
Ik moest voor mijn werk een paar mensen spreken en dat voerde me de afgelopen dagen naar het zuiden. Er zijn vervelendere manieren om te moeten werken. Laat mij na één of twee nachten België terugkeren, en ik heb het gevoel dat het een week vakantie was. Dat was nu dubbel het geval, want hoewel ik als door een wonder vier afspraken in drie opeenvolgende dagen had kunnen organiseren, was er wat tijd over om in Tongeren een bezoek te brengen aan het museum, waar momenteel de expositie “Oog in oog met de Romeinen” is. Bovendien woonden niet alle mensen die ik spreken moest op een per bus te bereiken plek, zodat de fiets mee ging. Wat bij zonnig weer geen ellende is. Kortom, het nuttige liet zich met het aangename combineren en ik geef u hier wat foto’s.
Hierboven het dorpje Berg, even ten oosten van Tongeren. Het is echt een berg, ontdekte ik, maar het kerkje is prachtig en je hebt een al even prachtig uitzicht. E.J. Trips heeft in de jaren zestig dat dit heuvelfort de plaats is waar Ambiorix het Veertiende Legioen vernietigde. Hier is een bekende viergodensteen gevonden, een ooit populair soort reliëf met – u raadt het al – aan vier zijden goden, zoals we ook kennen uit bijvoorbeeld Nijmegen of Parijs. Er is in Berg zelfs een straat naar genoemd. De vondst duidt op de aanwezigheid van een Romeins heiligdom, ongetwijfeld op de plek waar nu de kerk staat, want als de christenen hun kerk niet à la Maria sopra Minerva over de tempel bouwden, was de natuurlijke hoogte een aantrekkelijke plek in zowel de Romeinse tijd als de Middeleeuwen.

Ik hoopte die godensteen in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren te zien, maar het voorwerp, hierboven, bleek aanwezig in het Musée Grand Curtius in Luik. Eigenlijk logisch: het is opgegraven in de negentiende eeuw en toen was er wel een museum in Luik en niet in Tongeren, en ongetwijfeld was de pastoor van Berg naar het seminarie geweest in de stad van de bisschop.
Niet dat er in Tongeren niet meer viergodenstenen zijn of dat het Gallo-Romeins Museum er geen zou bezitten. Voilà.

Terug naar het Grand Curtius in Luik. Dat is een van de aardigste musea van de Benelux. Behalve een archeologische afdeling, waarover ik al eens eerder schreef, is er ook een adembenemende afdeling glas en momenteel een tentoonstelling over de Commune van 1871.

Het museum is bij Nederlanders nauwelijks bekend maar de collectie is goed. Hier is een mooie Hallstatt-C-urn, opgegraven in Tudderen, een dorpje dat volgens het bordje met uitleg ligt in les Pays-Bas.

Tussen Tongeren en Luik liggen overigens veel grafheuvels uit de Romeinse periode. Dit is een van de twee tumuli bij Koninksem.

Nog even naar die expositie in Tongeren, “Oog in oog met de Romeinen”. Het zijn merendeels – maar niet uitsluitend – voorwerpen uit het British Museum in Londen, die je niet snel te zien krijgt. En ze zijn zeer de moeite waard.

Het stelt twee gladiatrices voor die allebei tegelijk aangaven overwonnen te zijn, wat betekent dat ze ook allebei tegelijk de overwinning hadden geboekt. Dat was wel een herdenkingsreliëf waard! Svenja Fabian-Grosser schreef er eerder dit stuk over. Ik was zelf gefascineerd door dit muntje, omdat ik er dit stuk al over schreef.

En nu we het toch over dieren hebben: dit zijn wat dromedarisbotten. Die behoren bij de eigen collectie van het Gallo-Romeins Museum en u leest er daar meer over.

Nog een stuk uit de eigen collectie van het Gallo-Romeins Museum: de defixio (vervloekingstablet) waarover ik vorig jaar schreef.

En tot slot een mooie Sarapis-Zeus, weer uit het British Museum.

Kortom, het was fijn enkele dagen lang het nuttige met het aangename te kunnen combineren. Zo gauw het reizen echt wat eenvoudiger wordt, kan ik u een bezoek aan Tongeren aanraden; vergeet de opgraving onder de basiliek niet en loop ook naar het Begijnenhof (werelderfgoed). Het Gallo-Romeins Museum is van meer-dan-lokale allure en de exposities zijn doorgaans tiptop voor elkaar, zoals nu “Oog in oog met de Romeinen” en vorig jaar “Dacia Felix”.
“Patrick Van Olmen schreef er al een mooi stuk”
Deze tweede keer dat ik het las vond ik het even amusant als de eerste keer.
Ja, ik ook.