
Ik was bezig met een reeks stukjes over de diverse Herodessen in het Nieuwe Testament: eerst ging het over Herodes de Grote en daarna over zijn zonen Herodes Archelaos, Herodes Antipas en Filippos. Ik heb het al eens eerder gehad over Herodes Agrippa: de enige joodse bijbelse persoon die Nederland heeft bezocht. (Dit blijft een tof weetje voor een quiz.)
Er resteren nog twee andere Herodessen om aan u voor te stellen. De eerste is de Herodes Agrippa uit de Handelingen van de Apostelen, ook wel bekend als Agrippa I. Hij is vernoemd naar een vriend van Herodes de Grote: de Agrippa waarover ik afgelopen donderdag schreef. De laatste Herodes Agrippa, ook wel bekend als Agrippa II, was een zoon van de vorige en speelde een rol in de Joodse Oorlog. De Bijbel noemt hem één keer.
Herodes Agrippa I
Deze week dus Herodes Agrippa I. Zijn vader heette Aristoboulos en had eigenlijk zijn vader, Herodes de Grote, moeten opvolgen. In de paranoïde slotfase van diens regering was Aristoboulos echter uit de weg geruimd. De kleine Agrippa was daarna in Rome opgevoed, waar hij aan het keizerlijk hof veilig was voor eventuele moordpogingen door Archelaos, Antipas of Filippos. Hij groeide op met onder andere de latere keizer Claudius. En Agrippa was een echte bon vivant, die het geld sneller uitgaf dan hij het binnenkreeg, en in 33 voor zijn schuldeisers moest vluchten.
Er zat niets anders op dan een betrekking aan te nemen als Romeinse functionaris. Hij diende in Idumea, in Tiberias (de hoofdstad van zijn oom Antipas), raakte in conflict met de gouverneur van Syrië en bezocht Alexandrië. In 36 vinden we Agrippa in Rome, waar keizer Tiberius hem vastzette. Een jaar later liet Tiberius’ opvolger Caligula hem vrij en benoemde hem meteen tot koning van de Golanhoogte, waar oom Filippos net was overleden.
Koning

Op weg naar zijn koninkrijk bezocht Agrippa Alexandrië, waar zijn aanwezigheid de aanleiding tot een pogrom. De Alexandrijnse auteur Filon heeft er een ooggetuigenverslag van geschreven. Het is door Gé de Vries vertaald onder de titel Pogrom in Alexandrië en een van de beste Nederlandse boeken over de Oudheid.
Eenmaal op de Golanhoogte kreeg Agrippa ruzie met oom Antipas, die vond dat hij koning had moeten zijn. Pretenties die hij bekocht met een ballingschap, waarna zijn regeringsgebied werd toegevoegd aan dat van Agrippa. Het is maar enkele maanden later, in 39/40, dat Agrippa weer bij Caligula was en Nederland bezocht. Weer een jaar later, toen soldaten keizer Caligula vermoordden, hielp Agrippa zijn jeugdvriend Claudius keizer worden. Als beloning kreeg hij ook de gebieden die ooit aan oom Archelaos hadden behoord.
Dood
Voor het eerst sinds de dagen van Herodes de Grote waren alle Joodse gebieden onder één koning verenigd. Het was, in de toenmalige wereld, niet ongebruikelijk dat een vorst zich op zo’n succesmoment goddelijke eerbewijzen liet toekennen. Een vorst vergelijken met een god behoorde sowieso tot de gangbare Romeinse hielenlikkerij. Herodes Agrippa I stond er niet boven en aanvaardde zijn acclamatie in 44 in het theater van Caesarea. We lezen in de Handelingen van de Apostelen:
Op de overeengekomen dag nam Herodes in zijn koninklijke gewaad plaats op zijn troon en sprak het volk toe. De mensen riepen luidkeels: “Hier spreekt een god, geen mens!” Onmiddellijk werd Herodes geveld door een engel van de heer omdat hij God niet de verschuldigde eer had bewezen. Door wormen aangevreten blies hij de laatste adem uit. (Handelingen 12.21-23; NBV21)
Even daarvóór (in 12.1) heeft de auteur van de Handelingen van de Apostelen verteld dat Agrippa de christenen had vervolgd. Petrus was gearresteerd maar miraculeus ontsnapt. Jacobus de Meerdere, de broer van Johannes en een van de Twaalf, was geëxecuteerd. Het moge duidelijk zijn dat de auteur de christenvervolging door Herodes Agrippa I zag als het niet bewijzen van de verschuldigde eer aan God. Dat zijn toespraak als de woorden van een god waren beschouwd, zal de monotheïstische joden ook niet lekker hebben gezeten. Het verhinderde niet dat zijn zoon Herodes Agrippa II hem opvolgde.
[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]
“de enige joodse bijbelse persoon die Nederland heeft bezocht.”
Zijn er ook niet-joodse bijbelse personen die onze streken hebben aangedaan? Zo ja, dan vermoed ik dat het Romeinen zouden moeten zijn, maar zoveel komen er in de bijbel ook niet voor?
Agrippa II- de Bijbel noemt hem niet – jawel, Paulus moet voor hem verschijnen samen met de nieuwe landvoogd (procurator nu toch?) Festus – volgens Handelingen 25-26. Aan het slot merkt Agrippa op: ‘Deze man had vrij kunnen zijn, als hij zich niet op de keizer beroepen had’.
Agrippa’s zuster Berenice was er ook bij, volgens Handelingen.
Je hebt gelijk!
De MB heeft een paar jaar geleden veel uitvoeriger geschreven over Herodes Agrippa’s veronderstelde bezoek aan ‘Nederland’ (aan de monding van de (Oude) Rijn in het kader van plannen van Caligula voor een invasie van Brittannië) en toen nog een slagje om de arm gehouden met een ‘het is niet helemaal hard te maken…’
Terug te vinden in de link die JonaL zelf in het artikel gaf.
Dat neemt niet weg dat Jona nu stelliger is dan toen.