Van vele boeken te maken is geen einde (2)

Het is Boekenweek, dus laat ik eens schrijven over boeken. Ooit kocht ik die sneller dan ik ze kon lezen. Ik ben inmiddels terughoudender maar veel maakt dat niet uit, want naarmate ik minder boeken koop, krijg ik er meer toegestuurd, vaak met een verzoek of ik ze op deze blog wil recenseren. Driekwart van die boeken is overbodig: je vindt dezelfde informatie sneller op het internet en dan kun je via hyperlinks nog meer vinden ook. Daar schrijf ik dus niet over. Andere boeken zijn wel de moeite waard, maar ik vind er nauwelijks tijd voor. Vandaag dan toch een paar signalementen.

Eén: de langverwachte Landmark-Caesar is er eindelijk. En dat is goed nieuws, heel goed nieuws. De Landmark-reeks is dé standaard voor vertaalde antieke teksten: nieuwe vertalingen, verhelderend beeldmateriaal, een goede inleiding, appendices, dubbele annotatie, goede landkaarten. Kortom, een feest voor wie wil lezen, nuttig voor wie informatie nodig heeft. Een boek zoals het in deze digitale tijd hoort. Ik kom er nog op terug want alle lof verdient meer dan deze ene alinea.

Twee: Kyle Harris, The Fate of Rome. Het boek heeft alles in zich om een ramp te zijn, te beginnen met een zouteloos thema: de ondergang van het Romeinse Rijk. Dat proces duurde van pakweg 200 tot 650 en de oudheidkundige beschikt over én weinig geschreven bronnen én ambigue archeologische vondsten. Je kunt daardoor elke theorie verdedigen en dat is dan ook gebeurd. Zoals ik al eens schreef n.a.v. het oninteressante boek van Maarten van Rossem:

Wil je dus, zoals de Britse parlementariër Edward Gibbon in de achttiende eeuw, waarschuwen tegen autocratie en de rechten verdedigen van het parlement, dan benadruk je de afwezigheid van een écht representatief orgaan in Rome en begin je je analyse in de tweede eeuw, toen goede keizers verzuimden de Senaat bij het bestuur te betrekken. Wil je een sterke eenheidsstaat, dan begint jouw ondergang van het Romeinse Rijk in de derde eeuw. Is pacifisme je bekommernis, dan kies je de vierde eeuw, waarin het christendom doorbrak. Lees je de wereldgeschiedenis als een rassenstrijd, dan benadruk je de Grote Volksverhuizingen tussen ongeveer 375 en 510. Maak je je zorgen over neoliberale terugtredende overheden, dan concentreer je je op het midden van de vijfde eeuw. Ben je bezorgd over klimaatverandering, dan let je op de zesde eeuw. Ben je een hedendaagse islamofoob, dan is de militaire crisis in de vroege zevende eeuw jouw moment. Het kan allemaal. In feite zoekt elke auteur weer een andere ondergang van Rome.

Harris ontstijgt deze problemen niet. Hij komt met de modieuze thema’s van klimaatverandering en emerging infectious diseases. Tja.

Desondanks is The Fate of Rome een boeiend boek. Harris heeft al het recente onderzoek bij elkaar geplaatst en biedt een verhaal met een kop en een staart. Dat hij de achttiende-eeuwse auteur Edward Gibbon citeert als een serieus te nemen historicus is natuurlijk onvergeeflijk – je citeert ook Buffon niet om zijn biologische inzichten en je laat je ook niet vervoeren per postkoets – maar ik kan het wel lijden van Harris, die een mooie synthese biedt van de ecologische en biologische ontwikkelingen in de Late Oudheid.

Drie: Josephine Quinn’s In Search of the Phoenicians. De auteur betoogt dat er niet zoiets is geweest als “de” Feniciërs. Die bestonden alleen in de ogen van bijvoorbeeld Griekse auteurs. De vraag is vanzelfsprekend welke oudheidkundige dat dan nog heeft beweerd na de negentiende eeuw. Ik ken die niet, al kan dat zijn omdat de Fenicische cultuur sowieso wat stiefmoederlijk bedeeld is. Daarom ben ik toch heel blij met dit boek, dat veel recent onderzoek bij elkaar plaatst. Net als het boek van Harris is het een boeiende synthese en dan kan ik wel hebben dat Quinn een open deur intrapt.

Mijn stapel ongelezen boeken is veel groter. Ik noem nog een mooie vertaling van Theognis, een wat knorrige, conservatieve Griekse dichter uit de zesde eeuw, waar ik altijd een zwak voor heb gehad. Ik heb Luister naar mij, zoals Hugo Koning zijn boekje noemde, met plezier gelezen. Ook noem ik nog de Romeinse encyclopedist Celsus, van wiens oeuvre het deel over De geneeskunst over is. Opnieuw een fijne vertaling, gemaakt door John Nagelkerken en anderen. Het zijn wel allebei teksten die bruikbaarder zouden zijn geweest als ze gewoon zouden zijn geplaatst waar u ernaar zoekt, op het internet, maar u kunt uw geld beslist slechter uitgeven.

Deel dit:

11 gedachtes over “Van vele boeken te maken is geen einde (2)

  1. Tim

    Wederom Bart De Wever (burgemeester van Antwerpen en voorzitter van de grootste partij van België): https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/03/15/waar-ligt-de-politieke-kracht-van-de-wever—als-we-naar-het-ver/.

    Ik vraag me onder meer af of zijn analyse van Julius Caesar en Augustus wel zo accuraat is, in het licht van wat we kunnen weten.

    Mark Rutte is net als De Wever een historicus van universitaire opleiding, ook diens Romeinse uitspraken waren niet zonder nood aan nuance.

  2. jan kroeze

    ja, een raar fenomeen meer kopen dan je kan lezen, ik ken dat.
    het lijkt erop of je niks wilt missen.

  3. Peter Flipkens

    Ik vind de val van Rome een zeer fascinerend thema, maar ik vind ook dat men het Romeinse Rijk of andere episodes uit de geschiedenis niet moet misbruiken om eigentijdse visies en belangen te verdedigen. Laat het verleden zo veel mogelijk zichzelf zijn (ook al is volledige objectiviteit nooit te bereiken) en leve de wetenschappelijk verantwoorde geschiedschrijving!

  4. Otto Cox

    Ik vind dat je The fate of Rome toch tekort doet door het als modieus thema neer te zetten. Toegegeven, mijn oordeel is voorlopig want ik ben pas bij hoofdtuk 4. Hij geeft aan dat je klimaat en omgeving niet als een permanente achtergrond bij de gescheidschrijving moet beschouwen, maar meer als een golvende en soms stormachtige zee, waar regeerders en anderren als een schiipper met de omstandigheden hun koers moeten bepalen. En werkt vanuit het concept van veerkracht, waardoor de ene samenleving/beschaving een klimaatverandering of epidemie wel doorstaat en een andere niet. Het sterke is verder dat hij nderzoeken uit de verschillende disciplines combineert, uitlegt en de onzekerheden aangeeft, Klimaat en epidemieën spelen gewoon een rol, wat ook boeken over de 17e eeuw (kleine ijstijd) en het aloude Plagues and People van McNeill ook laten zien.
    Maar is zal er nog wel eens op terugkomen als ik R=The Fate of Rome uit heb.

Reacties zijn gesloten.