
Er naderen verkiezingen en dus maakten de kleine christelijke partijen onlangs een puntje voor de eigen achterban, namelijk dat een reformatorische school het recht zou hebben van ouders een verklaring te vragen waarin zij afstand namen van een homoseksuele leefwijze. De discussie hierover is elders gevoerd; mij gaat het om een tweet van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij.
Scholieren verdienen een veilige school én scholen moeten de vrijheid hebben om de klassiek-christelijke opvattingen over huwelijk en seksualiteit te vertolken. …
Hierover is een hoop te zeggen. Het woord “klassiek” heeft diverse betekenissen.
Klassiek = Grieks-Romeins?
Ten eerste: Grieks-Romeins. Als dit is wat Van der Staaij bedoelt, is “klassiek-christelijke opvattingen” nogal raar, want hij stelt dan twee ongelijksoortige dingen gelijk. Sterker nog, ze zijn zó ongelijksoortig dat weleens is geopperd dat de christelijke huwelijksmoraal, zoals verwoord door de apostel Paulus, een omkering is van de klassieke opvattingen. Zo bezien zijn Van der Staaijs woorden even wonderlijk als wanneer hij het zou hebben gehad over de communistisch-kapitalistische opvatting over de geleide economie. Ik kom hierop straks op terug.
Klassiek = traditioneel?
Ten tweede: “klassiek” kan “traditioneel” beteken. Ook zo is Van der Staaijs tweet zinledig. Het christendom is namelijk niet zo geïnteresseerd in seks, laat staan homoseksualiteit. Ik weet dat het weleens anders lijkt, maar loop even mee.
- Het misdrijf van de bewoners van Sodom is niet sodomie. Sodom is een samenleving zonder sociale gerechtigheid, waar het gepeupel de macht heeft en de gastvrijheidsregels schendt.
- Het boek Leviticus verbiedt homoseksuele handelingen in het kader van de heiligheidsregels in de tempel. Aangezien het christendom geen tempel heeft, zijn deze regels irrelevant.
- De evangeliën hebben het nooit over homoseksualiteit. Paulus lijkt het enkele keren te typeren als ongewenst, maar daarover is debat.
Dat is alles. Wat je er ook van denkt, het valt in het niet bij de eindeloos herhaalde oproep tot sociale gerechtigheid. Die is aanwezig van de oudste delen van de joodse Bijbel (zoals Spreuken en Amos) tot de jongste delen van het Nieuwe Testament (zoals het Evangelie van Lukas). Ze is te vinden in poëzie & proza, ze is te vinden in de Wet & Profeten & Geschriften, en ze is na de Bijbel te vinden bij de vroegchristelijke auteurs.
De christelijke obsessie met seksualiteit stamt, als ik het wel heb, uit de Late Middeleeuwen. In die tijd introduceerden denkers als Thomas van Aquino het gedachtengoed van Aristoteles in de christelijke moraalfilosofie. De theologen veranderden daarbij Aristoteles’ aanname dat de natuur doelmatig is in een norm voor het menselijk handelen. Zo maakten ze seksuele handelingen die niet bijdroegen aan de voortplanting (masturbatie, homoseksualiteit, abortus…) tot verdachte aangelegenheden. Voordien waren ze dat niet. Ik ben geen mediëvist en laat me graag corrigeren, maar als je het mij vraagt zijn er twaalf eeuwen voorbijgegaan zonder Van der Staaijs klassiek-christelijke opvattingen over huwelijk en seksualiteit. Die zijn geen traditie maar een innovatie.
Klassiek = kwaliteit?
Er is nog een derde betekenis voor het woord klassiek: een soort kwaliteitsnorm. Van der Staaij wil dan iets zeggen als “de beproefde, de orthodoxe, de juiste opvattingen over huwelijk en seksualiteit”. Dat is eigenlijk het minst overtuigend. Elke keer dat mensen, sprekend over een onderwerp waarover allerlei verschillende opvattingen bestaan, het hebben over de klassieke of de orthodoxe opvattingen, bedoelen ze hun eigen opvattingen.
Tot slot
Kortom, de drie hier genoemde manieren om “klassiek” uit te leggen, ondergraven alledrie Van der Staaijs argument. Maar misschien is er hoop voor de SGP-fractievoorzitter. Ik gaf hierboven aan dat de klassieke opvattingen over huwelijk en seksualiteit tegengesteld waren aan de christelijke. Dat is geen ongebruikelijke visie, maar ik heb mijn twijfels. Ik heb bij een andere gelegenheid al eens aangegeven niet overtuigd te zijn.
Het bewijsmateriaal voor de “klassieke” huwelijksmoraal is namelijk erg fragmentarisch. De aanwijzingen dateren uit een periode van een stuk of zes eeuwen en zijn afkomstig uit een gebied dat zich uitstrekt van Sicilië tot Egypte. Het materiaal is zó mager dat je altijd een huwelijksmoraal kunt construeren die omgekeerd is aan n’importe wiens opvattingen. Het is dus prima mogelijk een christelijke en een klassieke moraal te beschrijven die diametraal tegenover elkaar staan. Je kunt, door de puzzelstukjes anders te leggen, ook bewijzen dat ze zoveel niet verschilden.
Dan heeft Van der Staaij dus gelijk en kan er één “klassiek-christelijke opvatting over huwelijk en seksualiteit” bestaan. Maar echt overtuigend is het niet als je je punt moet baseren op iets waar epistemologisch alles mogelijk is. Er zijn delen van de antieke cultuur waar we een scherper, beter onderbouwd beeld van hebben dan huwelijk en seksualiteit.
Naschrift
Ik kreeg als reactie dat Van der Staaij de Synode van Dordrecht beschouwt als het klassieke christendom. Dat zou ik bij #3 hebben kunnen noemen: iedereen denkt dat zijn eigen visie de klassieke is.
De “klassiek- Christelijke”opvattingen of traditie blijkt vaak de “idées reçues” uit de tweede helft van de19e eeuw te zijn….
En qua Thomas van Aquino…weliswaar deel van de Katholieke leer, maar toch nog altijd geen Evangelie…
Dank Jona voor dit kleine historische overzicht van een terrein dat voor veel orthodoxe christenen, maar niet voor hen alleen, met voetangels en klemmen bezaaid is.
Opmerkelijk genoeg veroorzaak je met
“Het christendom is namelijk niet zo geïnteresseerd in seks,”
precies hetzelfde probleem als Van der Staaij met “klassiek” – het is niet meteen duidelijk wat je met “het christendom” bedoelt. Gegeven de drie voorbeelden die je aanhaalt lijk je “de Bijbel”, “de auteurs van de Bijbel” of iets dergelijks te bedoelen, maar dat blijft een gok. De Bijbel is niet hetzelfde als het christendom, al was het maar omdat de auteurs van jouw voorbeelden 1 en 2 per definitie geen christenen konden zijn.
Bedoelen we met “christendom” echter zoiets als de tweeduizendjarige religieuze beweging bestaande uit volgelingen van Jezus” dan klopt je uitspraak niet.
“De christelijke obsessie met seksualiteit stamt, als ik het wel heb, uit de Late Middeleeuwen.”
En ik meen te weten dat christelijke auteurs zich in de Late Oudheid al afzetten tegen het heidense geloof van met name de Romeinen door uitgebreid over orgieën te klagen. Ene Augustinus van Hippo schreef er ook al uitgebreid over, of niet?
Daar komt nog bij dat een obsessie met seksualiteit prima samengaat met herhaald oproepen tot sociale gerechtigheid.
Dit alles spreekt
“zijn er twaalf eeuwen voorbijgegaan zonder Van der Staaijs klassiek-christelijke opvattingen over huwelijk en seksualiteit.”
weer geenszins tegen. Dit is een valkuil waar menigeen intrapt (jij gelukkig net niet). Van der Staaij is een conservatief. Conservatievelingen beroepen zich er op en worden geacht onveranderlijke opvattingen te hebben omdat ze veranderingen nou eenmaal wantrouwen. Daardoor is het gemakkelijk te vergeten dat de conservatief anno 2020 iets geheel anders wil behouden dan de conservatief anno 1811. De opvattingen van de aartsvader van het moderne conservatisme, Edmund Burke, die leefde ver voordat de SGP werd opgericht, verschillen enorm van die van Van der Staaij.
Hiermee hebben we te pakken wat Van der Staaij bedoelde met klassiek-christelijk. Hij wil duidelijk maken dat zijn particuliere christelijke opvattingen een lange geschiedenis hebben. Zo kan hij zich afzetten tegen moderniteit, verbergend dat zijn particuliere christelijke opvattingen zelf er een product van zijn.
Dat laat zich het beste zien via creationisme. Dat is een reactie op Darwin’s Origin of Species en The Descent of Man en dus per definitie modern. Zie ook Karen Armstrong’s boek over abrahamistisch fundamentalisme.
De derde betekenis is dan ook de juiste (in die zin dat Van der Staaij het woord in die betekenis gebruikte). Ik vond het jammer dat je daar het minste over schreef. Er zit meer achter dan alleen maar “….. bedoelen ze hun eigen opvattingen.”
Het doet me genoegen dat JohanT in slechts twee zinnen duidelijk maakt waar ik een lange reactie voor nodig heb.
Dit zou verplichte kost moeten zijn voor alle gelovigen.
Liever niet. Zij zijn niet de enigen die woorden als “klassiek” te onpas gebruiken. Wat ik zou willen is dat mensen ophielden het verleden te gebruiken als inspiratie of norm voor het heden.
Liever wel en dan alle ongelovigen erbij. Op de eerste rijen zitten dan antireligieuzen die menen dat fundies de ware gelovigen zijn en ook altijd geweest zijn.
Er zijn trouwens best een paar historische karakters (zelfs Jezus in een paar opzichten, als we hem ontdoen van zijn goddelijke pretenties) die mij inspireren. “Norm” gaat me te ver – daar gebruik ik zelfs mijn drie helden uit de 20e eeuw niet voor (Ghandi, Luther King en Mandela).
De aandacht voor huwelijk en seksualiteit is zeker vroegmiddeleeuws en zelfs laatantiek. Vierde -eeuwse Griekse concilies (Ancyra in ca. 314 en Neocaesaraea in 325, dus al voor Nicaea) besteedden al aandacht voor ongeoorloofde contacten met dieren en tussen mannen. De eerste strengere wetgeving tegen incestueuze huwelijken is het Damascusedict van christenvervolger Diocletianus, een startpunt voor latere christelijke anti-incestwetgeving in de vroege middeleeuwen in Oost en West. Met de opkomst van het monnikendom wordt die aandacht nog groter. Ik denk dat daar de sleutel gezocht moet worden. Er is in dit opzicht eigenlijk geen verschil tussen het Latijnse en het Griekse christendom. Het Ierse monnikendom is een belangrijke katalysator. Boeteboeken (biechthandboeken) behandelen sodomie, masturbatie en veel verschillende vormen van ontucht (tussen mannen (frater cum fratre), tussen vrouwen, van achter (in terga), met viervoeters, zoals de beesten (sicut animalibus), bezoedeld in de slaap (in somno pollutus), etc.). Een deel van deze bepalingen is overigens gebaseerd op de verzamelde uitspraken van de uit Klein-Azië afkomstige Theodorus van Canterbury (eind zevende eeuw). Het gaat bij sodomie trouwens altijd om de daad, nooit om geaardheid.
Deels hebben dit soort voorschriften ook te maken met rituele reinheid. Gregorius de Grote behandelt in zijn brief aan Augustinus van Canterbury de vragen of mannen na een natte droom en vrouwen na menstruatie ter communie mogen gaan. Uit mijn hoofd dacht ik dat hij dit wel toestond. Mijn idee is overigens dat ‘de Kerk’ de late middeleeuwen minder streng is. Van der Staaij zou zeker door bijv. Theodorus van Canterbury als laks gezien worden.
Let wel, het gaat hier om normatieve bepalingen. Die zeggen per definitie weinig over de dagelijkse, sociale praktijk van het leven van gewone christenen.
“De aandacht voor …..”
Dank u wel, had ik het goed onthouden. Dat is bepaald niet vanzelfsprekend.
Toch kan je best beargumenteren dat het simpele feit dat er zo specifieke regels moesten worden opgesteld, met zo’n normatief kader (dit mag niet… dat mag niet…) er op wijst dat zo’n kader überhaupt nodig was. Het kwam voor (en meer dan eenmaal) dus het moest in regels worden gevat. Net als bij Hammurabi of de Hethititische wetten.
Het probleem is niet dat er regels zijn. Die heeft elke club en vereniging. Het probleem ontstaat als mensen die regels opleggen aan anderen. Het is dezelfde ergernis die wordt opgeroepen als een politicus eist dat ondernemerschap een schoolvak moet wezen omdat iedereen ondernemer moet zijn of als een andere politicus wil dat we om wille van het milieu allemaal vegetariër worden. Het zijn respectabele standpunten (al ben ik het er zelf mee oneens) maar het feit dat je van mensen een verandering verwacht, roept ergernis op.
Het probleem ontstaat als mensen die regels opleggen aan anderen. (…) het feit dat je van mensen een verandering verwacht, roept ergernis op.
Precies. Het eist volgzaamheid en roept verzet op, geen authentiek inzicht in waarom we iets wel of niet zouden moeten doen. Samenleven vereist intelligentie, geen gehoorzaamheid.
Overigens moeten we wachten tot de 11e/12e eeuw eer we iets van een positieve theorie over het huwelijk hebben. Daarvoor sanctioneert “de kerk” (een anomalie, omdat hierin ook weer een veelheid van opvattingen bestond) vooral de wereldlijke, zeer pluriforme huwelijkspraktijken, maar probeert dit wel in te perken met geboden en verboden op het gebied van incest, scheiding, monogamie, roof/verkrachting. Met wisselend succes, overigens. Wat betreft de nadruk op vrijwilligheid en het tegengaan van roof en verstoting van vrouwen denk ik dat je best kunt zeggen dat het christendom ook een beschavende werking heeft gehad. Verder is het een misvatting dat “de kerk” ongehuwd samenwonen altijd afwees. Met een beroep op het concilie van Toledo (400) werd dit niet als een beletsel voor bijvoorbeeld de Communie gezien. Op het gebied van echtscheiding is de Byzantijnse kerk iets liberaler geweest – naar onze moderne opvattingen dan – geweest, is althans mijn inschatting op basis van secundaire literatuur. Het kerkelijk huwelijk in het Westen is trouwens (hahaha) een zestiende-eeuwse vinding.
Ik zie het simpelweg zo: Van der Staaij probeert met de term ‘klassiek’ te verbloemen wat hij eigenlijk is, nl. orthodox-christelijk. Maar omdat de term orthodox nu beladen is geworden in verband met de salafisten e.d., misbruikt hij nu de kwalificatie ‘klassiek’.
Maar goed, hij preekt in feite toch alleen maar voor eigen parochie.
Is wat van der Staaij zegt niet overeenkomstig artikel 6 van de Grondwet? Daar staat in dat men vrij is zijn godsdienst uit te oefenen, voor zover dat niet in strijd met de wet is. En in artikel 1 Grondwet staat dat wij gelijk behandeld moeten worden in gelijke gevallen. En dus niet altijd gelijk behandeld worden, zoals Ron Freese heel dom zei op het Journaal.
Ik begrijp uw punt en accepteer die in hoge mate, maar probleem blijft dat voor “orthodox” als in “wat hij eigenlijk is, nl. orthodox-christelijk” uiteindelijk hetzelfde geldt. Aan de andere kant weet ik ook niets beters.
Wel wil ik er op wijzen dat in het Engels “orthodox-christian” verwijst naar de Oost-Europese kerken, die teruggaan op de patriarch van Constantinopel. Daarom geef ik de voorkeur aan orthodox-protestant. Die term verwijstt terug naar het gedoe rond arminianen en gomaristen (ik kan nooit onthouden welke nou de rekkelijken waren en welke de preciezen) en het lijkt me niet moeilijk om continuïteit met als eindpunt Van der Staaij aan te tonen.
“ik kan nooit onthouden welke nou de rekkelijken waren en welke de preciezen”
Ze waren beide zeer precies, maar op een wat verschillende manier
A propos: ‘… het verleden te gebruiken als inspiratie of norm voor het heden.’
Dit vind ik enigszins problematisch als uitspraak. Want waarom bestuderen we dan het verleden?Waar moeten we anders inspiratie, normering ende leringhe (en vermaek, soms) vandaan halen?
Tenminste als we ‘het verleden’ als een ruim begrip zien. Het heden is niets zonder het verleden en de toekomst nog minder.
“Want waarom bestuderen we dan het verleden?”
Omdat het verleden boeit.
“Waar moeten we anders inspiratie, normering ende leringhe”
Moderne teksten en moderne denkers.
“(en vermaek, soms) vandaan halen?”
Voetbal of een andere sport naar voorkeur.
Een paar decennia geleden had ik ook nog een paar tv-programma’s kunnen noemen, maar tegenwoordig niet meer.
Ik heb ook nog een paar minder gebruikelijke suggesties (me laten bekogelen met hardgekookte eieren door Nederlandse racisten bv.) maar ik vermoed dat die minder zullen aanspreken.
Helaas, sport en dergelijke kunnen mij niet vermaken. Ik denk dan altijd ‘Ga eens wat nuttigs doen’. Maar ik gun iedereen zijn pleziertje.
Wat mij wel vermaakt is de kalender van Der Spiegel Geschichte (Das Mittelalter), waarop deze week een stukje stond over de heilige Ansgar, een Benedictijnse monnik uit de 9e eeuw, die o.a. bisschop van Hamburg werd. Hij heeft nogal wat roem verworven. Het leuke aan de man was dat hij een bijverdienste als zzp’er had. Hij bestierde namelijk een bureautje waar vervalste documenten geproduceerd werden, inclusief die van hem zelf natuurlijk. Zelfs de paus trapte erin.
Het zal wel leedvermaak van mijn kant zijn.
Je kunt van het verleden gewoon genieten, net als van een boswandeling of een concert of een boek. Ik voor mij zie geen reden de historische belangstelling te rechtvaardigen door te doen alsof het nuttig of normatief zou zijn. De oudheidkundige is bezig met de Oudheid – niet omdat hij er inspiratie aan wil ontlenen, niet om er een oordeel over te vellen, maar omdat ‘ie wil weten wat er is gebeurd en hoe mensen toen dachten.
Dat is voldoende. De Oudheid is genieten. Voor de subsidiëring van het onderzoek is dit natuurlijk onvoldoende. Iedereen wil wel genieten, dus universiteitsmensen moeten extra uitleg geven waarom zij meer dan anderen recht hebben om te genieten. Maar voor ons, gewone liefhebbers, is dat een academische kwestie.
Bijgaand een artikel dat ik een aantal jaren geleden hierover schreef…
WAT ZEGT JEZUS OVER HOMOSEKSUALITEIT ?
De meeste Christenen weten feilloos te vertellen dat de Bijbel homoseksualiteit verbiedt en kunnen de plaatsen waar dat te lezen staat vaak uit hun hoofd citeren; deze bijvoorbeeld:
Leviticus 20:13 “Wie met een man het bed deelt als met een vrouw, begaat een gruweldaad. Beiden moeten ter dood gebracht worden…”
1Korintiers 6:9 “Weet u niet dat wie onrecht doet geen deel zal hebben aan het koninkrijk van God? Vergis u niet. Ontuchtplegers noch afgodendienaars, overspeligen, schandknapen, knapenschenders, dieven noch geldwolven, lasteraars noch uitbuiters zullen deel hebben aan het koninkrijk van God.”
Maar wat zegt Jezus over homofilie!?
Want we kunnen natuurlijk wel wijzen naar teksten uit Tenach (het Oude Testament), of de Brieven van Paulus aanhalen uit het Nieuwe Testament; maar we zijn onvolledig als we de Evangeliën buiten beschouwing laten en Jezus niet zelf het woord geven! Sterker nog: Jezus is degene die de norm bepaalt… hij, en geen ander!
En over mannen die niet geschikt zijn om te huwen zegt hij het volgende:
Matt.19:12
1) er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren werden,
2) andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn,
3) en er zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben
met het oog op het koninkrijk van de hemel.
In dit vers noemt Jezus drie redenen (oorzaken) waarom sommigen mannen niet geschikt zijn voor het huwelijk. Maar vóór hij ingaat op deze drie zaken zegt hij tegen zijn leerlingen:
Matt.19:11 “Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen, alleen degenen aan wie het gegeven is…”
Wat bedoelt hij als hij zegt: ‘Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen…’! Wat is er aan deze tekst nu zo ondoorgrondelijk dat niet iedereen die kan begrijpen? Is wat gezegd word niet glashelder? Een ieder zal toch het volgende uit de tekst opmaken:
1) zij die ‘onvruchtbaar geboren werden’, zijn mannen die impotent zijn of gehandicapt!
2) zij die ‘door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn’, zijn mannen die gecastreerd
werden!
3) zij die ‘zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben’ zijn mannen die het celibaat
verkozen!
Wat is hier nu zo onbegrijpelijk aan?
Of bedoelt Jezus wat anders; heeft hij het ergens anders over, over iets waar in het openbaar beter niet hardop over gesproken kan worden, iets wat in de taboe sfeer ligt?
Laten we de tekst uit Mattheüs 19:12 eens goed bestuderen:
Over de ‘eunuchen’ en de ‘celibatair’ levende mannen genoemd bij groep 2) en groep 3) kan geen misverstand bestaan. Het zijn twee groepen die buiten de traditionele huwelijks verbintenis vallen; de ene groep ‘kan’ geen nageslacht verwekken, en de andere groep ‘wil’ geen nageslacht verwekken. Als huwelijkskandidaten vallen deze twee groepen dus af.
Dan blijft groep 1) over; de mannen die impotent zijn, of een mankement hebben aan hun voortplantingsorgaan: ‘zij die onvruchtbaar geboren werden’, zoals de NBV 2004 vertaald. In de Griekse grondtekst staat het zo:
‘want er zijn ‘eunouchoi’ die vanuit de moederschoot zo geboren zijn’.
‘Eunouchoi’ is een Grieks woord waarin iedereen wel het woord ‘eunuch’ in herkent: een man die gecastreerd werd om de harem van een vorst te bewaken.
Een ‘ontmande’ man dus; iemand die niet in staat is seks met een vrouw te bedrijven, en – in het verlengde daarvan – geen seksuele gevoelens voor vrouwen kan opbrengen. Dat is bij hem ‘weg gesneden’. De oude Bijbelvertalingen spreken daarom over ‘gesnedenen’.
Wat Jezus dus zegt is: Er zijn mannen die ‘vanaf hun geboorte’ geen seksuele gevoelens voor een vrouw kunnen opbrengen! Ze zijn ‘onvruchtbaar geboren’.
Nu kan je dat ‘onvruchtbaar geboren zijn’ op twee manieren opvatten:
A) De man heeft een fysieke beperking. Hij heeft een mankement aan zijn voortplantingsorgaan en is om die reden niet seksueel geïnteresseerd in vrouwen. Hierdoor is hij in overdrachtelijke zin een ‘eunuch’.
B) De man heeft geen fysieke beperking, maar is mentaal niet seksueel geïnteresseerd in vrouwen. Ook hij is in overdrachtelijke zin een ‘eunuch’, en zal (of kan) om die reden geen nageslacht verwekken.
Door de teksten in Leviticus en de Brieven van Paulus hebben christenen altijd gedacht dat het ‘vanaf de geboorte onvruchtbaar zijn’ betrekking had op mannen genoemd onder A): zij die behept zijn met een lichamelijke gebrek aan de voortplantingsorganen.
Er is echter reden om aan te nemen dat Jezus niet op hen doelde, maar op de mannen genoemd onder B): zij die mentaal niet seksueel geïnteresseerd in vrouwen.
Dat kan je niet alleen afleiden uit zijn inleidende zin ‘niet iedereen kan deze kwestie begrijpen’ (Matt.19:11), maar ook uit zijn afsluitende zin:
Matt.19:12 “Laat wie bij machte is dit te begrijpen het begrijpen! (<NBV 2004)"
Matt.19:12 "Die het vatten kan, die vatte het. (<NBG 1951)"
Begrijpen, vatten? Als het om een ‘fysieke’ handicap of om ‘celibatair’ levende mannen zou gaan dan is het woord ‘begrijpen’ of het woord ‘vatten’ hier niet op zijn plaats. Een kind kan namelijk ‘begrijpen’ dat deze mannen niet geschikt zijn om een huwelijk mee aan te gaan omdat ze geen nageslacht kunnen of willen verwekken; dat is voor iedereen te ‘(be)vatten’!
Zo waren er in de tijd van Jezus, Esseense groeperingen die celibatair leefden, dat was bij iedereen bekend en daar kan dat ‘begrijpen’ dus niet over gaan.
En ook de eunuch, de gecastreerde, was geen onbekende in Bijbelse tijden; de kamerling uit Ethiopië (Hand.8:27) was een eunuch.
Iedereen kon begrijpen dat dit soort mannen niet geschikt waren om een huwelijk mee aan te gaan, dan wel dat ze in staat mochten worden geacht nageslacht te verwekken.
Dit is allemaal goed te ‘begrijpen’. Maar wat is het dan, dat zo moeilijk te ‘begrijpen’ valt?
Laten we even een paar andere Bijbelvertalingen raadplegen; want ‘begrijpen’ en ‘(be)vatten’ uit de NBV 2004 en de NBG 1951 zijn synoniem aan elkaar. Maar de Peshitta vertaald hier met ‘ruimte maken’, en de NWV 1992 met ‘plaats maken’, en de GNB 1983 met ‘er voor openstaan’. En deze woorden zijn niet synoniem, ze hebben een andere betekenis!
Als we de Griekse grondtekst er op naslaan dan zien we dat hier twee vervoegingen van het werkwoord ‘chõreõ’ worden gebruikt. Dit woord heeft elders de volgende betekenissen:
1) kunnen aanvaardden …
NBV 2004 Joh.8:37 u wilt mij doden omdat er in u ‘geen ruimte’ is voor wat ik zeg
NBG 1951 Joh.8:37 maar gij tracht Mij te doden, omdat mijn woord bij u ‘geen
plaats vindt.
BGT 2014 Joh.8:37 maar jullie laten mijn boodschap ‘niet toe in je hart’.
Het Boek Joh.8:37 omdat mijn boodschap ‘niet tot uw hart’ doordringt.
Peshitta Joh.8:37 maar u probeert mij te doden uit ‘onbegrip’ van mijn woord.
2) een plaats in je hart geven …
NBV 2004 2Kor.7:2 Toon uw ‘genegenheid’) voor ons. Wij hebben niemand
onrecht aangedaan,
NBG 1951 2Kor.7:2 ‘Gunt’ ons plaats: wij hebben niemand verongelijkt,
BGT 2014 2Kor.7:2 Vrienden, ‘houd van mij met heel je hart’! Ik heb toch niemand
slecht behandeld?
Het Boek 2Kor.7:2 En ‘zet uw hart toch voor ons open’, want wij hebben niemand
slecht behandeld,
Peshitta 2Kor.7:2 ‘Verdraag’ ons, broeders; we hebben niemand geschaad…
Bovenstaande voorbeelden geven dus een andere kijk op het geheel. Het woord ‘begrijpen’ (chõreõ) moeten we dus verstaan in de zin van ‘begrip hebben’. De tekst van Matt.19:12 kan daarom het best als volgt vertaald worden: ‘Wie hier begrip voor heeft die heeft het begrepen.’
De tekst op deze wijze vertalen komt dan overeen met de woorden en begrippen uit de andere vertalingen en andere teksten waar het Griekse woord ‘chõreõ’ wordt gebruikt:
‘ruimdenkend’ zijn…
‘plaats’ creëren voor een andere visie…
‘openstaan’ voor iets dat anders is…
‘verdraagzaam’ zijn…
‘hart’ tonen…
Jezus legt in deze tekst op subtiele wijze uit dat er mannen zijn die niet ‘mannelijk’ zijn en die zich niet tot vrouwen aangetrokken voelen, maar… tot mannen!
Ze zijn al zo sinds hun geboorte – vanaf de moederschoot – en dat moet je niet veroordelen; nee, daar moet je begrip voor opbrengen. En dat kunnen alleen degenen ‘aan wie het gegeven is’:
Matt.19:11 "Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen, alleen degenen aan wie het
gegeven is…"
Denk overigens niet dat Jezus hier een gebod uit de Thora negeert of buiten werking stelt; dat doet hij beslist niet. In het Mattheüs Evangelie zegt hij over de Thora:
Matt.5:17 "Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de ‘woorden’ van de Profeten af te schaffen. Ik ben gekomen om er de volle betekenis aan te geven. Neem van mij aan dat zolang hemel en aarde bestaan er niet één letter punt of komma uit de Wet geschrapt zal worden…"
Wat Jezus verlangt is begrip; niets meer en niets minder!
Maar waarom noemt Jezus ‘het probleem’ dan niet gewoon bij de naam?
Welnu, omdat er voor ‘homoseksuelen’ geen Bijbels woord bestaat; er is eenvoudig weg geen neutraal woord voor. De Kerk gebruikt het door hen zelf verzonnen woord ‘sodomie’, maar Tenach geeft uitsluitend een ‘omschrijving’ en noemt hen plegers van gruweldaden terwijl Paulus hen kwalificeert als verschrikkelijke zondaren. Paulus is nog het meest neutraal als hij zegt:
Rom.1:26 "… de natuurlijke omgang is verruild voor de tegennatuurlijke …"
Andere kwalificaties die hij – en Timotheüs – aan homoseksualiteit geven in hun Brieven zijn zondermeer denigrerend:
arsenokoitai: schandelijk / onfatsoenlijk / ontuchtig
pornoi: ontuchtplegers / schandknapen / knapenschenders
malakoi: verwijfden
En dit zijn benamingen die Jezus absoluut niet wil gebruiken. Bij hem is het ook niet ‘tegennatuurlijk’, maar hij bepleit dat homoseksuelen ‘van nature’ zo zijn; vanaf de ‘moederschoot’ zijn ze zo.
Ook gebruikt Jezus niet het gangbare woord voor kinderloosheid: ‘ateknos’ (Luc.20:28). Dat is immers het gevolg van dat ‘anders’ zijn en niet de oorzaak.
Als je het bovenstaande goed op je in laat werken dan zie je dat Jezus ons hier leert de ‘menselijke maat’ te hanteren en niet te (ver)oordelen naar ‘de letter der wet’. Hij noemt het zelfs geen zonde, zoals hij dat wel deed in het geval van de overspelige vrouw:
Joh.8:11 "Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer."
Deze mensen zijn zo geboren, zegt Jezus. En daar kan geen wet van Mozes of een veroordelende uitspraak van Paulus iets aan veranderen…
“WAT ZEGT JEZUS OVER HOMOSEKSUALITEIT ?”
Kijk, dit is nou een leuk voorbeeld, want het illustreert zowel JonaL’s “ik zou willen is dat mensen ophielden het verleden te gebruiken als inspiratie of norm voor het heden” als het volslagen tegendeel. Ik begin met het laatste.
De tegenvraag van een ongelovige als ik is immers “Waarom zou ik me daar ook maar iets van aantrekken?” Antwoorden als “goddelijke boodschap”, “ook FrankB’s denken is door de inhoud van de Bijbel beïnvloed” en “de christelijke traditie” zijn voor mij volstrekt onvoldoende. Daaruit volgt niet dat ik bij voorbaat alles verwerp van Jezus heeft gezegd, alleen dat hij geen “norm voor het heden” is en evenmin vanzelfsprekend een “inspiratie”. Zoals altijd als iemand uw vraag of iets vergelijkbaars stelt doet u geen enkele moeite een antwoord te geven op mijn tegenvraag.
Voor de 21e eeuwse fans van Jezus ligt dat vanzelfsprekend helemaal anders. Blijkbaar is het zo dat wij (en dat is met name inclusief mijzelf) “het verleden gebruiken als inspiratie of norm voor het heden” als gevolg van onze intellectuele behoeften.
Omdat ik geen professioneel historicus ben vind ik het niet zo erg als JonaL, maar daarmee is het probleem dat hij aankaart nog niet uit de wereld.
Beste Frank, je schrijft: “Daaruit volgt niet dat ik bij voorbaat alles verwerp van wat Jezus heeft gezegd, alleen dat hij geen “norm voor het heden is”… met deze zin geef je dus aan dat je WEL zijn normen ‘voor het heden’ onderschrijft. En jij bent niet de enigste; ook Mark Rutte spreekt over onze ‘Joods / Christelijke normen en waarden. En ook ik onderschrijf deze normen en waarden (en ik ben geeneens een Christen!).
En dan nog dit: Als een (rijke) man aan Jezus vraagt: ‘Meester, wat moet ik doen om behouden te worden?’ Dan geeft Jezus als antwoord: ‘Gij kent de Geboden!’ ‘Welke?’ vraagt de man. En vervolgens noemt Jezus zes van de TIEN GEBODEN (Matt.19:20):
1. Toon eerbied voor uw vader en uw moeder (Ex.20:12 / Deut.5:16).
2. Gij zult niet moorden (Ex.20:13 / Deut.5:17).
3. Gij zult geen overspel plegen (Ex.20:14 / Deut.5:18).
4. Gij zult niet stelen (Ex.20:15 / Deut.5:19).
5. Gij zult geen vals getuigenis afleggen (Ex.20:16 / Deut.5:20).
6. Gij zult niet begeren wat aan een ander toebehoort (Ex.20:17 / Deut.5:21).
Nu een vraag aan jou: Welke van deze Geboden vindt jij achterhaald en ‘geen norm meer voor het heden’, daar ben ik echt reuze benieuwd naar?
(En kom nu niet met dat ‘overspel Gebod’ want geen enkele getrouwde man vindt het leuk te moeten horen dat zijn zijn vrouw zwanger is van een ander… dat maak je mij niet wijs!)
Waarom hebben we überhaupt geboden nodig? Bij 1. zou je nog kunnen bedenken ‘Eert uw kinderen’, maar bij 2. houden we er een ronduit dubbele moraal op na en staan we toe dat onze kinderen naar de slachtbank worden geleid. Bovendien zoeken we bij 2. rechtvaardiging om het vooral wèl te doen.
Wat dus vooral opvalt, is dat we ons niet aan die geboden houden. Is het niet veel belangrijker dat we leren begrijpen, waarom we doen wat we doen i.p.v. daar een ge- of verbod op te plakken of het te idealiseren? Dat is een ernstig gemis aan onze opvoeding waarin conformisme wordt geëist i.p.v. intelligente verantwoordelijkheid.
Niet moorden, niet stelen, geen overspel, van de buurvrouw afblijven. Het was blijkbaar nodig om deze activiteiten te verbieden…
Nee. Wat je nu citeert is een aftelrijmpje, Dit was de indeling van het recht. Ze hadden geen hoofdstuktitels. Dus bepalingen over de vervolging van dieven – waar allerlei nuances en zo voort waren – viel onder het kopje “gij zult niet stelen”.
Klopt Jona. De totale ‘lijst’ van niet religieuze Bijbelse wetten omvat 318 artikelen die ik ingedeeld heb onder elk lid van de Tien Geboden. Als je deze lijst bekijkt dan krijg je niet de indruk dat het om hele oude wetgeving van ruim 2000 jaar geleden gaat. Ze oogt heel normaal en niet bijzonder.
Hoewel ik de opmaak en Lay-out Bijbels heb gehouden denk ik dat seculieren en atheïsten met 99% van de in deze lijst genoemde wetten geen moeite zal hebben.
Ik heb geen idee hoe ik (technisch) een ‘link’ moet maken, maar geïnteresseerden kunnen de lijst downloaden via de Facebookgroep Tanachiem.
Wat ik me afvraag is waarom we die rechtvaardiging eigenlijk nodig hebben? Waar zijn de vrouwen in dit verhaal, waar de hermafrodieten, waar de mensen die door een speling van de natuur ergens zwerven in het genderspectrum en zij die daar helemaal geen plaats in vinden?
Waarom zien we elkaar niet in de schoonheid van de verscheidenheid die de natuur is?
Tav. “Naschrift”
De Synode van Dordrecht, ja waarom zou Van der Staaij daaraan geen inspiratie kunnen ontlenen? Bij die Synode komen bij mij op: intolerantie en vermenging van politiek en godsdienst.
Godsdienst is politiek. Men heeft gewoon sociale conventies in een officieel jasje gestoken.
Nee, godsdienst leent zich voor politiek misbruik, net als natuurliefde of cultuur of wat dan ook. Maar in principe zijn het autonome terreinen.
Morele normen opstellen is politiek. Waar zijn ze anders voor?
Dat is maar één van de vele aspecten van godsdienst. Voor veel gelovigen is een moreel kompas niet het enige, laat staan het voornaamste wat ze uit hun geloof halen.
Ja, voor veel gelovigen geeft het geloof zin aan hun leven, maakt het de dood acceptabel, men is lid van een geloofsgemeenschap, etc. Dat is een persoonlijk beleven. Maar als we naar de geschiedenis van Europa kijken, dan is het duidelijk waar de geïnstitutionaliseerde religie over ging: staatsmacht.
Als je uitgaat van wat Levinas stelt, nl dat de plaats waar te beginnen als je denkt over religie, ethiek is, en niet metafysica, kom je inderdaad uiteindelijk bij politiek uit. Volgens L. is het eerste waar de mens mee moet leren omgaan, is de ander.
Religie begint niet met rituele praktijken en zorgen wat betreft het hogere doel. Het begint met zorgen om verantwoordelijkheid. Ethiek dus en moraliteit troffen ons het eerste. Daarna komen andere vragen. Die kunnen leiden tot een metafysica of godsdienst of niet.
In dit verband is het interessant te zien dat de Thora een waslijst van voorschriften is voor het dagelijks leven. Tijdens de verbanning in Babylonië kwamen de joden in contact met de codex van Hammurabi, die zeer waarschijnlijk als inspiratie heeft gediend.
Godsdienst = voorschriften om een samenleving mogelijk te maken. Een stap verder en je doet aan politiek.
Politiek = voorschriften om een samenleving mogelijk te maken. Dus bepaalde zaken moeten dan ook verboden worden.
‘(…)godsdienst leent zich voor politiek misbruik(…)’
Godsdienst en politiek zijn nauw verwant. Ze zijn gebaseerd op de autoriteit die de wettelijke kaders uitvaardigt waaraan een ieder zich dient te conformeren. Autoriteit is macht. Macht corrumpeert; het misbruikt en laat zich misbruiken.
Moderne evangelische christenen zijn geobsedeerd door sexualiteit, vooral de (in hun ogen) verboden variant. Alles wordt aan gewone gelovigen verboden, maar aan de voorgangers in het geniep toegestaan. Daarom wordt er ook om de zoveel tijd weer een tv-dominee met z’n broek op zijn enkels in de armen van een bevallige jongen aangetroffen.
Wat hadden de oude Arabieren en de ‘klassieke’ moslims het dan toch lekker makkelijk. Alles kon, als je het maar niet benoemde. Helaas is daar sinds de negentiende eeuw onder Europees-christelijke invloed de klad in gekomen. Tegenwoordig is men op dit punt in het Nabije Oosten nog strenger dan wijlen koningin Victoria.
Mensen, we hebben het hier over Van der Staaij en de SGP hoor! De bevindelijk-protestantse hoek dus. Met “klassiek-christelijke opvattingen” wordt inderdaad ongetwijfeld stilzwijgend gerefereerd aan de Synode van Dordrecht, maar voor die groep even belangrijk: aan de oudvaders, theologen van de Nadere Reformatie uit de 17e/18e eeuw. Verder terug in de tijd hoef je niet te gaan, ook niet om de totale afwijzing van anders geaarde mensen te duiden.