Naar de kermis

botsauto

Afgelopen week nodigde kleine E., die op weg is naar haar vijfde verjaardag, me uit om mee te gaan naar de kermis, die nog geen honderd meter vanaf haar huis was. Tja, al ben je nog zo druk: probeer zo’n uitnodiging eens te weigeren! En zo stond ik dus onlangs – voor het eerst in ik denk vijfendertig jaar – op de kermis. “Die heel snelle dingen”, die hoefden we niet te doen, vond kleine E., die daarmee de spin op het oog had.

Uiteraard was er een draaimolen, waarin behalve de gebruikelijke paarden ook allerlei auto’s rondreden. Daar moest kleine E., die dol is op auto’s, natuurlijke in! Haar eerste keuze was een brandweerauto en ik verbaasde me dat ze op de achterbank kroop en niet op bestuurdersstoel. Toen ze haar penning aan de beheerder van de draaimolen had gegeven en het ding zich in beweging zette, begreep ik waarom: hier hing de bel.

Er volgde een tweede rondje en ze was wat verontwaardigd dat de beheerder haar penning niet op kwam halen – het draaimolenritueel diende volledig te worden afgehandeld – maar toen dat eenmaal was gebeurd, draaide ze vol plezier mee op de voorbank van de brandweerwagen, waarin ze een knop had ontdekt die de sirene deed afgaan. “Dat doe ik in plaats van naar jullie zwaaien!” lichtte ze toe (en draaide achteloos het stuur drie keer rond).

Na een derde rondje in de draaimolen, nu als chauffeur van een bus, ging ze naar een andere draaimolen, waarin vliegtuigjes draaiden, begeleid door Jordaan-muziek. Na daar tweemaal te zijn mee geweest, reed ze in een mooie gele jeep over een soort achtbaan, in elke bocht stoer uit het voertuigje hangend en soms naar ons zwaaiend. Uiteraard moesten we ook nog naar de botsautootjes. Behendig liet ze die rondjes rijden. Een jongen die haar probeerde in te halen, hield ze als een ware coureur op achterstand om hem, toen hij haar toch passeerde, terug in te halen door de binnenbocht. Het viel me op hoe serieus ze keek.

En daarmee was het mooi geweest: de moeder van kleine E., een vriendin en ik hadden nog een diner-afspraak in de buurt. Niet dat de volwassenen veel kans kregen uitgebreid te praten. “Waarom is de zon heet?” was maar een van de vragen die beantwoord dienden te worden. Toen ik kleine E. vertelde dat de maan was gemaakt van kaas, vertelde ze dat de maan soms kleiner werd omdat de muizen die opeten. “De maan is gemaakt van muizenkaas”, concludeerde ze, en stortte zich op het kinderijsje met drie parapluutjes.

Zoals de vaste lezers van deze kleine blog weten, is kleine E. een goedlachs meisje (en lees het anders hier: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10). Dit keer was ze echter nog vrolijker dan anders. Het trof me als vreemd dat de mensen van de kermis, die hun werk routinematig deden, er niet vaker bij lachten – alsof ze niet wisten hoeveel plezier ze met hun attracties kinderen doen.

Deel dit:

8 gedachtes over “Naar de kermis

  1. Wat een plezier.
    Soms is het jammer om groot te zijn.
    Het plezier van een kind helpt dan om toch te genieten van de leuke dingen.

    Vrolijke groet,

    1. Het is de dochter van een vrouw die vroeger bij me in de buurt woonde. Ik denk wel dat dit een van de laatste stukjes zal zijn. Ook kinderen hebben recht op een bepaalde privacy.

      1. zoi1

        Eens, eens! Om die reden publiceer ik ook niet veel over A-tje. Maar wel leuk om die herkenbare verhalen te lezen en ze door jouw ogen te zien.

  2. Leuk stukje! Dat veel kermisexploitanten niet veel lachen zal waarschijnlijk zijn omdat er tegenwoordig veel personeel in de kassa’s zit, en die maakt het niet uit of er nou veel of weinig mensen komen want betaald worden ze toch wel.

Reacties zijn gesloten.