Het evangelie van Thomas (2)

De kerk van Mar Thomas in Mosul, op de plek waar Thomas gewoond zou hebben. De traditie gaat terug tot minimaal de zevende eeuw.

In mijn vorige stukje over het evangelie van Thomas schreef ik dat we een Koptische tekst hebben en drie Griekse fragmenten. De datering is echter lastig. De versie die wij kennen is betrekkelijk jong maar dat sluit een oudere, herhaaldelijk bewerkte kern niet uit. Daarvoor zijn ook wel wat aanwijzingen. Ik noem er twee.

Geen profeet is geëerd

De eerste is Evangelie van Thomas 31.

Geen profeet wordt aanvaard in zijn eigen stad, geen arts geneest hen, die hem kennen. (vert. Slavenburg/Glaudemans)

Dit is een parallel met Marcus 6.1-4.

Jezus vertrok weer en ging naar zijn vaderstad, gevolgd door zijn leerlingen. Toen de sabbat was aangebroken, gaf hij onderricht in de synagoge, en vele toehoorders waren stomverbaasd en zeiden: “Waar haalt hij dat allemaal vandaan? Wat is dat voor wijsheid die hem gegeven is? En dan die wonderen die zijn handen tot stand brengen! Hij is toch die timmerman, de zoon van Maria en de broer van Jakobus en Joses en Judas en Simon? En wonen zijn zussen niet hier bij ons?” En ze namen aanstoot aan hem.

Jezus zei tegen hen: “Een profeet wordt overal erkend behalve in zijn vaderstad, onder zijn verwanten en huisgenoten.” (NBV21)

De versie in het Thomasevangelie beperkt zich tot de kern, terwijl Marcus allerlei toelichting biedt. Degenen die Thomas beschouwen als een belangrijke authentieke bron, zien hierin een aanwijzing dat deze tekst een oervorm weergeeft, opgeschreven vóór mensen de vraag gingen stellen waarom Jezus deze woorden gesproken zou hebben. Maar er is natuurlijk geen dwingende reden om aan te nemen dat de kortste versie ook de oudste is. (Matteüs’ versies van de wonderverhalen uit Marcus zijn korter, maar ook jonger.) Het kan dus ook zijn dat de samensteller iets uit (een bewerking van) Marcus heeft gelicht en zich daarbij beperkte tot de ipsissima verba van Jezus.

De wijngaard

Het tweede voorbeeld is de gelijkenis van de slechte pachters, waarvan vaststaat dat die – althans volgens de gangbare criteriateruggaat op Jezus zelf.

Een eerbaar man had een wijngaard. Hij gaf die aan wijnbouwers om hem te bewerken, zodat hij de vruchten ervan zou ontvangen. Hij zond zijn dienaar opdat die wijnbouwers aan hem de pacht van de wijngaard zouden geven. Zij grepen zijn dienaar en sloegen hem; het scheelde niet veel of zij hadden hem gedood. De dienaar kwam terug en vertelde het zijn meester. Zijn meester zei: Misschien kenden zij hem niet. Hij zond een andere dienaar maar de wijnbouwers sloegen ook hem. Toen zond de meester zijn zoon. Hij zei: misschien zullen ze eerbied hebben voor mijn zoon. Daar de wijnbouwers wisten dat hij de erfgenaam was van de wijngaard, grepen zij hem beet en doodden hem. Wie oren heeft, die hore. (Evangelie van Thomas 65)

Dit is een parallel met Marcus 12.1-12, die Psalm 118.22 citeert.

Een man legde een wijngaard aan en omheinde die. Hij groef een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Hij verpachtte de wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis. Toen de oogsttijd was gekomen, stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst in ontvangst te nemen; maar ze grepen hem vast, mishandelden hem en stuurden hem met lege handen terug. Daarna stuurde hij een andere knecht naar hen toe, die ze in het gezicht sloegen en vernederden. Hij stuurde nog een derde, die ze doodden, en nog vele anderen; sommigen werden door de wijnbouwers mishandeld en anderen werden door hen gedood. Ten slotte was alleen nog zijn geliefde zoon over; die stuurde hij als laatste naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. Maar de wijnbouwers zeiden tegen elkaar: “Dat is de erfgenaam. Kom op, laten we hem doden, dan is de erfenis van ons.” Ze grepen hem vast en doodden hem en gooiden zijn lichaam buiten de wijngaard.

Wat zal de eigenaar van de wijngaard daarna doen? Hij komt zelf, hij doodt de wijnbouwers en geeft de wijngaard aan anderen. Hebt u deze schrifttekst dan niet gelezen:

“De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.
Dankzij de Heer is dit gebeurd,
wonderbaarlijk is het om te zien.”

Daarop wilden [de tempelautoriteiten] hem gevangennemen, want ze begrepen dat hij hen op het oog had bij het vertellen van deze gelijkenis, maar ze waren bang voor de reactie van de menigte. Dus lieten ze hem staan en gingen weg. (NBV21)

De versie van het Evangelie van Thomas is opnieuw eenvoudiger. De verwijzing naar Psalm 118 ontbreekt en de uitleg ontbreekt dat deze gelijkenis was gericht tegen de tempelautoriteiten. De Thomas-versie zou dus zijn ontstaan, is de redenering, voordat de vraag opkwam waarom Jezus dit gezegd zou hebben. Dat klinkt niet onlogisch maar ook hier is een tegenwerping mogelijk: waarom zou niet een complex verhaal door de redacteur van Thomas kunnen zijn vereenvoudigd? Je kunt je een publiek voorstellen dat niet openstond voor literaire verwijzingen en dat de uitleg al kende. Die was mondeling doorgegeven.

Kortom, het is denkbaar dat althans sommige uitspraken in het Evangelie van Thomas onafhankelijk van de canonieke evangeliën zijn ontstaan. Het is echter even goed denkbaar dat Thomas een bewerking is van een al dan niet bewerkte canonieke tekst. Het Diatesseron, een laat-tweede-eeuwse samenvatting van de vier canonieke evangeliën, is weleens genoemd.

Herkomst

Met het Diatesseron, ooit samengesteld door de Tatianos die op deze blog al eens zijn opwachting maakte, bevinden we ons in de sfeer van het oosterse christendom. Dat is waar we meer teksten vinden die met Thomas zijn geassocieerd, zoals de Hymne van de Parel. Thomas was zeker populair in Syrië en Mesopotamië. Daarom is wel geopperd dat het Thomasevangelie is ontstaan in Edessa, een belangrijk joods-christelijk cultureel centrum op het punt waar Syrië en Mesopotamië elkaar raakten.

Toen dit evangelie er eenmaal was, ontstonden in die regio allerlei soortgelijke teksten. Maar het kan natuurlijk andersom zijn: eerst was de persoon van Thomas populair, vervolgens ontstonden teksten als de Hymne van de Parel, en tot slot schreef iemand een Thomasevangelie. Opnieuw: we komen er niet echt uit.

[wordt vervolgd]

Deel dit:

Een gedachte over “Het evangelie van Thomas (2)

  1. Dirk Zwysen

    Blijkbaar vindt men het maar normaal dat je een uitkijktoren bouwt bij een wijngaard. Waarom, vraag ik me dan af.

Reacties zijn gesloten.