
Over een paar dagen begint de lente. In Iran en enkele omringende landen is dat ook het begin van het nieuwe jaar. De gebruiken bij “Now Ruz” variëren van streek tot streek, maar meestal stelt men in elk geval een tafel op met zeven gelukbrengende voorwerpen waarvan de naam begint met een s, en wisselt men cadeautjes uit. Een vriendin van me zal er binnenkort op deze plaats over schrijven.
Iraniërs denken graag dat het feest al vele eeuwen oud is en dat is zeker niet uitgesloten. In elk geval werd het begin van de lente al heel lang geleden gevierd en waren antieke astronomen erop gebrand een kalender te ontwikkelen waarin de twaalf of dertien manen zó in een zonnejaar werden geplaatst dat het begin van het kalenderjaar zo dicht mogelijk bij het begin van de lente werd geplaatst. Ik blogde er al eerder over.

Er wordt wel geopperd dat de oude Perzische koningen Now Ruz vierden in hun residentie Persepolis. De reliëfs langs de trappen naar de troonzaal tonen een indrukwekkend defilé. Aan de rechterzijde staan Perzische hovelingen, van de linkerzijde komen vertegenwoordigers van de verschillende provincies aanlopen, en in het midden bevond zich ooit een afbeelding van koning Darius, gezeten op een troon van lapis lazuli. Dit deel is al in de Oudheid verwijderd en begraven, maar archeologen hebben het teruggevonden en even verderop opgesteld.
Het reliëf toonde achter de grote koning de kroonprins Xerxes, een belangrijke religieuze leider, de koninklijke wapendrager Gobryas en twee schildwachten. De man die komt aanlopen en iets buigt is Farnakes, het hoofd van de hofhouding en de kanselarij. Hij kondigt het begin van het defilé aan.

De bezoekers dragen hun lokale klederdracht en brengen geschenken. Zo zien we Ethiopiërs met olifantenslagtanden, Grieken met balen wol, een Armeniër met een kruik, Baktriërs met een kameel en een Indiër met een paar flacons vol goud. Ieder benaderde de vorst op zijn eigen wijze. Sommigen hadden het voorrecht wapens te dragen, anderen hoefden geen diepe buiging te maken, en weer anderen, zoals Farnakes, hadden het recht een staf te dragen. De grote god Ahuramazda had de wereld immers met allerlei soorten mensen geschapen en had Darius gemaakt tot koning van al die mensen: door de verschillen te benadrukken toonde de heerser niet alleen dat hij vele volken bestuurde, maar ook dat hij de door God gewilde variëteit beschermde.
Of het cadeautjesfeest in Persepolis identiek was aan het nieuwjaarsfeest, is niet zeker. We weten niet op welk moment in het jaar men naar Persepolis kwam om geschenken uit te wisselen. Wel staat vast dat het een beetje leek op ons Prinsjesdag, omdat de koning de beleidsvoornemens voor het volgende jaar bekendmaakte aan vertegenwoordigers van het volk. De symboliek daarvan is dat de onderdanen het gezag van de regering erkennen en in ruil goed beleid krijgen: het “sociaal contract”, zoals men dat noemt. Ook het Perzische Rijk kende zo’n ruil, die werd gesymboliseerd door het uitwisselen van geschenken.
Althans, dat zijn de officiële ficties. Maar wij hebben nog een andere band met onze overheid: de belasting. Ook die kenden de oude Perzen. De bezoekers die geschenken kwamen ruilen met hun vorst, kwamen binnen door de Poort van Alle Naties, en die had twee uitgangen. Door de ene liepen de delegatieleiders naar de troonzaal, maar de rest van het gezelschap kon kilo’s edelmetaal door de andere uitgang dragen, linea recta naar de koninklijke schatkamer.
Bestaat er een verband tussen de Drie Koningen en deze optocht van Perzische Nieuwjaarsgeschenken? De wijzen uit het Oosten (Magoi!) arriveren tenslotte aan het begin van het Nieuwe Jaar om tribuut te brengen aan Christus als Koning der Joden.
Wat een leuke gedachte! Ik heb er nooit zo bij stil gestaan!