Brief aan een student

Sint-Isidorus van Sevilla, beschermheilige van het internet

Geachte […],

Zojuist heb ik uw mailtje ontvangen. U vertelt me dat u werkt aan een scriptie en hebt vragen over informatie die u vond op mijn website. Eén van uw docenten vond het citeren van die website in orde, de tweede vond van niet en nu vraagt u toelichting op wat ik heb geschreven.

Die vraag verbaast me. U mailt mij via een pagina waarop ik heb aangegeven dat studenten van een oudheidkundig vak weinig hebben te zoeken op het internet. Ik citeer mezelf:

Do you need help for an assignment? Please first check the library! Although the internet offers many resources, it cannot yet be a substitute for a visit to the library.

Uw tweede docent heeft dus gelijk. Mijn website is er niet voor studenten. Op verzoek van de universiteiten, die merkten dat studenten mijn stukken kopieerden en als werkstuk indienden, ontbreken namelijk verwijzingen naar vakliteratuur. Ik had dat verzoek van de universiteiten beter kunnen negeren, maar gedane zaken nemen geen keer en mijn website is ongeschikt om te gebruiken voor bijvoorbeeld uw scriptie.

Meer in het algemeen geldt dat voor het gehele internet. Een student klassieke talen, een student archeologie of een student oude geschiedenis vindt alleen iets van waarde achter de academische betaalmuren. Dat de eerste van uw twee docenten u toch toestaat op Livius.org te kijken, illustreert een schokkend (maar helaas niet uniek) gebrek aan inzicht in academische kwaliteitsstandaards. Het beste advies dat ik u kan geven – in het belang van uzelf, uw universiteit en de gemeenschap – is dat u contact opneemt met de tweede docent om een klacht in te dienen over zowel de betrokkene als de faculteit die hem of haar heeft aangesteld. De rector magnificus, die de zaken informeel kan onderzoeken, zal uw waarschuwing voor het dalende niveau zeker op prijs stellen.

Tot slot: het is een goed gebruik om, wanneer we onbekenden aanschrijven, de beleefdheidsvorm te gebruiken. Ik adviseer u de rector aan te spreken met “u” en niet op de wijze waarop u zich tot mij richtte. Academische bestuurders houden er namelijk niet van te worden aangesproken met “hé”.

Met vriendelijke groet,

Jona Lendering

Deel dit:

12 gedachtes over “Brief aan een student

  1. Manfred

    Hé is het nieuwe Gij. Ook handig als voor- of tussenvoegsel zoals in Hédelachtbare en Welhédelgestrenge.

  2. Gherardus Havingha

    En dit lijkt me toch alleen nog maar een symptoom van veel ergere dingen.

    Ik heb op de “onderwijspartij” gestemd, die nu betrokken is bij de kabinetsformatie, ben benieuwd.

  3. mnb0

    Geldt niet alleen voor oudheidkunde. Niets dan lof voor de verschillende natuurkundesites en voor de natuurkundepagina’s op Wikipedia, maar ze zijn alleen geschikt als inleiding, om een eerste indruk te krijgen.
    Eigenaardig genoeg laat je zien dat dat ook voor jouw websites geldt. De student dient expliciet te formuleren waarover hij toelichting wil en vervolgens met deze onderzoeksvragen de bibliotheek in te duiken. Hij/zij zou jouw nog kunnen vragen om een literatuurlijst betreffende die vragen. Dan kan hij jouw websites nog vermelden als inspiratiebron in zijn inleiding.
    Tim Krabbé, schaker, wielrenner en schrijver, heeft soortgelijke ervaringen als jij gehad, inclusief “informeel” taalgebruik. Het nieuwe aan jouw geval is de docent die dit goedkeurt. Uiteindelijk komt het er op neer dat deze student een ander (in dit geval jou) zijn/haar scriptie wil laten schrijven. Want reken er maar op dat jouw niet gegeven toelichting letterlijk in de scriptie terecht was gekomen.

  4. Beste Jona,

    Die reactie vind ik wel heel erg streng. Wat je vooral nodig hebt als je op internet naar informatie zoekt (al dan niet wetenschappelijk) is een goede bullshit-detector. Daar zijn er vele van in omloop; toegespitst op klimaatverandering schreef ik deze bijvoorbeeld: https://klimaatverandering.wordpress.com/wie-heeft-gelijk/

    Tegen een student zeggen dat bronnen op internet per definitie niet gebruikt mogen worden is een beetje de baby met het badwater weggooien naar mijn idee. En het ontneemt ze een belangrijke les om te leren, namelijk om de betrouwbaarheid en het waarheidsgehalte van een bron op internet goed op waarde te leren schatten. Dat is een ontzettend belangrijke les in mijn ogen.

    In blogs komen vaak ook zaken aan de orde die in de wetenschappelijke literatuur nauwelijks aan bod komen, of zaken worden er op een duidelijkere manier uitgelegd, of meer in context geplaatst van de actualiteit, enz. Ze dienen een ander doel, en kunnen derhalve ook aanvullend zijn op de literatuur als je in een bepaald onderwerp wilt duiken.

    Dat peer-reviewed artikelen wat kwaliteitsborging ook niet zaligmakend zijn bewees een studentenessay dat ik vorig jaar onder ogen kreeg, en dat sterk leunde op een artikel waarin werd betoogd dat plaattektoniek (tijdschaal miljoenen jaren) ENSO (tijdschaal 3-7 jaar) beinvloedt. Bij het lezen daarvan hadden alarmbellen bij de studenten moeten afgaan (klopt dit wel? Is dit wel logisch? Hoe verhoudt zich dit met wat we geleerd hebben over plaattektoniek en ENSO?). Ik heb ze de kans gegeven om het bewuste artikel kritisch te beoordelen in het licht van andere relevante literatuur. Dit was achteraf volgens mij een goede les voor de studenten.

    Bart

    1. Misschien ben ik wat al te streng, maar niemand kan werkelijk denken dat een website zonder literatuurvermelding bruikbaar is voor academische doeleinden. Als een docent dat werkelijk meent, kent ‘ie de kwaliteitsstandaards niet.

      En dat is een serieus probleem in mijn vak. Dit geval is niet uniek: het is niet voor het eerst dat ik hoor dat een docent middelbare school-stof goedkeurt. Het niveau is sterk verlaagd en wat het erge eraan is, is dat er allemaal officiële stukken staan waarin het tegendeel wordt beweerd.

  5. habus

    Wel wat stevig ingezet, naar mijn mening. Elke jongvolwassene die kiest voor een vak als (kunst-)geschiedenis of archeologie moeten we aan onze borst sluiten en niet te hardvochtig bejegenen. Misschien ben jij, Jona, wel hoogstpersoonlijk degene die hem of haar heeft geïnspireerd tot dit carrierepad. En nog even over de quote. Je brengt zelf een belangrijke nuance aan: Internet is geen vervanging voor de bibliotheek, maar biedt wel veel informatiebronnen. Prima toch?

    Zoals de grote literator Frank Boeijen al zei: denk niet wit, denk niet zwart….

  6. Knotwilg

    Stel dat de scriptie een geschreven bron vermeldt die zelf geen bron vermeldt? Of X vermeldt Y en Y vermeldt Z maar Z vermeldt niks? Of X vermeldt Y en Y Vermeldt X? Moet/kan bronvermelding oneindig zijn en hoe weet je dat ze niet circulair is?

    Het belangrijkste lijkt me dat een wetenschappelijke studie zijn bronnen vermeldt en dat er een inschatting bestaat van de betrouwbaarheid van die bron.

    Verder hoop ik dat de student bij zijn petitie tot ontslag jou niet vemeldt als bron inzake jurisprudentie.

  7. Marcel Meijer Hof

    Stevig, hoezo ? Blijkbaar had het jongmensch zelfs nog niet geleerd om iemand correct te benaderen. Die mag heus wel even worden wakker geschud. De eerste dingen die ik leerde in de Academische context waren bronnenkritiek, bronnenkritiek en bronnenkritiek. Toch zag je toen al de middelbare school voorzichtig om de hoek gluren.

      1. Zoals eerder gezegd is deze blog het beste als de auteur woorden geeft aan zijn woede. Die woede is bovendien van meer mensen dan Jona alleen, al is dit voor mij geen herkenbare kwestie.

  8. Erik Hofmans

    Als je iets verandert aan je abonnement op deze blog, krijg je een verzoek om die verandering te bevestigen. De aanhef van dat verzoek luidt – inderdaad – niet ‘hé’, maar ‘hoi’.

Reacties zijn gesloten.