Limesmoeheid (3)

De fundamenten van een Romeinse toren bij de poort van het limes-fort te Aardenburg. Op de achtergrond liggen borden waar een link wordt gelegd met de klassieke literatuur.

Ik wees er in mijn eerste stukje op dat het project om de limes te maken tot werelderfgoed een zodanige omslag is in ons denken over de Lage Landen in de Romeinse tijd, dat de voorlichting een tweede lijn behoeft om toekomstige critici de pas af te snijden. Die ontbreekt. In het tweede stukje wees ik erop dat de limes-organisaties een tweede communicatie-infrastructuur scheppen om mensen bij informatie te krijgen, terwijl er al een functionerende infrastructuur is. Het voornaamste effect van het limes-project is verwarring.

En informatie die aan de oppervlakte blijft. De website RomeinseLimes.nl bevat (deels onjuiste) informatie waar een kind iets mee kan, maar die er niet voor zorgt dat een volwassene ontdekt dat de Romeinen belangrijk zijn of waarom de ommekeer in perspectief (van noord-zuid-kijken naar zuid-noord-kijken) een verbetering is. Zo’n website is dus contraproductief en dat geldt voor wel meer projecten rond de limes. Wie een specifieke visie op het verleden wil promoten, en niet wil lijken op een Oezbeekse of Bulgaarse propagandist, zal beter moeten bieden dan momenteel gebeurt. Ik weet dat het klinkt als een hyperbool maar ik ben serieus: zolang de limes-organisaties er niet in slagen de Romeinse tijd als een intellectueel serieus te nemen onderwerp te presenteren, dragen ze vooral bij aan de trivialisering ervan.

Lees verder “Limesmoeheid (3)”

Limesmoeheid (2)

Het skelet van een Germaan die zo onverstandig was al te dicht bij Fort Aardenburg te komen.

Ik wees er in mijn vorige stukje op dat het project om de limes te maken tot werelderfgoed een omslag vormt in ons denken over de Romeinse tijd in Nederland. Ik behoor tot degenen die de voordelen zien, maar dat betekent niet dat ik blind ben voor de tekortkomingen. Ik noemde het ontbreken van een tweede lijn, waardoor het project onnodig kwetsbaar is voor de onvermijdelijke scepsis. Helaas zijn er meer problemen.

Die hebben te maken met het eenvoudige gegeven dat de limessamenwerking eigenlijk nogal raar is. Het behoort te gaan om de grens van het Romeinse Rijk, maar twee van de  belangrijkste militaire locaties in Nederland zijn buitengesloten: Velsen en Aardenburg. Dat komt omdat ze liggen in Noord-Holland en Zeeland, terwijl de limes-samenwerking in handen is van Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland. Daarmee is één ding duidelijk: niet het belang van een adequaat gepresenteerd verleden staat centraal maar iets wat ik, bij gebrek aan beter woord, zal aanduiden als “bestuurlijk gemak”. In dit enorme project, waarin allerlei belangen samenkomen, weegt dus niet het zwaarst dat het publiek belang heeft bij goede informatie.

Lees verder “Limesmoeheid (2)”

Limesmoeheid (1)

De Romeinse vlootbasis van Velsen (Graham Sumner)

Ik herinner me niet waar ik het woord “limesmoeheid” voor het eerst heb gehoord: misschien was het in het Thermenmuseum, misschien in het Rijksmuseum van Oudheden, misschien was het een re-enactor, misschien een archeoloog, een classicus, een historicus. Maar een jaar of drie geleden was het woord er ineens. Het is taalkundig interessant omdat het een typisch spreektaalwoord is dat nauwelijks wordt geschreven. (Wie het op Google opzoekt, ziet twee vindplaatsen: het Taalmeldpunt en deze blog.)

Dit maakt “limesmoeheid” ook wat verontrustend. Er zijn mensen druk met de werelderfgoedstatusaanvraag en er is daarnaast een parallelle realiteit waarin men redenen heeft niet op te schrijven wat men denkt, maar ondertussen wel met elkaar bespreekt hoe moe men is van bijvoorbeeld nieuwsbrieven die beginnen met “Limes! Limes! Limes!” Het limesproject is geïsoleerd en loopt zo draagvlak mis. Dat is voor een project van deze omvang nogal problematisch. Daarover wil ik het vandaag hebben, maar eerst: wat maakt de limes zo speciaal?

Lees verder “Limesmoeheid (1)”

Na de Romeinenweek

Inscriptie uit Herwen: het graf van een soldaat Mallius. In de derde regel zijn onderdeel, het Eerste Legioen. (Valkhofmuseum, Nijmegen)
Inscriptie uit Herwen: het graf van een soldaat Mallius (Valkhofmuseum, Nijmegen)

Afgelopen zaterdag publiceerde De Gelderlander, die zo aandacht besteedde aan de Romeinenweek, een interview dat Vincent Hunink en ik gaven over de Germanen en over hoe de Romeinse auteur Tacitus die woestelingen zag. Één van de reacties kwam van iemand die mailde dat hij het zo leuk vond dat er weer eens wat werd gedaan met Nederland in de Romeinse tijd, met de Bataven en de Germanen.

Ik vroeg mijn correspondent – vriendelijker dan ik het hier samenvat – of hij niet wist dat er momenteel van alles wordt gedaan met Nederland in de Romeinse tijd, dat musea het publiek steeds beter bereiken, dat elk weekend vrijwilligers uitleg geven en dat de overheid het Nederlandse deel van de limes tot werelderfgoed wil maken. Hij schreef, zo merkte ik op, nog wel tijdens de Romeinenweek, terwijl er meer dan vierhonderd activiteiten in het land plaatsvonden. De man antwoordde me dat hij het bij nader inzien eigenlijk wel wist, maar dat het niet ging om wat hij met het tijdvak associeerde. Die woorden illustreren een verdraaid ernstig probleem.

Lees verder “Na de Romeinenweek”