De Latijnse naam van Leiden is Lugdunum Batavorum, “het Lugdunum der Bataven”. Je hoeft geen Latijn te hebben gestudeerd om te weten dat dit onzin is. De stad lag in het grensgebied van twee andere antieke stammen: ten zuiden van de Oude Rijn woonden de Cananefaten, wier hoofdstad lag bij Voorburg, en ten noorden van de Rijn woonden de Kleine Friezen, die als voornaamste centrum een heiligdom hadden in de Velserbroek. Als u dat laatste nog niet wist, hoeft u zich niet te schamen, want de vondsten uit deze antieke cultusplaats zijn nog nauwelijks gepubliceerd. Waar het me nu om gaat is dat u allang weet dat er geen Bataven woonden in Zuid-Holland. Die woonden immers in het grote rivierengebied. Hun hoofdstad was Nijmegen.
Verzinsel
Lugdunum Batavorum is een verzinsel uit de zestiende eeuw. De mensen in onze contreien hadden ruzie met buitenlandse machten. Eerst vocht Gelre tegen Bourgondië. Later vocht de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tegen de Spaanse koning. Zowel de Geldersen als (later) de Hollandse opstandelingen ontwaarden een parallel tussen hun eigen conflict en de opstand van de Bataven tegen de Romeinen. Op historische landkaarten werd het gebied van de Bataven daarom wat vergroot, zodat het grenzen kreeg die ruwweg leken op die van de Republiek. Zo werd Zuid-Holland met terugwerkende kracht Bataafs.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.