Hoe junk news werkt

De Vliet

Je hebt fake nieuws en junk nieuws. De eerste is het bekendst: het is een van de uitdrukkingen om onwaar nieuws te typeren. Junk nieuws is iets anders: het is nieuws dat misschien wel en misschien niet waar is maar dat vooral triviaal is, dat massaal wordt verspreid en dat zo het zicht blokkeert op het eigenlijke nieuws.

Junk nieuws is het beruchtst uit de politiek. Als de Verenigde Staten met de staart tussen de benen Syrië verlaten, kan de president de nieuwscyclus naar zijn hand zetten door heel hard te roepen dat een migrantenkaravaan de Amerikaanse zuidgrens bedreigt. Of daar wérkelijk iets aan de hand is, is niet belangrijk, zolang de aandacht er maar voortdurend op wordt gevestigd en het publiek er niet aan toe komt werkelijk geïnformeerd te raken.

Echte informatie heeft een zekere opbouw. Het is hoe onderwijs werkt: de stof in de eerste klas wordt uitgewerkt in de tweede en derde. Het is hoe het in een museum gaat: algemene uitleg op grote borden op de muren van de zaal, verdere uitleg bij de vitrines, specifieke uitleg op bordjes bij de voorwerpen. Hoe voorlichting fout kan gaan, zien we in de gemeente Voorschoten bij het Corbulokanaal.

***

Het Corbulokanaal, ook wel aangeduid als de Corbulogracht of Fossa Corbulonis, was een Romeinse waterloop van Leiden naar Voorburg en daarvandaan naar de Maas. Het kanaal volgde ruwweg hetzelfde tracé als de huidige Vliet, al liggen de archeologische resten soms iets verderop. (Als het precies dezelfde loop was, zou er archeologisch weinig terug te vinden zijn, want dan waren de resten verspoeld.) In plaats daarvan zijn op diverse plaatsen delen van de beschoeiing teruggevonden en van de in Leiden gevonden helm “Gordon” is weleens geopperd dat het een bouwoffer is geweest, in het water geworpen aan het begin van het kanaal.

De beschoeiing is interessant omdat de jaarringdatering iets jonger uitvalt dan de door Tacitus genoemde datering. Het is weleens geopperd dat de Romeinse auteur het graven van het kanaal onder het verkeerde jaar heeft geplaatst, zodat de archeologie hier bewijst dat de jaar-bij-jaar-structuur die Tacitus aan zijn stof oplegt, gekunsteld is en niet correspondeert met de feiten.

Archeologen hebben ook jongere delen van het kanaal geïdentificeerd: de Romeinse waterbeheerders bleven het onderhouden en repareerden de beschoeiing. Hoe lang het kanaal in gebruik is geweest, is niet bekend. Het staat echter vast dat er reparaties zijn uitgevoerd ten tijde van keizer Hadrianus (r.117-138), van wie weleens (toen er nog teveel werd gemaakt van namen als Forum Hadriani) is geopperd dat hij Voorburg heeft bezocht.

Ook is weleens geopperd dat het Romeinse kanaal al vrij snel na de reparaties door Hadrianus in onbruik is geraakt. Voorburg heeft echter een haven die de hele tweede eeuw in gebruik is geweest en die via een andere waterloop was verbonden met de Maasmonding. Er is weleens geopperd dat dit zuidelijke kanaal de route volgde van de Romeinse weg die bekend is van mijlpalen in Rijswijk en Naaldwijk. Er is ook weleens geopperd dat als er een kanaal van Voorburg naar de Maas was, ook het kanaal naar de Rijn bleef bestaan. Dan is het Corbulokanaal dus pas later in onbruik geraakt.

U merkt: er is nogal veel dat weleens is geopperd. In feite zijn er heel weinig gegevens en heel veel aanzetten tot hypothesen. Iets onaardiger geformuleerd dan ik het bedoel: oudheidkundigen kunnen weinig meer doen losse flodders afvuren. En juist dat maakt het leuk. Wie sporen van het kanaal vindt, heeft goud in handen: hier valt het publiek prachtig deelgenoot te maken van het tastend zoeken dat archeologie is. Hier kunnen we mensen vertrouwd maken met archeologie, mensen brengen in een sfeer van vertrouwelijkheid, mensen liefde voor Romeins Nederland bijbrengen.

***

In Voorschoten is echter iets mis gegaan. Het nieuws had zo leuk kunnen zijn:

Het kanaal is ter hoogte van Voorschoten minimaal 120 jaar later nog in gebruik geweest, misschien zelfs wel 150 tot 200 jaar. … Voor het eerst is onomstotelijk aangetoond dat er in elk geval nog aan het eind van de tweede eeuw een nieuwe beschoeiing in een deel van het kanaal is aangelegd.

Het verhaal wordt echter efficiënt in de eerste zin gedood: het kanaal is “langer bevaarbaar geweest dan gedacht”. Wie dat dachten staat er niet bij en dat is ook niet vreemd, want wat impliciet als communis opinio wordt gepresenteerd, is slechts een losse flodder. Er is helemaal niets dat nu anders is dan gedacht, omdat er hiervoor geen gedachten waren maar slechts de ideeën die voorafgaan aan de hypothesevorming.

Dat het niet de bedoeling was u echt te informeren, blijkt wel uit het feit dat u niet verneemt hoe is vastgesteld dat het kanaal eind tweede eeuw nog in gebruik was. (Ik denk jaarringenonderzoek, maar het is informatie die u wordt onthouden.) Na de lezers in het ongewisse te hebben gelaten over het wat en hoe, gebruikt de auteur de tweede helft van het stuk om wethouder Marcel Cramwinckel te laten springen door het publicitaire hoepeltje. Deze slaakt wat gemeenplaatsen over de lokale paardendagen en de limes. Over de ruggengraatloosheid van het openbaar bestuur hoeven we ons geen zorgen te maken. Kortom: wat interessant had kunnen zijn, is gestikt onder junk nieuws en het Romeinse verleden is misbruikt voor gemeentelijke PR.

***

Dit voorbeeld is representatief voor de voorlichting over de limes. Omdat het zo’n revolutionaire innovatie is, is een tweedelijnsvoorlichting verondersteld, maar die ontbreekt. Het was in dit geval echter makkelijk te doen. En in veel andere gevallen. In de praktijk vestigt de limesvoorlichting de aandacht voortdurend op dezelfde trivialiteiten, raakt het publiek niet werkelijk geïnformeerd en krijgt het de kans niet een liefde op te bouwen voor Romeins Nederland.

Sterker: mensen lopen weg. Ik werd op dit stukje geattendeerd door iemand die zich er wild aan had geërgerd. De limesvoorlichting, die geen opbouw van informatie kent maar beperkt blijft tot de eerste lijn, is zijn eigen grootste vijand, waardoor de limes kan worden misbruikt. En de gemeente Voorschoten kan zich beter van dit soort clickbait onthouden: je wint wat extra clicks maar eindigt met een verdiend slechte reputatie.

Deel dit:

53 gedachtes over “Hoe junk news werkt

  1. habus

    Wel een beetje zwartgallig allemaal. Er gaat gewoon heel veel goed met de Romeinse geschiedenis en archeologie in NL. Waarom druk maken over een wethouder Hekking-momentje? Die bestuurder is intussen misschien een enorme romeinen-fan geworden en nu is het ‘weer niet goed?’

    Het is meer dan lovenswaardig dat jij je niet verstopt achter academische muren en juist professionals en bestuurders scherp houdt…of in ieder geval scherp probeert te houden.

    Daarbij is ’tone of voice’ ook een succesfactor en ik vermoed dat die wel eens tot vermoeidheid kan leiden bij je intented public.

    Voor de goede in mijn eigen ‘culturele projecten’ (ja, als hobby) loop ik vaak genoeg tegen een deur of lamp. Daarom meen ik iets van feedback te mogen leveren.

    1. Ik werk in de culturele sector en dit stukken worden juist heel erg gewaardeerd. Althans in mijn Gelderse bubbel. Hier is een consistent, goed onderbouwd verhaal dat sterk afwijkt van wat de gedeputeerden, de wethouders en andere bobo’s graag horen. Het geeft vrijwilligers en medewerkers die het beter weten maar het niet beter dien mogen, een steun in de rug en helpt om de discussie te openen. Zodat we de culturele sector bevrijden kunnen van de wethouders Hekking en weer cultuurbeleid kunnen maken dat is gericht op cultuur en niet op PR.

    2. Het gaat helemaal niet goed met Romeins Nederland. Het Valkhofmuseum en Orientalis verkeren in grote problemen; de staatssecretaris van Cultuur brult dat hij niet weet wat hij moet met musea vol opgegraven potten en pannen EN DE ARCHEOLOGISCHE SECTOR GEEFT GEEN REPLIEK; we krijgen over de limes een verhaal opgedrongen dat onvoldoende wordt toegelicht; het aantal uren geschiedenisles in het basis- en middelbaar onderwijs neemt gestaag af; daardoor komen de discussie over het verleden en het erfgoedbeleid niet verder dan “ik voeg toe wat ik wil” (donjon in Nijmegen, paleis van volksvlijt in Amsterdam, limes…) of “ik haal weg wat me niet bevalt” (standbeeld van J.P. Coen); en als klap op de vuurpijl is het verleden nu in gebruik als clickbait.

      Nee, het gaat helemaal niet goed. Ik wil geloven dat mijn toon anders moet: een valide opmerking waar ik over zal nadenken. Maar laten we de feiten niet loochenen.

      1. FrankB

        “waar ik over zal nadenken”
        Dan stel ik jou dezelfde vraag als hieronder: wat rechtvaardigt de veronderstelling dat een matiging van je toon (die trouwens keurig binnen de fatsoensnormen blijft; snoeiharde kritiek als die van jou kan prima in welvoeglijke termen gegoten worden) meer resultaten oplevert dan je tot dusver hebt geboekt?
        Want ik geloof er helemaal nul komma niks van dat dat zo is, integendeel. Klagen over de toon, zo vermoed ik, is een excuus om niet over de inhoud te hoeven nadenken. En als de klacht gehonoreerd wordt kunnen deze klagers met een gerust gemoed aan de onaangename inhoud van je stukjes voorbijgaan: als JL zich al niet echt druk maakt, waarom zouden wij dat dan doen?
        Om het maar eens recht voor zijn raap te zeggen: je maakt pas kans op aandacht als je flink hard tegen de schenen schopt.
        Mijn twee centjes.

        1. Ik heb een les geleerd rond Fik Meijer. Als je je mond houdt, verbetert er niets, want niemand klaagt. Als je je mond open doet, verandert er niets, want met nestbevuilers spreekt men niet. Er verandert dus nooit iets, maar in het tweede geval heb je in elk geval jezelf niets te verwijten en maak je het voor anderen mogelijk te spreken.

          1. habus

            Dit zou een moeilijke discussieronde kunnen worden, maar dat hoeft helemaal niet als je uitgaat van ieders betrokkenheid en goede bedoelingen. Dit onderwerp kun je ook breder trekken, naar andere vakgebieden: klimaat, migratie, de zorg etc.

            Deze week nam ik deel aan een training (een interactieve didactische bijeenkomst) en hoorde ik: “als je je aan iemand stoort, dan begrijp je die persoon nog niet genoeg”. Hoe simpel het ook klinkt, ik ervaarde het als een nieuw inzicht. Elkaar begrijpen is overigens een wederzijdse verantwoordelijkheid. Je kunt niet uren achter iemand aanrennen met de vraag ‘mag ik je begrijpen?’ Als die persoon (of doelgroep?) niet wil of kan, dan kun je je ergernis maar beter (ver weg) parkeren. Anders gaat het je gedrag mogelijk negatief beïnvloeden en gaat een ander je weer niet begrijpen ;-).

            Vanuit mijn ervaring in de opleidingswereld kan ik melden dat veel mensen het lastig en confronterend vinden om (eigen) fouten te doorgronden of om contraproductief gedrag af te leren. Onderzoeken wat goed gaat, en daarvan het ‘waarom en hoe’ achterhalen, is leuker en inspirerender. Die lessen vertalen naar de eigen praktijk levert veel meer energie en enthousiasme. De Engelse term zal ik vermijden, maar het is ongeveer te vertalen als ‘positieve verandering’. Dit lijkt een open deur, maar echt: elke dag, in elke organisatie gaan dit soort dingen fout.

            Ik kan me voorstellen dat het voor wetenschappers soms lastig is om ‘het publiek’ te begrijpen: als inhoud je vak is, durf je rustig te benoemen en onderzoeken wat fout gaat. Wie kan er tegen een objectieve, klinische analyse van alle ellende zijn? Wij hebben er toch voor gestudeerd en zijn ook nog gepromoveerd? De samenleving heeft ons toch gevraagd om ons te specialiseren in deze discipline en dit vakgebied? En soms: het is gewoon dom om onze expertise niet te waarderen. Op dat moment verlies je dus al die mensen (burgers, leken, professionals, bestuurders etc.) die beter reageren op suggesties voor positieve verandering. In de huidige klimaatdiscussie zou dat een stuk beter werken, vermoed ik. Het lijkt me zinvol om ook in de wereld van geschiedenis en archeologie meer uit te gaan van ‘versterken wat werkt’.

            In de kerstvakantie spraken we af met een bevriende familie uit Den Haag (ze wonen vlakbij dat kanaal van Corbulo!) Om logistieke redenen kozen we voor Utrecht waar we met z’n allen (4 kinderen, 4 ouders) anderhalf uur door een escaperoom denderden. Daarna zouden we nog wat eten en daar had ik wat op bedacht: ik was al eerder in Castellum Hoge Woerd geweest en de combinatie van een open museum en restaurant, leek mij ideaal. Dat had ik natuurlijk niemand verteld.

            We hadden een supergezellige etentje en nazit, maakten plannen voor 2019 en de kinderen gingen op verkenning langs de Romeinse boot en alles wat er omheen is gevonden. Ze waren super-enthousiast en konden het prima in verband brengen met de geschiedenislessen over de Limes. Buiten het castellum liepen we nog even over de Romeinse weg; ‘is dit echt…?’. Er zullen vast andere meningen zijn, maar volgens mij gaat het daar in Leidse Rijn echt wel goed met de Romeinse geschiedenis en archeologie. Dit model is vast niet overal toepasbaar, maar kan wellicht wel inspiratie bieden.

            Ik hoop van harte dat deze bijdrage niet aanmatigend overkomt. Zoals eerder gemeld loop ik regelmatig in valkuilen, tegen deuren en lampen en denk: waarom begrijpen ze me nou niet. En nu weet ik dus: dan begrijp ik die ander niet goed genoeg. Dat lost niet alles op, maar biedt wel een richting voor ‘beter’.

            1. U geeft me veel om over na te denken en dat zal ik doen. Ik geef één gedachte terug: ik ga akkoord met de opmerking dat als ik me aan iets/iemand stoor, ik het onvoldoende begrijp – maar moet dat ook als iemand die wordt betaald vanuit de gemeenschapsmiddelen, evident faalt? Ik bedoel: ik kan sympathie vinden voor een ambtenaar als mens, maar hij moet zijn werk wel doen. Als er bij de Stichting Romeinse Limes Nederland preadviezen verdwijnen omdat ze de betrokkenen uit hun veilige cocon halen, dan is dat ambtelijk falen en daarvan moet iets worden gezegd.

              Ik zou overigens liever zien dat niet ik steeds de hofnar hoefde zijn die zegt wat anderen niet kunnen zeggen. Het zou beter zijn als de mensen bij de musea en de erfgoedhuizen hun verantwoordelijkheid eens namen.

      2. Marcel Meijer Hof

        Nee, het gaat helemaal niet goed:
        Ik citeer hier het verkiezingsprogramma van wat de grootste fractie in de gemeenteraad van Enschede is geworden. Dit algemene lemma duikt op in het laatste kwart van het program en in de TIEN puntjes die hieraan hangen komt het woord cultuur tweemaal voor waarbij het nog een keer wordt voorafgegaan door ’sport’. Zitbankjes en afvalbakken hebben een hogere prioriteit …

        Sport en cultuur
        Sport is van groot belang voor het welzijn en welbevinden en moet voor iedere inwoner toegankelijk zijn. Hiertoe dient de sport in de gemeente Enschede een impuls te krijgen en het benodigde extra budget dient hiervoor te worden vrijgemaakt.

        Let wel, naast deze partij stelt ook de VVD een wethouder, van cultuur nog wel.

        Help !

      3. Jeroen

        De archeologische sector is -over het brede vlak genomen- nauwelijks nog bezig met publieksbereik; zeker de commerciele tak (gemeentelijke diensten doen het soms iets beter).

        Men heeft zichzelf volledig de markt uitgeprezen door steeds lager en lager te gaan offreren, en dat terwijl men Malta als wettelijke stok achter de deur heeft!
        Nu zijn al die bureau’s alleen maar bezig met rapporten uitpoepen, nauwelijks verdieping, en nul synthetiserend onderzoek.

        De universiteiten doen het al niet beter (en waarom zouden zij het alleenrecht hebben op verdieping en vernieuwing; dat mag van het veld toch ook verwacht worden).

        Jij wordt moe zodra er bij dit soort projecten een PR-mannetje/vrouwtje bijgehaald wordt… mij persoonlijk zakt de moed in de schoenen zo gauw het woord ‘jeugd’ valt… wéér een tentoonstelling met kartonnen helmpjes en houten zwaardjes…

        (niks tegen kinderen hoor… je kan zo lekker over ze klagen)

      4. jan kroeze

        Ik denk niet dat de toon anders moet, ik zou niet weten waarom. En: langer bevaarbaar is geweest dan gedacht, ik vind deze blog uitstekend en vooral duidelijk.

    3. FrankB

      “Daarbij is ‘tone of voice’ ook een succesfactor en ik vermoed dat die wel eens tot vermoeidheid kan leiden bij je intented public.”
      Datzelfde effect bereikt u heel bekwaam dmv uw gebruik van overbodige Engelse uitdrukkingen en het voortdurend zeuren over toon ipv inhoud.

      “Daarom meen ik iets van feedback te mogen leveren.”
      Dat mag altijd (zie de huisregels), maar ik vind het wel grappig dat u zelf niet doet wat u JL aanbeveelt: u afvragen wat u bereikt bij uw doelgroep. Het wekt dan ook helemaal geen verbazing dat u in de verste verte niet toekomt aan de essentiële vraag: heeft de door u en de uwen voorgestane beschaafde toon dan wel succes? Dat doen toontrollen, zo is mij opgevallen, nou letterlijk nooit.
      Eerst maar eens uw eigen schrijfsel met uzelf terugkoppelen, zo lijkt mij.

        1. FrankB

          Ha, je wilt niet meemaken hoe ik schrijf als ik me druk maak!
          Hoe voeg ik die icoontjes toe? Want ik had er een knipoog aan toe willen voegen.

              1. Jeroen

                Volgens mij pakt hij niet alle combinaties:

                🙂
                (dubbele punt haakje sluiten)
                🙁
                (dubbele punt haakje openen)
                🙂
                (dubbele punt, streepje voor de neus, haakje sluiten)

  2. FrankB

    “….. dan gedacht …..”
    Een voordeel van internet is dat ik alert ben geworden op dit soort frases. Als ik er één tegenkom daalt de kans enorm dat ik het betreffende stukje nog serieus neem.

    “….. die zich er wild aan had geërgerd.”
    Dat heb ik afgeleerd. Het is slecht voor mijn gezondheid. Heel vaak staan zulke holle frases aan het begin van een stukje; dan lees ik nog even diagonaal of het vervolg beter wordt (bijna nooit) en zo nee, dan vergeet ik het. Op die manier heb ik veel meer tijd voor nieuws dat er wel toe doet. Het vereist een beetje oefening, maar de kwaliteit van mijn leven blijft wel op peil.

  3. A. Harmens

    De frase “eerder/langer/dodelijker/etc. dan gedacht” is inderdaad een klassieker in de wetenschapscommunicatie. Universiteiten gebruiken deze vaak in persberichten. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik ‘m hier ook wel eens tegengekomen ben: De dna-revolutie heeft aangetoond dat de mens in het verleden mobieler was dan gedacht.

    1. Guilty as charged!

      Ik ga er in mijn nieuwe boekje op in hoe de archeologie, na de verschrikkingen van de nazi-ideologie, vrij dogmatisch migratie als verklaringsfactor afwees.

      1. A. Harmens

        Ja, ik denk overigens ook dat je groot gelijk hebt met deze formulering inzake de migratiegeschiedenis, daar niet van. Maar het gaat nu even over de veralgemenisering die achter de formulering schuil gaat. Aankondigingen van proefschriften ongeacht thema of discipline(misschien de mijne ook wel) verschenen ooit standaard op de website van de universiteit met deze formulering “> dan gedacht”.

  4. Rob Duijf

    Ik word nu wel nieuwsgierig naar het rapport betreffende het proefsleuvenonderzoek van Onderzoeksbureau Vestigia in Amersfoort, dat het archeologisch onderzoek hier heeft uitgevoerd. Wat staat daar in? Ik mag aannemen dat dit rapport inhoudelijk voldoet aan de wetenschappelijke toets en daarin verwacht ik geen ronkend taalgebruik.

    Wie heeft de verslaggever/bureauredacteur van het regionale mediabedrijf Unity.NU gevoed met informatie? Aangezien de gemeente Voorschoten hier de opdrachtgever is, lijkt mij dat dat is gebeurd middels een persbericht van de afdeling voorlichting. Het zou me niet verbazen als de term ‘onomstotelijk aangetoond’ uit de pen van een overenthousiaste voorlichter is gevloeid.

    Wie er hier de woordvoerder is geweest, maakt het nieuwsberichtje niet duidelijk. Wellicht was het beter geweest als de redactie van Unity.NU de informatie even had gecheckt bij Vestigia, want gemeentevoorlichters staan doorgaans niet bekend om objectiviteit. Dat mag je van verslaggeving wel verwachten.

  5. Otto Cox

    Ik denk dat je hier wat te streng bent. Je punt over het gebrek aan tweedelijnsvoorlichitng is helemaal waar, maar dit medium (regionale nieuwszender/site) is bedoeld voor en voor niet meer geschikt dan de eerste lijn. Het pr-deel over Voorschoten had wel minder gekund (maar de vraag of de opgraving beschermd blijft vind ik als inwoner van de Leidse regio wel heel relevant). Afgezien van de wat tendentieuze kop is de informatie in het artikel heel behoorlijk, voor zover ik het kan beoordelen. Maar wat vooral ontbreekt is de link naar de tweede lijn en een plek/site waar die informatie te vinden is. En waar je dan het onderzoeksrapport (3e lijn) kan downloaden. Dat zou bijvoorbeeld een site van de regionale erfgoedinstelling op zich kunnen nemen. Als die tweede lijn beter is geregeld dan kan je in het persbericht de link opnemen (taak opsteller persbericht) en gaat de 1e lijn beter werken.

    1. Eens: ik ben wat streng, maar mijn geduld begint een beetje op te raken. Er gaan miljoenen om in de Nederlandse archeologie en dat vele, vele jaren. Het is bizar dat er geen digitale infrastructuur is waar iemand die een berichtje als dit schrijft, even naar kan verwijzen.

      Ik hoorde laatst iemand zeggen dat we nog wat geduld moesten hebben. Maar hoeveel vertrouwen kan de burger nog hebben in organisaties die nu al jaren miljoenen hebben en aan de de meest elementaire zaken niet hebben gedacht? Ze begrijpen het niet, de ambtenaren van de limes; meer valt er niet van te maken.

      Nu gebeurt dat zo vaak, dat de terugtredende overheid de know how niet langer bezit en ook niet langer weet waar ze die moet vinden. Maar daarin kunnen we als burger niet berusten. Als ik daarmee te streng ben, dan maar te streng.

    2. Rob Duijf

      ‘(…) dit medium (regionale nieuwszender/site) is bedoeld voor en voor niet meer geschikt dan de eerste lijn.’

      Hoezo? Laat het format van dit medium geen reportage toe?

      Een nieuwsberichtje op zich leent zich niet voor verdieping, dat is waar; dat heeft als taak de lezer in een notendop te informeren. De reden waarom er hier een proefsleuvenonderzoek werd uitgevoerd, wordt echter niet genoemd.

      In het bericht wordt wel een toelichting gegeven op het nieuws, maar de nieuwswaarde zit niet in het proefsleuvenonderzoek! Dat toont vooralsnog hooguit aan dat er hier iets is gevonden dat van belang is en dat nader onderzocht moet worden (alvorens conclusies te trekken), dan wel beschermd dient te worden.

      “Het gedeelte van het kanaal in het Frans Halsplantsoen in de Vlietwijk komt in aanmerking voor de status van archeologisch monument.” Dat is mooi, maar waar blijkt dat uit?

      “Dat [de status van archeologisch monument] zorgt ervoor dat de resten zo goed mogelijk beschermd blijven.” Hoe dan?

      Op basis van de bevindingen uit het proefsleuvenonderzoek kan een archeologische opgraving worden uitgevoerd. Gaat dat gebeuren?

      Zie hier een aantal relevante vragen die interessanter zijn dan een PR-verhaal waarin wordt verwezen naar de Voorschotense paardendagen en wat een ‘uniek’ dorp Voorschoten is. Daarmee krijgt de archeologie een pretparkniveau en schiet de voorlichting zijn doel voorbij.

      1. Otto Cox

        “Hoezo? Laat het format van dit medium geen reportage toe?”
        Nee. In dit medium niet. In andere media in deze regio, bv het Leidsch Dagblad is er wel ruimte voor.
        Maar de essentie is volgens mij die tweede lijn van de grond te krijgen. En de vraag is wie dat zou moeten doen c.q. wat daarvoor nodig is. Misschien valt er ook nog te profiteren van een stukje de 4 miljoen die in de Nationale Wetenschapsagenda voor wetenschapscommunicatie zijn uitgetrokken. Maar dan moet er wel een plan liggen.
        En als die tweede lijn er iskan een medium als Unity ernaar verwijzen en kunnen er ook bordjes met een QR code bij de locatie van het kanaal komen. Zoals er bijvoorbeeld ook van die bordjes staan bij wandelroutes net over de grens in Duitsland (https://rheinaue-erleben.de/).

  6. Wat mij, en een aantal gespreksgenoten, heeft verwonderd is hoe een open kanaal tussen Rijn en Maas niet heel snel verzandt door de getijdenwerking die iedere keer slikrijk water naar binnen spoelt, zonder permanent uitspoelend effect van een rivier die vers water aanvoert. Bij vloed moet het kanaal diep zijn, of het ligt droog bij eb.

    Tenzij er overtomen of sluizen zijn gebruikt, maar daar zijn nooit berichten over of restanten van gevonden.

      1. jan kroeze

        @coxhaak: veenbodem hoger: ja; maar zeespiegel lager: lager ja maar ik weet niet hoeveel lager.
        Is daar iets over bekend, althans over die plek, want er kunnen nogal wat verschillen zijn tussen diverse plaatsen langs de kust.

        1. Rob Duijf

          De zeespiegel lag rond het begin van de jaartelling in West-Nederland niet veel lager dan 0,5 m – NAP. Het gebied achter de strandwallen en nieuwe duinen stond onder directe invloed van de getijdenwerking via het Oer-IJ, de Rijnmond (Oude-Rijn, de limes) en de Maasmond. Gedurende de Romeinse aanwezigheid begon het gebied geleidelijk te vernatten.

          1. jan kroeze

            @robduijf: dank voor de info, 50 cm in 2000 jaar. Mag ik dus zeggen dat het meevalt met de stijging? Ze is ongeveer een 12000 jaar aan de gang sinds de laatste ijstijd. Tegenwoordig piepen we over co2, maar dat spul is natuurlijk hartstikke nodig voor voor de flora, in kassen in het Westland Wordt co2 bijgevoegd ivm snellere groei van producten. Natuurlijk is evenwicht belangrijk, maar ik weet nog steeds niet of al die klimaatmodellen feitelijk juist zijn.En je komt er ook niet echt achter. Je hoeft daarvoor geen klimaatontkenner te zijn natuurlijk. Klimaat bestaat al sinds sintjuttemus.Maar goede voorspellingen ken ik jammer genoeg niet.Dat van die halve meter is iets om over na te denken.

            1. Rob Duijf

              ’50 cm in 2000 jaar. Mag ik dus zeggen dat het meevalt met de stijging?’

              Dat mag je zeggen. Je moet daarbij wel verder kijken, dan je neus lang is! Kijken we wat verder terug in de tijd, laten we zeggen zo’n 12.000 jaar geleden bij aanvang van het Holoceen, dan is er een duidelijke verandering aantoonbaar vanaf het begin van de industrialisatie in de negentiende eeuw.

              Het Holoceen wordt gezien als interglaciaal, een natuurlijke tussenijstijd, zoals het Emien: 126.000 – 116.000 jaar geleden. Toen was de gemiddelde temperatuur vergelijkbaar met of zelfs iets hoger dan nu. Geologen nijgen er echter nu toe om te spreken van ‘Antropoceen’, als geologische periode waarin de invloed van de mens op het klimaat zich duidelijk manifesteert.

              Er is grootschalige afsmelt gaande aan de poolkappen én de gletsjers in de hooggebergten. Klimatologen stoppen die data in computermodellen om te zo te kunnen voorspellen welke consquenties dat op de langere termijn zou kunnen hebben. Dat ziet er niet fraai uit en helemaal niet voor de lagergelegen delta’s zoals in Nederland.

              Klimaatverandering gaat niet alleen gepaard met een stijgende zeespiegel, maar ook met weerextremen, zoals droogte en hevige regenval. De Rijn is een gletscherrivier, de Maas een regenrivier. Al dat water moet ons land passeren. Als er geen natuurlijk debiet meer is, lopen we het risico dat het land àchter onze duinen en dijken volloopt. Daar moeten we nu al rekening mee houden, bijvoorbeeld door dijken aan te passen en te zorgen voor voldoende waterberging.

              Overigens gaat het niet alleen om het klimaat, maar om onze gehele ecologische voetafdruk, van milieuverontreiniging tot overconsumptie. Als we ons daar niet van bewustzijn zijn, maken we onze planeet door eigen toedoen onleefbaar.

  7. sara

    Triviaal, cq junk nieuws, heeft ook z’n functie.
    Mag ik een citaat geven van Johannes de Damascener, die de iconen tegen de iconoclasten verdedigde in zijn tijd (650-750)?

    ‘Want een kundig geneesheer geeft niet eenzelfde soort geneesmiddel aan iedereen onder alle omstandigheden. Maar aan elk dient hij toe wat nodig is en dienstig, en daarbij maakt hij onderscheid naar plaats en ziekte en jaargetij, dat wil zeggen, het juiste ogenblik en de feitelijke toestand en de leeftijd. Het een geeft hij voor een onmondig kind, het ander voor een volwassene.’

    Dit gaat volgens mij ook op voor het delen van oudheidkundige kennis met ‘leken’ en ‘deskundigen’.

    Bron: Uit de derde verhandeling tegen hen die de heilige iconen smaden, vertalers F. v.d. Meer/G. Bartelink, Het Spectrum, 1968.

    1. Een mooi citaat en ik voeg toe dat de kerkvaders (net als de middeleeuwse scholastici) vaak goed begrepen hoe ze iets moesten overdragen.

      Om binnen de metafoor te blijven: het probleem is bij de limes dat hij slechts één geneesmiddel heeft, gericht op directe kennismaking, en dat dit zo vaak wordt voorgeschreven, dat het tweede geneesmiddel niet meer valt te vinden. Juist voor de mensen die al wat weten (die het eerste geneesmiddel al hebben geslikt), is er niets.

      Dat zou tot daar aan toe zijn, maar als je – om het weerzinwekkende cliché te gebruiken dat ik bestuurders van limes-gemeentes nogal eens hoor misbruiken – “de limes op de kaart wil zetten”, dan moet je juist de mensen die al iets weten overtuigen. Dat gebeurt almaar niet, met als gevolg dat de geïnteresseerdste mensen afhaken en de (op basis van het aanbod correcte) conclusie trekken dat het intellectueel niet de moeite waard is.

      De limes is wél interessant. Maar hij wordt het meest bedreigd door de limes-organisaties.

  8. Theo Joppe

    Misschien is het tegenwoordig anders, maar ik heb jaren (tot 2000) vlakbij de Vliet gewerkt en er natuurlijk ook veel rondgewandeld. Nooit ben ik ook maar ergens een informatief bordje tegengekomen over dit kanaal, niets dat erop wees dat dit waarschijnlijk het grootste overgebleven Romeinse bouwwerk in de Lage Landen is. Dat doen ze in het buitenland toch heel anders! Ieder historisch poepje wordt daar ter plekke vaak uitvoerig gedocumenteerd. Historisch erfgoed heeft, vrees ik, in de praktijk een bijzonder lage prioriteit bij (lokale) bestuurders. Geen wonder dat je zulke oppervlakkige persberichten krijgt.

  9. Christos

    Na het lezen van de blog en alle reacties ben ik maar gaan googelen op ‘Voorschoten’ en ‘Corbulo’.

    De eerste hit betrof een persbericht van het Leids Dagblad (18 januari): voor verder lezen moest ik betalen (niet dus). De tweede hit betrof dus het bovengenoemde stuk op Unity.nu, een nieuwssite over het ‘Laatste nieuws uit de regio’. Naast de melding van het kanaal kan ik ook doorklikken naar nieuws over het themajaar rondom Zangeres zonder Naam, de Job Buddy, hoe omstanders een man uit het ijskoude gracht redden, enz.

    Ik heb het stuk gelezen en denk even aan de doelgroep van de site: mensen die geïnteresseerd zijn in (kort) nieuws uit de omgeving. Niet meer en niet minder. Ik vraag me dan ook af hoe snel de algemene lezer (mag ik aannemen geen NRC- of Volkskrantlezer?) afhaakt wanneer je in het begin van het stuk al gaat uitleggen over jaarringen? Hoe lang blijft de aandacht van de lezer bij dit stuk? Weet de lezer wel wanneer de Romeinse tijd begon in Nederland (en IJzertijd, enz?)

    Ik vraag me ook af of Uniti.nl ervan bewust is dat ze (volgens onze normen?) op deze manier junk nieuws verspreid. Ik denk dat ze op een luchtige manier over een stukje nieuws willen schrijven. Niet meer en niet minder. Wanneer ik op mijn werk intern stukjes schrijf over archeologie, dan zijn dat korte stukjes, met korte zinnen, soms een beetje aangedikt (ook junk nieuw!) en vooral een leuke foto.

    Ik ben het dus eens met je kritiek wanneer een dergelijk stuk in de NRC of de Volkskrant had gestaan. Daar mag ik wel meer diepgang verwachten. Voor een dergelijke nieuwssite als Unity.nl zal het voor de auteur het een stuk moeilijker zijn om iets te schrijven over archeologie dan over de Zangeres zonder Naam.

    1. Rob Duijf

      Afgaande op reactie van Otto Cox hierboven en Ben Spaans hieronder laat het format van Unity.NU geen verdieping toe en neemt de bureauredacteur klakkeloos over wat er aan persberichten in zijn postbakje wordt gedeponeerd. Dat is jammer, want zo ontstijgt dit medium het niveau van ‘lokaal suffertje’ niet en dat getuigt van weinig ambitie. Een redacteur die over het juiste journalistieke gereedschap beschikt, zou van een slecht persbericht een goed nieuwsbericht kunnen maken. Dat is hier kennelijk niet gebeurd. Overigens beschikt Unity.NL ook over een radio- en televisiekanaal. Ik mag hopen dat ze het daarop beter doen…

  10. Ben Spaans

    IK heb enige tijd bij Unity doorgebracht en moet nu wel reageren. De webredactie (met toen ook nog een teletekstpoot) is, keihard, knip- en plakwerk. Er zijn maar een paar bronnen die gebruikt mogen worden, de info diensten van de betrokken gemeenten en de politie (het is nadrukkelijk niet de bedoeling verder te zoeken). De redacteur brengt die samen in een berichtje, waarbij zijn eigen inbreng te verwaarlozen is, alleen bij de selectie speelt dit een beetje. Als die methode onder de knie is maakt het niet uit of een stagiaire met een mbo-achtergrond of een drs. het werk verricht. Of die verstand heeft van Mary Servaes dan wel archeologie doet er niet toe.

    1. Rob Duijf

      Wel triest dat er dan geen journalistiek basiscursusje ‘Hoe schrijf ik een nieuwsbericht’ af kan.

  11. Ben Spaans

    Unity is (dat ze dit nooit mogen lezen…) is het lokale sufferdje. Het kader is voor het merendeel mbo. De tv-verslaggeving is wat journalistieker, maar ook heel braaf, risicomijdend.

    Ze hebben wel nosjournaal-lezeres Amber Brantsen voortgebracht.

    1. Rob Duijf

      ‘Unity is (…) het lokale sufferdje.’

      Helder Ben. Ik heb in het verleden journalistieke trainingen gegeven. Met wat goede wil kun je zo’n medium best omhoog tillen. Zoals meestal met sufferdjes zal het ook hier wel in de eerste plaats draaien om de advertentieinkomsten…

        1. Rob Duijf

          Klopt. Voorlichters zoeken spreekbuizen om het eigen verhaal over het voetlicht te brengen, dus daar moet de knop om…

  12. Ben Spaans

    Unity draait voor het grootste deel op de subsidies van de doorgevende gemeenten. Het ziet er naar uit dat ze hun plek in Leiden kwijtraken als dé gemeentelijke zender, wat een grote klap is. Het laatste waar ze mee bezig zullen zijn is verantwoorde wetenschapscommunicatie.

    1. Rob Duijf

      Tja, dat is dan duidelijk. ‘Wiens brood men eet, diens woord men spreekt’. Dan hebben we het niet eens meer over ‘verantwoorde communicatie’…

      Ik kan niet beoordelen wat de reden is dat ze ‘hun plek’ in de Leidense regionale media dreigen kwijt te raken, maar zonder onderscheidende ‘eigenheid’ wordt het wel lastig…

      1. Rob Duijf

        Media die afhankelijk zijn van advertentieinkomsten en susidies zijn niet onafhankelijk en lenen zich dus niet voor opinie.

        Dat hoeft verantwoorde, professionele journalistiek (want daar is men mee bezig) niet in de weg te staan. Daar ontbreekt het aan, is mijn indruk.

      2. Ben Spaans

        Het wordt een ontzettend parochiaal verhaal maar goed; Unity is begonnen als regionale omroep van Leiderdorp (ik heb met eigen ogen gezien hoe klef de directeur met het gemeentebestuur daar is). Rond 2012 waren ze uitgegroeid tot de regionale zender van de Leidse regio en de Bollenstreek. Toen kwam er concurrentie en raakten ze Bollenstreek aan anderen kwijt na een salomonsoordeel van het Commisariaat voor de Media, dat daarover gaat. Daar konden ze mee leven, zolang ze Leiden maar behielden. Leiden heeft echter nog een lokale omroep, Sleutelstad FM. Die azen op de Leidse subsidie én ze willen de mogelijkheid van een tv-kanaal. In 2013 hield het CvdM Unity nog in Leiden, maar na vijf jaar ligt de concessie weer open. De gemeenten waar Unity officieel is adviseerden verdeeld. De Leidse gemeenteraad stak Unity een dolk in de rug door unaniem voor Sleutelstad te gaan. Het CvdM hield zich desondanks bij Unity, maar Sleutelstad ging in beroep en kreeg de concessie met subsidie alsnog. Unity is hier weer tegen in beroep, en hangende dit verandert er voorlopig blijkbaar niets, ik ben nog geen tv van Sleutelstad tegengekomen.

        Regionale journalistiek. Verwacht er voorlopig niet teveel van voor goede wetenschapscommunicatie.

        1. “Regionale journalistiek. Verwacht er voorlopig niet teveel van voor goede wetenschapscommunicatie.”

          Maar juist om die reden moet het materiaal zó worden aangeleverd dat het wél zo is.

        2. Rob Duijf

          ‘Regionale journalistiek. Verwacht er voorlopig niet teveel van voor goede wetenschapscommunicatie.’

          Dat zie je in het algemeen te negatief. Ik heb veel ervaring met regionale media en daar zijn echt wel mogelijkheden, hoor. Het vraagt wel om een goed format en een redactie of redacteur die in ieder geval weet, waar de informatie met relevantie voor de regio valt te halen en hoe deze voor een dergelijk medium kan worden vormgegeven. Dat vraagt wel om enige professionaliteit en aangezien de journalistieke opleidingen aan de lopende band jonge journalisten uitpoepen, zijn die echt wel te vinden.

          Voor opinie zijn dergelijke media ongeschikt (want niet onafhankelijk), maar met een goed redactiestatuut en het toepassen van het journalistieke principe van hoor-en-wederhoor kun je ook het niveau van een ‘lokaal suffertje’ opkrikken.

          Daarvoor heb je op managementniveau wel mensen met visie nodig, die verder durven kijken dan hun budget…

Reacties zijn gesloten.