Ramones (of zo)

Laten we er geen doekjes om winden, Twitter is soms niet te verdragen omdat nogal wat gebruikers vooral bezig zijn te controleren of anderen wel voldoende verontwaardigd zijn over onderwerpen waarover ze blijkbaar verontwaardigd moeten zijn. Ik zal daarop geen uitzondering zijn. Maar soms gebeurt er iets aardigs, al had het vanmorgen een aanloopje nodig.

Eerst was er Marcel Hulspas, de auteur van het zo verschrikkelijk ten onrechte door alle boekenbijlagen genegeerde Uit de diepten van de hel, die nog probeerde verontwaardigd te zijn:

Beste Pauw, als je Meiland niet kent kom je niet direct van een andere planeet. De oogkleppen af, graag.

Omdat ik werkelijk niet wist wie of wat Meiland was, vroeg ik:

Lees verder “Ramones (of zo)”

1-2-3-4 Ramones

Een paar jaar geleden realiseerde ik me ineens dat de Ramones op mij het effect hebben van een ijsjeswinkel. Ik word er blij van. Veel wist ik echter niet van mijn nieuw-onderkende muzikale voorkeur, dus ik besloot er het een en ander over te lezen: de autobiografie van Johnny Ramone, de herinneringen van de familie van Joey Ramone, het boek waarmee Marky Ramone zich presenteert als dé drummer van de band en het meelijwekkende verhaal van Dee Dee Ramone. Een psychopathische gitarist, een zanger met dwangstoornissen, een alcoholistische drummer en een heroïne-verslaafde bassist. Eeuwig ruzie. De enige normale Ramones waren de eerste en derde drummer Tommy en Richie, die de heksenketel allebei voortijdig vaarwel zegden.

Het zou de heren, die zich graag wat dommer voordeden dan ze waren, bepaald hebben verbijsterd als ze wisten dat ik bij het lezen van de verhalen van Joey en Dee Dee steeds weer moest denken aan de mythe van Prometheus: de Griekse godheid die de mensheid het vuur gaf en daarvoor een lange, pijnlijke straf kreeg. De Ramones vernieuwden de muziek maar Joey en Dee Dee betaalden daarvoor een te hoge persoonlijke prijs. Dat is ook de boodschap van het stripverhaal One, Two, Three, Four Ramones van Bruno Cadène, Xavier Bétacourt en Éric Cartier.

[Hierna wat spoilers.]

Lees verder “1-2-3-4 Ramones”

Bonzo Goes to Bitburg

Op 5 mei 1985 – drieëndertig jaar geleden – brachten Ronald Reagan en Helmut Kohl een bezoek aan het militaire ereveld te Bitburg. Het leek zo’n goed idee: twee politici, één namens de democratische republiek in de voormalige nationaalsocialistische staat en één namens de bevrijders, zouden zich hier symbolisch verzoenen.

Wat helaas over het hoofd was gezien, was dat op Bitburg negenenveertig SS-ers lagen begraven. Er volgde een enorme rel en het werd er niet beter op toen Reagan opmerkte dat de gesneuvelde SS-ers eigenlijk net zo goed oorlogsslachtoffers waren geweest. Alle ophef leidde er – als ik het me goed herinner – uiteindelijk toe dat er geen kransen werden gelegd en dat de verzoening beperkt bleef tot een handdruk.

Lees verder “Bonzo Goes to Bitburg”

Tomorrow the world

Het is volkomen terecht dat alle kranten vol staan over het overlijden van Prince, maar ik vind het toch fijn u eraan te herinneren dat het vandaag veertig jaar geleden is dat de eerste elpee van de Ramones uitkwam. Die heette, heel origineel, Ramones en ik ga u nu niet uitleggen waarom die elpee zo belangrijk was. Dat leest u hier maar. De Volkskrant had er gisteren een mooi stuk over en als andere kranten er eveneens aandacht aan hebben besteed, dan heb ik dat gisteren niet gezien.

Lees verder “Tomorrow the world”

Marky Ramone (2)

Zoals ik eerder vandaag aangaf, is de autobiografie van Marky Ramone, Punk Rock Blitzkrieg, een tof boek. Voor een deel komt het doordat Marky, anders dan zijn collega’s, interesse heeft in de wereld om hem heen. Of het nu gaat om een jeugdherinnering aan de vlucht van John Glenn of om een bezoek met zijn echtgenote aan het Louvre of om een roman van Kurt Vonnegut: hij kan zijn eigen verhaal plaatsen in een wijdere context, wat de leesbaarheid aanzienlijk bevordert.

Een tweede troef: hij geeft de lezer een hoop mee over zijn vak. Hij legt uit waarom Ringo Starr een goede drummer was en waarom Keith Moon en John Bonham hem inspireerden. Je begrijpt waarom het afstellen van een drumstel moeilijker is dan het stemmen van een gitaar. Marky vertelt hoe hij anders speelde dan Tommy:

Lees verder “Marky Ramone (2)”

Marky Ramone (1)

Een tijdje geleden realiseerde ik me dat ik altijd vrolijk word van de muziek van de Ramones. Ik bekeek een bekende documentaire, grasduinde eens wat en raakte geboeid door het contrast met een andere band uit die tijd, The Clash. Over het politieke engagement en de ernst van die laatste band bestaat geen twijfel. De Ramones leken er daarentegen, zoals Joey Ramone het verwoordde, vooral op uit de lol terug te brengen in de rock ’n’ roll. En dus speelden ze de rol van freaks, stripfiguren. Dat deden ze echter weer zó intens dat ik me afvroeg of het niet allemaal even serieus was als bij The Clash.

Daarom besloot ik er eens wat boeken over te lezen. Ook om wat meer te weten te komen over de wijze waarop een stelletje ongeregeld erin slaagt zichzelf te overstijgen en, ondanks een hoop geruzie, ruim tweeduizend keer een dijk van een concert neer te zetten. Kijk nog even hier om te weten hoeveel energie tot ontlading kwam.

Lees verder “Marky Ramone (1)”

Wonderful world

Kort voor zijn dood in 2001 nam Joey Ramone het materiaal op voor een solo-LP, die na zijn dood zou uitkomen. Daarop stond ook deze cover van Louis Armstrongs beroemde What a Wonderful World.

Het clipje, gemaakt door Joey’s broer Mickey Leigh, is geschoten in de New Yorkse straat Bowery, waar CBGB zat, de club waar de Ramones jarenlang optraden. De ingang is te zien in het openingshot.

Ramones Family Values (2)

“The Eagles and the Captain and Tennille ruled the airwaves,” zoals Joey Ramone de muziek van de jaren zeventig samenvatte. Ergens in Apeldoorn vond ook ik het drie keer niks, maar in de nieuwbouwwijk Zevenhuizen kregen wij niet mee dat “the Ramones were the answer to that”. Het enige wat we over de muzikale revolutie vernamen was het krantenbericht dat de leden van Blondie na een opgetreden in Paradiso een handdoekenautomaat hadden gemold. Een handdoekenautomaat! Kapot!

Terwijl TopPop ons dwong te luisteren naar de gelikte muziek van Boney M, Earth & Fire en de Village People (alsmede de Eagles en Captain and Tennille), waren de Ramones in New York teruggekeerd naar de basis. Simpele muziek waar je vrolijk van werd. Niet meer, niet minder. “We brought the fun back, which had been absent for years. ” Zanger Joey Ramone was op dat moment al een van de archetypische helden van de punk rock.

Lees verder “Ramones Family Values (2)”

Dee Dee Ramone

Mashhad. Ik sta, genietend van het voorjaarszonnetje, op iemand te wachten bij een van de poorten van het mausoleum van Imam Reza, het grootste islamitische heiligdom van Iran (volgens Iraniërs: van de hele wereld). Er heerst een gezellige drukte, waarin er zelfs bij de geestelijken, die meestal lijken te doen wie het ernstigst kan kijken, een ontspannen glimlach vanaf kan. Er klinkt mooie muziek, die bizar contrasteert met het boek dat ik aan het lezen ben: Lobotomy, de autobiografie van Dee Dee Ramone. Ondertitel: Surviving the Ramones.

Het is een alleszins lezenswaardig boek, maar je moet niet alles geloven wat Dee Dee vertelt. Zo herinnert hij zich van zijn solo-elpee Standing in the Spotlight dat de pers het een “great party album” noemde en constateerde dat Dee Dee de Beastie Boys het nakijken gaf. Dit is, zo het al werkelijk is geschreven, niet representatief voor wat andere recensenten schreven: ze kraakten het af als wanproduct.

Lees verder “Dee Dee Ramone”

Johnny Ramone

Ik schreef er een tijdje geleden al over, over de Amerikaanse band The Ramones, die in de jaren zeventig de rockmuziek terugvoerde naar haar wortels: geen eindeloze gitaarsolo’s, geen invloeden vanuit de blues, muzikale eenvoud, een rechttoe-rechtaan-presentatie en een volume waarmee je je ouders op de kast kon jagen. Rock ’n’ roll is in laatste instantie gewoon een vorm van alles-of-niets-heid, die in andere tijden Sturm und Drang zou zijn genoemd.

Dat kan beangstigend overkomen. De broer van Joey Ramone, Mickey Leigh, haalt in zijn boek I slept with Joey Ramone herinneringen op aan het leven van de zanger en vertelt hoe in de buurt waar ze opgroeiden, Forest Hills, in de jaren zestig verschillende bands speelden die grote indruk maakten. Eén daarvan heette The Tangerine Puppets en was waanzinnig populair, maar de kinderen werden gewaarschuwd voor een van de leden, Johnny Cummings. Ofwel Johnny Ramone, die in zijn autobiografie Commando zijn eigen visie geeft op – onder andere – die reputatie.

Lees verder “Johnny Ramone”