Oudheidkundige prietpraat

De riviergod Acheloös; bronsje uit Tarquinia dat verder niet zoveel met dit stukje heeft te maken maar wel uit de juiste stad komt. Nu te zien in de Villa Giulia, Rome.

Twee jaar geleden werd in Tarquinia in Italië een mooi Etruskisch graf gevonden. Het had alles om een goed verhaal te vertellen, zoals een nog bewaard grafmaal (zie foto). Mooi, zou je denken, maar nee, het was nog niet spectaculair genoeg. De opgravers identificeerden het graf meteen als dat van een prins van koninklijke bloede en een familielid, misschien wel een broer, van de vijfde koning van Rome, Tarquinius Priscus.

In Italië wordt namelijk alles wat wordt opgegraven toegeschreven aan een uit de bronnen bekend persoon. Klaarblijkelijk zijn de aannames van de Italiaanse archeologie dat alle personen die ooit hebben bestaan, in onze bronnen staan vermeld, en dat archeologie geen bewijs kan leveren dat onafhankelijk is van geschreven bronnen. Als classici en oudhistorici het potentieel van de archeologie zo slecht begrijpen, lach je erom, maar in Italië zijn het de archeologen zelf en dat is om te huilen.

Was dit al met al al wat gênant, het werd nog erger toen kort daarna werd vastgesteld dat in het graf een vrouw lag begraven. De enige aanwijzing dat het was gegaan om een man, was een speer geweest. Toen het botmateriaal in het laboratorium werd geanalyseerd, bleek dat het ging om een vrouw.

Het geval staat bepaald niet op zichzelf. Elke eerstejaars leert dat “wapens = man” en “sieraden = vrouw” geen echt overtuigende hulpmiddelen zijn om het geslacht van de overleden te determineren. Alleen in het lab kun je dit soort dingen met zekerheid vaststellen.

Zelfs een ezel in het algemeen stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen. Archeologen draaien er hun hand niet voor om. Vorige maand werd bij het Griekse Pylos een onverstoord graf gevonden. Mooi, zou je denken, maar nee, het was nog niet spectaculair genoeg. De opgravers identificeerden het graf meteen als dat van de stichter van de dynastie van een latere koning van Pylos, de door Homeros genoemde Nestor.

Het graf bevatte zowel wapens als sieraden en dat zou, zo lezen we, de wijze veranderen waarop archeologen antieke graven en de oude beschavingen interpreteren. “Up until now people have speculated that certain artifacts can be ascribed to a particular gender,” zegt de opgraver,

We’ve learned from this burial that the grave goods now cannot necessarily be attributed along gender lines. That’s one thing that I find really exciting.

Dit is een echt schokkend amateurisme. Ik vraag me werkelijk af waar de grens tussen wetenschap en pseudowetenschap ligt. In elk geval bij de oudheidkundige specialismen begint ze, zoals ook de papyrologie toont, weg te vallen.

Deel dit:

3 gedachtes over “Oudheidkundige prietpraat

  1. mnb0

    Nee, het is geen pseudowetenschap. Pseudowetenschap maakt gebruik van wetenschappelijk klinkende termen, die allemaal vaag gedefinieerd zijn en poneert niet-testbare hypotheses.
    Dit

    “We’ve learned from this burial that the grave goods now cannot necessarily be attributed along gender lines.”
    is erger.
    Het is een wiskundige die opgewonden zijn ontdekking verkondigt dat je binnen de verzameling N geen 2 – 5 kunt uitrekenen.
    Het is een natuurkundige die een schakelingetje bouwt en opgewonden verkondigt dat de Wet van Ohm echt klopt.
    Het is een scheikundige die opgewonden de ontdekking verkondigt dat een waterstofatoom slechts één proton bevat.

    Allemaal keurig wetenschap, opwindend voor tieners die de wereld nog moeten ontdekken en volstrekt geen ruimte in de media waard.

Reacties zijn gesloten.