Moe op een hotelkamer in het westelijkste deel van Beiroet. Uiteraard begonnen met een bezoek aan het Nationaal Museum, dat een van de allermooiste oudheidkundige collecties ter wereld heeft. Desondanks waren we de twee uur die we er doorbrachten de enige bezoekers. Ik weet dat het gruwelijk snobistisch klinkt, maar we hebben onder meer foto’s gemaakt van voorwerpen waarvan we geen scherpe foto’s hadden. Ideaal voor onderwijsdoelen.
Een nieuw-tentoongesteld voorwerp is een inscriptie van de Herodiaanse vorsten Agrippa II en Berenike. De inscriptie noemt broer en zus als degenen die een gebouw, opgericht door hun voorvader Herodes, hebben voorzien van marmeren decoratie en zuilen, maar bevat ook een curieuze titel: ze zijn kinderen van de “grote koning” Herodes Agrippa I. Deze oosterse aanduiding is in Latijnse inscripties uit de eerste eeuw, voor zover ik weet, ongebruikelijk. Op de naam Herodes volgen nog enkele onbegrijpelijke letters, die doorgaans worden gelezen als een verkeerd gespeld woord voor “voorvader”, maar zover ik kon zien zijn de twee eerste letters PP, pater patriae, een meestal voor keizers gebruikte aanduiding.
Het plaatje dat ik bijvoeg is het stadswapen van Beiroet. Dat wat een drakar lijkt stelt in feite een Fenicisch scheepje voor. Op de zeilen staat Berytus nutrix legum, “Beiroet, voedster van de wettten”. Het is de antieke eretitel voor de stad, waar een belangrijke rechtsschool was gevestigd. (De woorden komen, als ik me goed herinner, uit de Constitutio Omnem, de proloog van de Digesten, maar dat kan ik in een hotelkamer met haperend internet niet controleren.)
Toen keizer Justinianus in de zesde eeuw het Romeinse recht herorganiseerde, gebruikte hij manuscripten van de academie uit deze stad. Dit betekent dat wat wij denken dat het Romeinse recht was, in feite het recht was zoals het hier gold; je kunt het dus niet zonder meer gebruiken als bewijs voor bijvoorbeeld de positie van de vrouw elders in het imperium. (Ik noem dit voorbeeld omdat ik wel eens vragen heb gehad over het leven van Bataafse vrouwen en het niet uitgelegd kreeg dat vele honderden kilometers en vier eeuwen Romeins Nijmegen scheiden van Byzantijns Beiroet.)
In de Middeleeuwen voerde keizer Frederik Barbarossa het Romeins recht weer in het Duitse Rijk in. Dat heeft zijn sporen nagelaten in het Europese recht en in die zin is het recht van Beiroet ook een van onze erflaters. Onze wereld verandert er niet echt door, en diep inzicht krijgen we ook niet nu we dit weten, maar een piepklein worteltje van de westerse beschaving komt uit Libanon.
“het niet uitgelegd kreeg …..”
Dat bewijst dat je vragenstellers mensen waren. St. Petersburg lijkt veel dichter bij Moskou te liggen dan Parijs bij Amsterdam. Ik veronderstel dat voor tijd hetzelfde geldt – de eerste eeuw lijkt dichter bij de vijfde te zijn dan 1614 bij 2014.
“Dit betekent dat wat wij denken dat het Romeinse recht was, in feite het recht was zoals het hier gold; je kunt het dus niet zonder meer gebruiken als bewijs voor bijvoorbeeld de positie van de vrouw elders in het imperium.”
Serieus. Ik weet hier te weinig van, maar Justinianus maakte wetten die lokaal waren? Ik zou toch denken dat deze wetten al jaren nagenoeg hetzelfde waren in de rest van het Romeinse rijk, want gebaseerd op eindeloze wetswijzigingen tijdens de Romeinse periode. Wat zou de reden zijn geweest dat Justinianus zijn ‘nieuwe’ wetten baseerde op wetten die NIET hetzelfde waren als wat er in de rest van zijn rijk gebruikelijk was?
Ik denk dat Justinianus deed wat Theodosius eerder deed – codificeren in één werk wat in de tijd daarvoor een stapel losse proclamaties uit de hoofdstad was. En de wetten die hij uit Libanon haalde waren dezelfde als die in Alexandrië, Constantinopel en (waarschijnlijk ook nog) Rome of Parijs geldend waren.
Ik denk daarom dat de positie van de vrouw in Bataafs Nijmegen best vergeleken kan worden met die van Romeins beirut, zolang we spreken over Romeinse burgers natuurlijk.
En Jona… ‘Byzantijns’? Alsjeblieft zeg. ‘Romeins’, graag! 😉