
In de twee voorafgaande stukjes (één, twee) legde ik uit dat het Evangelie van Thomas, een verzameling van 114 Jezus-woorden, nogal problematisch is. De ouderdom valt niet goed te bepalen, de relatie tot de canonieke evangeliën is onduidelijk, we kennen de doelgroep niet. Wellicht is het geschreven in Edessa, maar wellicht ook niet.
Gnostische mythe
We weten meer over de eigenlijke ideeën. Wat de samensteller “de geheime woorden die de levende Jezus sprak” noemt, is namelijk niet zo heel geheimzinnig. Ze veronderstelt kennis van de zogeheten gnostische mythe. Die komt erop neer dat de individuele zielen ooit verbleven in het koninkrijk van het licht. Door een of andere ramp vóór het begin van de tijd (ik snap dit ook niet) raakten zielen opgesloten in de materie en raakten ze gehuld in mensenlichamen. Deze degradatie maakte dat ze vergaten waar ze eigenlijk thuishoorden. De levende Jezus – de buiten de tijd staande zoon van God – toonde deze gevangen zielen wie ze eigenlijk waren. Jezus is dus de grote openbaarder. Wie begreep dat de materie niet de werkelijkheid was, maar slechts een tijdelijk omhulsel van de ziel, kon zichzelf verlossen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.