten.
Je maakt met je voortreffelijke samenvatting(en) trouwens wel antireclame voor JP Meier. Lui als ik ben heb ik genoeg aan jouw filmpje en blogstukjes – plus natuurlijk Israel Verdeeld voor de context waarin Jezus’ leven zich afspeelde. Natuurlijk ben ik net zo bevooroordeeld als iedereen; voor een ongelovige als ik is Jezus van N nu eenmaal niet erg belangrijk. Zoveel heeft hij niet in gang gezet; vanuit historisch-politiek oogpunt (politiek in een ruime betekenis) was Paulus van veel groter belang. Reken er dus op dat ik je aan je belofte zal houden dat je het nog een keer over hem zult hebben. In Israel Verdeeld kwam hij er ook al een tikkie bekaaid af.
(wordt vervolgd)
(vervolg)
Het boek The Historical Jesus dat het Evangelie van Thomas onderzoekt is niet erg duidelijk in beeld. Na drie keer terugspoelen was ik pas zeker van de auteur:
https://en.wikipedia.org/wiki/John_Dominic_Crossan
Volledige titel The Historical Jesus: The Life of a Mediterranean Jewish Peasant. Een dergelijk boek over Paulus zou ik graag willen lezen. Want ik vind biografieën alleen interessant als de hoofdpersoon in zijn/haar historische, culturele, sociale, geografische enz. enz. context is gezet.
Meneer FrankB schrijft ” voor een ongelovige als ik is Jezus van N nu eenmaal niet erg belangrijk”. Welnu, meneer FrankB; u schrijft- en reageert wel heel erg vaak als er een artikel over Jezus van N geplaatst wordt!
Toen ik vanochtend wakker werd had ik het gevoel dat ik snel mijn bed uit moest en jawel, na het starten van mijn pc kon ik direct in de aanval, met alle respect voor Jona die met niet aflatende ijver en kundigheid tal van zinnige blogs publiceert. Ik heb al meer beargumenteerd dat dit soort benaderingen van Jezus in een bepaald opzicht heilloos zijn. Ze zijn vruchten van de Verlichting en hoewel tekst- en schriftkritiek veel goeds hebben gedaan, geven geen antwoord op wie Jezus was/is, hoewel ze dat wel (impliciet) pretenderen. Denk nu niet dat ik vervolgens aan kom zetten met geloofsargumenten, want – hoewel zelf gelovige – die vind ik wetenschappelijk gezien even heilloos. Er wordt steeds de nadruk gelegd op het feit dat Jezus de ‘eindtijd’ verkondigde. Dat is in zekere zin waar, maar het ligt er maar aan wat je onder eindtijd verstaat. Het was in ieder geval niet de eindtijd van Johannes de Doper, een profeet van de oude stempel die dreigde met hel en verdoemenis en ook niet de eindtijd van de massa die hoopte op het definitieve verslaan van de Romeinse bezetter. De eindtijd en ook de prediking van Jezus was van een geheel andere orde en het verbaast mij hoe slecht mensen kunnen lezen. “Mijn Koninkrijk is niet van deze Wereld” (Johannes 18, 36, in het Grieks staat er ‘kosmos’) en “Bekeer u, want het Koninkrijk der Hemelen (Basileia ton Ouranon) is nabijgekomen” (Mattheus 3, 2) zijn mijn inziens sleutelteksten tot het evangelie. Noch de toenmalige massa, noch Jezus’ leerlingen (zie b.v. 1 Korinthe 12, 24) noch de hedendaagse schriftgeleerden schijnen over deze formuleringen heen te lezen of begrijpen ze eenvoudigweg niet en plaatsen ze in een verkeerde context. Je kunt ze wellicht alleen juist interpreteren als je iets begrijpt van mystiek, een verschijnsel waar de wetenschap so wie so weinig raad mee weet.
Ik ben momenteel het boek van de Japanner (sic!) Shusaku Endo (A life of Jesus, 1973, nog in 2018 vertaald in het Nederlands) aan het lezen. Het werk is wetenschappelijk gezien van weinig waarde en ik ben het niet met al zijn opvattingen eens, maar hij gaat tenminste van het juiste standpunt uit. Hij schrijft terecht dat Jezus zich heel alleen gevoeld moet hebben, onbegrepen door de massa die achter hem aan liep (en hem tenslotte ook liet vallen) en onbegrepen door zijn discipelen. Mijn voorlopige conclusie is dat Jezus een volstrekt unieke persoon was die niet in een Joods of ander hokje te stoppen is en zeker geen halachisch. En als je nog een ander, wel wetenschappelijk verantwoord boek over Jezus en het Jodendom wilt lezen, pak dan ‘Als dit uit de hemel is….’ van prof. dr P.J. Tomson (universiteit Brussel) (1997, diverse malen herdrukt).
Je schrijft: “Mijn voorlopige conclusie is dat Jezus een volstrekt unieke persoon was die niet in een Joods of ander hokje te stoppen is en zeker geen halachisch.”
Over de halachische Jezus kan ik je een uitstekend boek aanbevelen: ‘Balk en splinter’ van Dr. Marcus van Loopik. In dit boek gaat hij gedetailleerd in op de (rabbijns) joodse achtergrond van de Bergrede van Mattheus en de ‘Dalrede’ van Lucas.
Jezus die zich niet begrepen voelt door de massa die achter hem aan loopt? Dat komt wel heel dicht in de buurt van Life of Brian.
U bent uiteraard vrij om met Bijbelteksten om te gaan zoals u wilt, dus ook om ze op te vatten als (een oproep tot) mystiek. Maar wat niet kan, is om zo’n uitleg aan Jezus toe te schrijven. Dat hij doelde op een binnenkort aan te breken Koninkrijk van God in de geschiedenis, en dus niet als innerlijke ervaring, wordt bevestigd door álle oudste bronnen (de synoptici, Paulus, Q). Jezus meende in de eindtijd te leven, en riep daarom op tot drastische keuzes, nu het nog kon. Het Johannesevangelie dat u citeert slaat inderdaad een andere weg in. Dat is geen toeval: het dateert uit een latere tijd dan bovengenoemde bronnen, een tijd waarin allengs het besef was doorgedrongen -althans bij wat we vaak de ‘Johanneïsche gemeenschap’ noemen, de sociale groep waarbinnen het Johannesevangele en de (z.g.) Brieven van Johannes ontstonden-, dat Jezus’ aankondiging niet was uitgekomen. In zo’n situatie zijn er twee mogelijkheden om dat probleem op te lossen zonder Jezus’ autoriteit aan te tasten: Ofwel je geeft een andere draai aan Jezus’ woorden dan hij zelf had bedoeld (dat is de oplossing die Johannes kiest), ofwel je blijft volhouden dat dat Koninkrijk nog steeds voor de deur staat; die laatste oplossing vind je bij veel evangelische groeperingen en bij de Jehova’s getuigen. (De meeste mainstream kerken zwabberen zo’n beetje heen en weer tussen beide opvattingen.) Nogmaals: er is niets tegen een mystieke interpretatie van Bijbelteksten, en dus ook niet van de woorden en daden van Jezus. Maar de (historische) Jezus ging het om iets totaal anders.
“Ofwel je geeft een andere draai aan Jezus’ woorden dan hij zelf had bedoeld (dat is de oplossing die Johannes kiest)”. Zo lust ik er nog wel een paar. Wie zegt dat Johannes de woorden van Jezus heeft verdraaid ? Jij zit kennelijk nog steeds gevangen in de traditionele opvattingen waarin je simpelweg vastloopt.
Ik heb geprobeerd uit te leggen dat onze oudste bronnen over Jezus allemaal in dezelfde richting wijzen: Jezus meende in de ‘eindtijd’ te leven; hij beschouwde zichzelf als inaugurator van ‘het koninkrijk van God’ dat binnenkort aan zou breken, en riep op tot inkeer, d.w.z. tot een radicaal andere manier van leven. Alleen dán zou je, wanneer dat het koninkrijk van God aanbrak (en in zijn opvatting zou dat geen jaren meer duren) er toegang toe krijgen. Nogmaals: ál onze oudste bronnen bevestigen bovenstaande schets. De inhoud van de Dode Zee-rollen heeft laten zien dat Jezus daarmee naadloos in het Jodendom van zijn tijd past. Latere bronnen, en het Johannesevangelie is er daar één van, moesten logischerwijs dealen met de realiteit van het niet-aanbreken van dat koninkrijk, en ik heb de twee manieren aangegeven waarop dat in de loop van de geschiedenis is gebeurd. Dat Johannes de woorden van Jezus “heeft verdraaid” is uw formulering en niet de mijne; ik schreef: ‘hij heeft er een andere draai aan gegeven dan Jezus zelf had bedoeld’, en er is geen reden om aan te nemen dat Johannes dat niet volkomen te goeder trouw heeft gedaan. Dat was nl. precies de manier waarop men in de Oudheid omging met teksten die inhoudelijk verouderd waren. (Het idee dat de oorspronkelijke betekenis van iemands woorden de beste interpretatie is, is een modern concept dat in de Oudheid onbekend was. U wilt niet weten, of misschien weet u het juist wel, hoe Paulus Oudtestamentische teksten van een totaal andere lading voorziet dan de auteur bedoelde.)
Bovenstaande is, heel in het kort, wat het historisch onderzoek naar Jezus ons heeft opgeleverd. Gewoon met de wetenschappelijke middelen waarmee we elk personage uit de Oudheid bestuderen. Zijn dat “traditionele opvattingen”, zoals u beweert? Ze zijn inderdaad niet van vandaag of gisteren en sommige zijn al een eeuw oud – maar het heeft nogal lang geduurd voordat ze in de kerkelijke wereld begonnen binnen te druppelen. Maar mag ik u er dan toch op wijzen dat uw mystieke Jezus a) dateert uit de 19e eeuw, en b) door de wetenschap al geruime tijd geleden naar het rijk der pseudowetenschap is verwezen? U zult geen enkele wetenschapper aan uw kant vinden. Nogmaals: u heeft het volste recht uw eigen Jezus te verzinnen en zich daarbij niets van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek aan te trekken. Maar om dan maar zonder enige argumentatie te roepen dat die wetenschap (die ik hier dan maar even vertegenwoordig) vast zit in ‘traditionele opvattingen’ en daarin ‘simpelweg vastloopt’, iets waar u zelf kennelijk (door een mystieke ervaring?) aan heeft kunnen ontkomen… Enfin: mocht u zich ook voor de historische Jezus interesseren, dan sluit ik me van harte aan bij de aanbevelingen van Jona L. Nog een goede zondag gewenst!
I edereen zijn eigen Jezus. Zo gaat het in de wetenschap, iedereen zijn eigen Heraclitus, iedreen zijn eigen Parmenides.
Maar Jezus, dat is toch een bijzonder verhaal. Hij heeft geen geschrift achtergelaten, maar er waren wel discipelen die zijn woord verspreidden. Ik weet er weinig van, maar u geeft ons een context: ten tijde van Jezus geloofden de Joden in het Einde der Tijden, en zo ook Jezus die immers een Jod was. Alle oude bronnen, zegt u, bevestigen dit.
Maar toen Jezus dood was, en volgens getuigenissen uit de dood was opgestaan, gebeurde er niets. Geen Einde der Tijden, geen schallende bezuinen, geen opgestane Jezus.
Het verwondert mij altijd weer dat desondanks het Christendom een wereldgodsdienst werd. Discipelen konden dan nog wel in de kracht van Jezus geloven–zij hadden hem immers persoonlijk gekend– maar hoe is het mogelijk dat de Christenen eeuw na eeuw bleven wachten?
Het lijkt waarachtig op wachten op Godot.
Ik vraag me af of die vroege Christen nu nooit twijfelden, toen er NIETS gebeurde…
Prima opmerking, en reken maar dat er de nodige vroege christenen twijfelden, wanhoopten en hun geloof verloren. De weerslag daarvan kunnen we dan ook heel mooi terugvinden in de wat minder vroege geschriften. In het Johannesevangelie bijvoorbeeld, waar die verwachting van het Einde de Tijden a.h.w. onschadelijk is gemaakt, maar ook al in de latere brieven van Paulus, en zeker in wat we de pseudepigrafische brieven van Paulus noemen: brieven die zogenaamd door hem geschreven zijn maar in werkelijkheid een later (en daarmee wiser & sadder) perspectief vertolken. Bovendien: in belangrijke stromingen van het christendom is die eindtijdverwachting uiteindelijk vrijwel een stille dood gestorven. De opvattingen van het christendom zijn ten slotte niet identiek aan de opvattingen van Jezus. Bovendien speelde wellicht nog een rol de wat we noemen ‘Cognitieve dissonantie’ – maar mijn psychologische kennis is beperkt en er zijn hier vast mensen die daar deskundiger in zijn. Heel kort houdt die theorie in: als een voorspelling niet uitkomt neemt, blijkt het geloof van de gelovige in de juistheid ervan vaak niet af, maar juist tóe te nemen. Mensen blijken in zo’n situatie de neiging te hebben het verhaal waarin ze geloofden aan te passen aan veranderde omstandigheden (Johannes!), veeleer dan in te zien dat ze fout zaten. Per saldo gaan ze dan vaak juist nog veel harder geloven.
“Mensen blijken in zo’n situatie de neiging te hebben het verhaal waarin ze geloofden aan te passen aan veranderde omstandigheden (Johannes!), veeleer dan in te zien dat ze fout zaten. Per saldo gaan ze dan vaak juist nog veel harder geloven.” Cognitieve dissonantie heet dat in de sociale wetenschappen. Al in 1956 bedacht door Festinger en in Nederland is er ooit onderzoek naar de aanhangers van Lou de Palingboer geweest toen hij overleed, hoewel hij onsterfelijk was. Cognitieve dissonantie overkomt ons allemaal weleens.
Het feit dat er niets gebeurde, is een aanwijzing dat Jezus’ leer niet kan zijn verzonnen. Als je een godheid verzint, bedenk je wel iets beters.
En je ziet in de vroegchristelijke teksten de worsteling met de niet-uitgekomen voorspelling. Men was ergens in gaan geloven, men meende te zijn gered van iets – maar waarvan? Je ziet het al bij Paulus.
Ik verwijs nog eens naar Fatal Discord door Michael Massing. Ik ben niet gelovig, maar dat is ook niet nodig om het boek te waarderen. Paulus komt er ook in voor. Er staat dat de scholars nog steeds perplexed zijn over de Brief aan de Romeinen. Eerst zegt Paulus dat het om het geloof gaat en niet om de (Joodse) wet, dan weer dat het om de wet gaat, en dan weer dat het om het geloof gaat. Het is evident dat het erom ging om zich af te zetten tegen het Jodendom. Gezien de desastreuze invloed op de latere geschiedenis is dit conflict van serieus politiek belang geweest. De vraag naar de historische Jezus is dan alleen van belang voor christenen die zich niet kunnen voorstellen dat de opkomst van het Christendom politiek zeer problematisch is geweest, alhoewel gezien de menselijke geest misschien ook onvermijdelijk.
Ik denk niet dat Paulus zich afzet tegen “het” jodendom. Er is sprake van een interne polemiek binnen het jodendom. Die is later, toen er geen sprake meer was van een pluriform jodendom en er maar twee groepen over waren, verworden tot een scheldpartij tussen twee groepen die elk claimden de enige ware voortzetting van het tempeljodendom te zijn.
Iemand noemde “Als dit uit de hemel is” van Peter Tomson. Daarin staat het mooi uitgelegd.
“Ofwel je geeft een andere draai aan Jezus’ woorden dan hij zelf had bedoeld…”
Ja, dat is natuurlijk heel wat anders als:
‘Dat Johannes de woorden van Jezus “heeft verdraaid” is uw formulering en niet de mijne; ik schreef: ‘hij heeft er een andere draai aan gegeven dan Jezus zelf had bedoeld…’
Het is me wat als de wetenschapper zich niet begrepen voelt.
Begrijp ik dat u het verschil tussen “iemands woorden verdraaien” en “ergens een draai aan geven” niet kent? Maar dan zoekt u dat toch gewoon even op?
Het etymologisch woordenboek: Draaien, tormenteren.
Zal dus wel iets te maken hebben met getormenteerd zijn.
Voor de betekenis van een woord of uitdrukking heeft u niets aan een etymologisch woordenboek. Als u daar prijs op stelt leg ik u dat graag een keer uit, maar niet hier en nu want anders word ik getormenteerd. Prettig zondag verder!
Ik ben van mening dat het bestaan van Jezus zoon van Jozef nooit bewezen zal kunnen worden. Het blijft bij constructies, waar blijkbaar alle gezindten mee moeten kunnen leven.
Opmerkelijk vind ik, is dat Josephus 21 Jezussen noemt, waarvan de meesten met naam en toenaam: Jezus zoon van Joiada, Jezus zoon van Damnaeus, Jezus zoon van Gamalas, enz. Velen, zoals Josephus zelf, uit een priesterlijke familie afkomstig. Wil de echte Jezus opstaan?
Als Josephus bekend was geweest met een Jezus zoon van Jozef, dan had hij hem zeker zo vermeld. Voorouderschap en afkomst was voor hem erg belangrijk.
Ik hou het er maar op dat er vele mensen hebben geleefd en nog leven die een vergelijkbare universele boodschap hadden/hebben: heb uw naaste lief en het koninkrijk der hemelen bevindt zich in uzelf. Om zo’n verlichte geest nu te gaan vergoddelijken en smeken om allerlei dingen is een heel ander verhaal.
“Als Josephus bekend was geweest met een Jezus zoon van Jozef, dan had hij hem zeker zo vermeld. ” Ja, als Josephus de naam van Jezus’ vader had gekend, had hij die waarschijnlijk wel vermeld. Maar uit het feit dat hij dat niet doet kunnen we op z’n best opmaken dat hij die naam niet kende. Niettemin identificeert hij Jezus nauwkeurig als onze Jezus van Nazareth nauwkeurig door te schrijven dat deze Jezus een leraar was met veel aanhang, dat hij werd aangeklaagd bij de Joodse leiders, door Pilatus tot de kruisdood was veroordeeld en ter dood gebracht. En, last but not least, dat zijn leerlingen na zijn dood hun verering niet opgaven maar zich ‘christenen’ gingen noemen. Op hoeveel Jezussen is bovenstaande van toepassing?
Hans Overduin schrijft:
‘De eindtijd en ook de prediking van Jezus was van een geheel andere orde.’
En ik kan hem daar geen ongelijk in geven.
Zo lezen we in Lucas 17:21b: “het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik (NBV)” [hē basileia theou entos humōn estin]. In de ‘Evangeliebijbel’ (2009) vertaalde ik die zin als volgt: “Je kunt wel stellen dat het dichtbij is, dat het als het ware onder handbereik is.”
Bij de vertaling van Mattheüs 11:2-16 heb ik gebruik gemaakt van dezelfde context:
“Sinds het optreden van Johannes breekt het Koninkrijk der Hemelen met kracht door. Het Hemels Koninkrijk is bestemd voor degenen die het najagen en er voor willen vechten. Voor degenen die bereid zijn tot het uiterste te gaan.
Want al de profetieën van alle profeten en de wet lopen tot het tijdperk waarin Johannes met zijn prediking begon. En als u geloof hecht aan de boodschap van de profeten neem dan van mij aan dat Johannes de ‘Elia’ is die zou komen. Gebruik je oren om te horen.”
Die ‘eindtijd’ speelt zich dus in de tijd van Jezus zelf af: het Koninkrijk ligt binnen het bereik van zijn leerlingen, vermits die bereid zijn er voor te willen knokken (geestelijk strijd te voeren). Dat voeren van ‘strijd’ begint trouwens al in de Bergrede: “Gelukkig is de mens die zachtmoedig is, want God heeft de aarde voor hem bestemd.”
En in het Onze Vader lezen we: ” Onze Vader die in de hemelen zijt, Uw naam worde geheiligd; Uw Koninkrijk komen; Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.” Ook hier lijkt dat Koninkrijk zich op aarde te bevinden, en is het iets om dagelijks voor te bidden; ‘Laat Gods heerschappij zich op aarde vestigen.’
Misschien bevestigd Psalm 115:16 wel die gedachtegang: ” De hemel is de hemel van de HEER, de aarde heeft Hij aan de mensen gegeven.”
Het is zeer interessant om een idee te krijgen van de historische Jezus van Nazareth. Of van de historische Julius Caesar, of de historische Mohammed. Omdat de geschiedenis zo gelopen is als ze toevallig gelopen is.
Ongetwijfeld een gedreven mens, maar was Jezus uniek of van een geheel andere orde? Ik denk van niet. De tijd was wellicht rijp, maar een andere tijd waarschijnlijk ook en potentiele messiassen genoeg. Welke toevalligheden droegen bij? Zoals de val van Jeruzalem? Paulus?
Een ander dan Jezus had aan het begin kunnen staan van wereldwijde invloed. Een ander mens dan Boeddha evenzo, of een ander dan Mohammed. Geschiedenis vertekent.
Sorry dat ik vandaag weinig meer te bieden heb dan allerlei flauwe vergelijkingen, maar deze is wel heel erg toepasselijk.
https://youtu.be/K3QDDlWmR9Q
Prima verhaal en bloedstollende vlog, maar: er is een maar. Nl dat het een gangbaar misverstand is dat Schweitzer gemeend zou hebben dat van Jezus niet zoveel te weten is, want alle studies over hem zouden meer over hun auteurs zelf dan over Jezus zeggen. De schrijvers projecteren hun tijd en persoon op die van Jezus. Dat stelde Schweitzer inderdaad, maar het weerhield hem er niet van zelf ook een poging te wagen. Schweitzers leraar was een van de belangrijkste verkondigers van de toen recente twee bronnen-theorie. Die aanvaardt hij, maar hij zegt er wel bij dat het onderzoek daarmee alle eieren in één mandje legt. Wat als nu zou blijken dat het Marcusevangelie gemeentetheologie zonder veel houvast in de werkelijkheid is, zoals er veel in die tijd wilden? Dan valt ook onder Mattheus en Lucas de bodem weg. Dat was zijn vraag, en het antwoord was de consekwente eschatologie –het aanbreken van het Rijk Gods stond voor de deur. Over het algemeen houdt Schweitzer zoveel mogelijk van vooral Marcus en Mattheus voor historisch. Maar dat viel niet onverdeeld gunstig uit. Met dit inzicht over de diep apocalyptische Jezus verdwijnt hij achter de horizon, naar zijn eigen tijd en omgeving. Vandaag komt het erop aan dat verlangen naar het Godsrijk met dezelfde kracht te beleven als Jezus. Daarop vertrok hij naar Lambarene. Niet omdat hij weinig van Jezus dacht te kunnen weten, maar geheel integendeel omdat hij meende hem op het spoor te zijn.
Er werd geschreven:
‘Ik heb geprobeerd uit te leggen dat onze oudste bronnen over Jezus allemaal in dezelfde richting wijzen: Jezus meende in de ‘eindtijd’ te leven…’
‘U zult geen enkele wetenschapper aan uw kant vinden. Nogmaals: u heeft het volste recht uw eigen Jezus te verzinnen…’
Maar ondertussen gaan deze ‘bekwame’ wetenschappers geheel voorbij aan teksten die dit beeld ontkrachten. Ik noemde reeds:
Luc.17:21b “het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik”
Matt.5:5 “Gelukkig is de mens die zachtmoedig is, want God heeft de aarde voor hem bestemd.”
Matt.6:10 “ ‘Laat Gods heerschappij zich op aarde vestigen.”
En daar wil ik deze tekst nog aan toevoegen: “U bent niet ver van het Koninkrijk van God” (Marc.12:34).
Getormenteerde zielen die zich hebben ingegraven in hun eigen gelijk en hun opponenten als minkukels beschouwen. Over Cognitieve dissonantie gesproken!
Maar dat ontkracht de bewering dat Jezus in een eindtijd geloofde toch helemaal niet? “Het einde der tijden breekt aan” en “u bent niet ver van het koninkrijk van God” past volgens mij juist uitstekend bij elkaar.
Bedoel je te zeggen dat “U bent niet ver van het Koninkrijk van God” verwijst naar de Eindtijd zoals beschreven in Daniel 9:26 en andere profetieën?
Naar mijn mening wijst deze tekst op het ‘juist interpreteren’ van de Geschriften door de wetgeleerde waar Jezus mee in gesprek was. Het ‘koninkrijk’ is – volgens Jezus – het erkennen van Gods heerschappij op aarde, en je erkent Zijn heerschappij door je aan Zijn (‘normatieve’) geboden te houden. In een zin samengevat: God liefhebben bovenal en uw naaste als u zelf.
@Jona: maar ging die polemiek binnen het Jodendom over de tegenstelling tussen faith en law?
Ja, daar zijn wel aanwijzingen voor. Paulus bleef binnen de kaders van die discussie, al moet aangetekend worden dat hij in meer dan één betekenis “An anomalous Jew” was. (De titel van een boek van Michael Bird.)
Dat thema ligt ook wel voor de hand. Erasmus was de humanistische tegenpool van Luther, hij meende dat je manier van leven (goede daden doen) ertoe deed, volgens Luther was dat irrelevant, en zelfs ongewenst. Dit was de aanzet tot de Reformatie, die Europa in Noord en Zuid heeft gesplitst, nog steeds.
Altijd interessant dit onderwerp. Een aantal personen in het verleden hebben blijvend invloed gehad op de mensheid en de grootste op ethisch/moralistisch terrein zijn wel Mosje, Jesjoea, Gautama, Moehammad en Kung Tze. Bovendien is nog meer ‘oude’ litteratuur zonder bekende auteur zoals de Vedda, Gilgamesj epos en Enume Elisj. Nu staat Jezus weer eens in de schijnwerper.
Ik kan het niet nalaten twee mij zeer geliefde auteurs over dit onderwerp ten sterkste aan te bevelen:
Mijn favoriet Ernest Renan “Vie de Jésus” 1ste druk van 1863, maar vanaf de tweede druk met een paar belangrijke verbeteringen c.q. aanvullingen. Jezus is enkel een historisch persoon, maar wel een van uitzonderlijke kwaliteit vooral op het gebied van de mede-menselijkheid. Er is ook een z.g. populaire uitgave van rond 1900 door Nelson – Calmann-Lévy, maar die mist de voetnoten. Deze noten geven juist een mooi inzicht in de enorme belezenheid van Renan en ik vond het een must voor de referenties. Twee tegengeluiden wil ik u niet onthouden
– Giovanni Papini in zijn boek “De Christus” van 1924: …….van den afvalligen geestelijke Renan is , ofschoon het elken ware christen tegenstaat om zijn dilettantisme, dat beleedigt……. En zo verder. Ik kan u het boek van Papini hartelijk afraden, want het is zonde van de tijd.
– “Blasphémateur Européen” in de encycliek van Paus Pius IX, 1873. Een mooi staaltje van Rome’s optreden tegen de wetenschappelijke wereld.
Een tweede schrijver is Edward Schillebeeckx, weliswaar een theoloog maar tevens een contentieus historicus. Hij geeft telkens duidelijk aan wanneer hij als historicus spreekt en wanneer hij op de theologie overstapt. Geeft zeer uitgebreid informatie over (bijna) alle methoden ook in de tijd. Moeten meer historici doen zoals bijvoorbeeld Fik Meijer met een sterke godsdienstige inslag. Dat is natuurlijk steeds het probleem en dat zie ook bij vele ethici op TV en in de krant terug: de meeste zijn geen ethicus maar gewoon moralist. Wel nu: het boek van Schillebeeckx is “Jezus, het verhaal van een levende” Nelissen Bloemendaal. Neem wel vanaf de 2de druk ter hand , want de schrijver heeft na zijn eerste confrontatie in Rome een belangrijke aanvulling ingelast. Ik heb dit boek met rode koontje gelezen, als u mij toestaat. Voor de liefhebber zijn verder 2de deel “Gerechtigheid en Liefde. Genade en Bevrijding”, 1977 en 3de deel “Mensen als verhaal van God”, 1989 ter beschikking.
met groet!
Robert van der Hall
“Maar ondertussen gaan deze ‘bekwame’ wetenschappers geheel voorbij aan teksten die dit beeld ontkrachten.” Nee, dan doen ze helemaal niet. Integendeel, ze leggen, natuurlijk, ook díe teksten uit. Maar dat doen ze natuurlijk met wetenschappelijke methoden, hoe anders? De resultaten van hun onderzoek vindt u in de wetenschappelijke commentaren. Die zijn voor iedereen toegankelijk, en u mag er gerust ook bij mij eens eentje komen lenen. Dat die resultaten niet stroken met uw persoonlijk geloof is natuurlijk niet leuk, dat begrijp ik heel goed. Maar om dan maar te gaan jokken over (“gaan geheel voorbij aan…”), en te schelden op (“getormenteerde zielen die zich hebben ingegraven in hun gelijk”) wetenschappers die met controleerbare methoden op integere wijze hun werk doen, terwijl u uw eigen gelijk tot dusver slechts hebt “onderbouwd” met een handvol her en der uit hun verband geplukte Bijbelteksten over de betekenis waarvan u blijkbaar nooit de moeite hebt genomen zich te laten informeren… Als ik me ook een misschien wat onprettige -waarvoor excuses- opmerking mag permitteren: u zou, vrees ik, zakken voor het eerstejaars tentamen Nieuwe Testament dat alle a.s. theologen doen. Dat geeft niets, u wilt vast geen theoloog worden. Maar permitteert u zich dan alstublieft ook maar liever geen veroordelende opmerkingen over vakgebieden en methoden waarover u over geen enkele kennis blijkt te bezitten. Mag ik van mijn kant onze gedachtewisseling hiermee beëindigen?
“Maar permitteert u zich dan alstublieft ook maar liever geen veroordelende opmerkingen over vakgebieden en methoden waarover u over geen enkele kennis blijkt te bezitten.”
Laat deze laatste zin van u nu juist mijn kritiek op kwaktheologen zijn; ‘iedereen die hun inzichten niet deelt is een minkukel.’ Prettige dag verder.
Het is opmerkelijk hoe telkens als Jona L. de ‘historische Jezus’ in het licht zet – omtrent zaken die tweeduizend jaar geleden zouden zijn gebeurd, maar waarvan we het fijne niet weten, omdat we te weinig betrouwbare bronnen hebben – de betrokken lezers de gordijnen opzoeken om elkaar vanuit de hoogte met boekrollen te bestoken.
Het is ook opmerkelijk hoe tweeduizend jaar later er nog steeds behoefte is aan geestelijke en materiële autoriteiten die de dwalende mens richting moeten geven. Er wordt meer waarde gehecht aan aaname en geloof dan aan kritisch onderzoek en twijfel. En zo worden de volgers keer op keer door hun leiders bedot – al is het soms met de beste intenties – omdat de ene blinde nou eenmaal de andere leidt.
Als er dan eens iemand iets roept als: ‘heb uw naaste lief, gelijk uzelve!’ dan hebben de meeste mensen geen flauw benul wat dat betekent. Het is toch merkwaardig dat we daartoe middels gebod moeten worden aangezet alsof het hier een regel betreft en niet iets van nature. En helaas zijn op regels uitzonderingen toepasbaar. Dat maakt hypocriet: men beleidt de liefde met de mond, niet met het hart…
Waarom laten we de Boeddha’s, de Jezussen en de Mohammeds niet eindelijk eens met rust? Wat belet ons te ontdekken wat het betekent om zonder geestelijke krukken te leven? Dat betekent dat we op eigen benen moeten staan en in volle verantwoordelijkheid leiding moeten geven aan ons eigen leven.
En wat betekent het dan om zonder geestelijke krukken te leven? Dat is een 19e eeuws thema. Materialisme en nihilisme. Dat is natuurlijk ook zo, maar er zijn mensen die daar niet tegen kunnen. Ik zag een paar dagen terug een stukje van de TV serie “leven voor de dood”, over nogal jonge mensen met suïcidale neigingen. Een vrouw zei: ik vraag mij vaak af wat het doel van mijn leven is. Maar hoezo is er een doel van ons leven? Heeft het leven van een olifant een doel? Is de mens wat dat betreft anders dan een veldmuis of een eend?