Tweemaal vader

Maquette van de tempelcomplex in Jeruzalem (Israel Museum, Jeruzalem)

Nicolaas Matsier was vorig jaar zo aardig me zijn boek over het Oude en het Nieuwe Testament toe te sturen, Mooi boek, die Bijbel!, Het is een verzameling korte stukken over de joods-christelijke literatuur, waarbij Matsier vooral let op het literaire aspect. Vaak ziet hij de dingen heel scherp. Neem het volgende beroemde verhaal uit het Evangelie van Lukas:

Jezus’ ouders gingen jaarlijks voor het pesachfeest naar Jeruzalem. Toen hij twaalf jaar was, maakten ze weer hun gebruikelijke pelgrimstocht. Na afloop van het feest vertrokken ze naar huis, maar Jezus bleef in Jeruzalem achter zonder dat zijn ouders het wisten. In de veronderstelling dat hij zich bij het reisgezelschap bevond, reisden ze een hele dag voordat ze hem overal onder hun verwanten en bekenden begonnen te zoeken. Toen ze hem niet vonden, keerden ze terug naar Jeruzalem om hem daar te zoeken. Na drie dagen vonden ze hem in de tempel, waar hij tussen de leraren zat, terwijl hij naar hen luisterde en hun vragen stelde. Allen die hem hoorden stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden. Toen zijn ouders hem zagen, waren ze ontzet, en zijn moeder zei tegen hem: “Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.”

Maar hij zei tegen hen: “Waarom hebt u naar me gezocht? Wist u niet dat ik in het huis van mijn vader moest zijn?”

Maar ze begrepen niet wat hij tegen hen zei. Hij reisde met hen terug naar Nazaret en was hun voortaan gehoorzaam. Zijn moeder bewaarde alles wat er met hem gebeurd was in haar hart. (Lukas 2.41-52; NBV21)

Lees verder “Tweemaal vader”

Bijbel met bijdragen

bijbel

Toen Leo Oppenheim in 1964 zijn beroemde boek Ancient Mesopotamia publiceerde, gaf hij het een programmatische ondertitel: Portrait of a Dead Civilization. Daarmee gaf hij aan dat de Oudheid voor ons wezensvreemd is en dus ten diepste onkenbaar. Dat geldt niet alleen voor Mesopotamië. Een andere bekende oudheidkundige, Moses Finley, typeerde het oude Griekenland als “desperately foreign”.

Het is allebei een tikje overdreven. Emoties als geluk, woede, weerzin, angst, verdriet, verrassing en minachting zijn universeel. Uitingen daarvan zijn dus te begrijpen. Dat gezegd zijnde, het is makkelijk de afstand tussen ons en de Oudheid te onderschatten. Levend in een postindustriële samenleving herkennen wij nauwelijks welke grenzen de landbouw stelt aan de economie – en dus aan elke menselijke activiteit. Hongersnood is ons vreemd. Al even vreemd is het voor ons dat informatie destijds nauwelijks controleerbaar was. Wij snappen niet waarom religie draait om geofferde dieren. Wat een zuigelingensterfte van tegen de 35% is, weten we gelukkig ook niet. Allemaal onkenbare zaken die het rechtvaardigen de Oudheid te typeren als dead civilization.

Lees verder “Bijbel met bijdragen”

Zomaar wat boeken

Ik had vandaag eigenlijk willen bloggen over archaic survivals. Het is immers maandag en mijn methodologische blogjes plan ik nu eenmaal voor die dag. Alleen klikte ik het stukje vrijdag al weg en staat het nu al online. Dus ik blog maar even over het dichtstbijzijnde onderwerp dat voorhanden is. Dat zijn de boeken tussen bureau en bed.

Signalementen dus van wat ik nu aan het lezen ben. En voor het goede begrip: signalementen zijn geen recensies, zelfs al geven onze kranten tegenwoordig slechts 700 woorden voor wat ze recensie noemen. Degenen die geen zin hebben in onbenullige signaleringen dat boeken bestaan, hoeven niet verder te lezen. Hun bied ik een leuk muziekje.

Lees verder “Zomaar wat boeken”