Het evangelie van Thomas (3)

De arm en vinger waarmee de ongelovige Thomas zou hebben vastgesteld dat Jezus echt was opgestaan, wordt momenteel bewaard in de Sint-Servaas in Maastricht.

In de twee voorafgaande stukjes (één, twee) legde ik uit dat het Evangelie van Thomas, een verzameling van 114 Jezus-woorden, nogal problematisch is. De ouderdom valt niet goed te bepalen, de relatie tot de canonieke evangeliën is onduidelijk, we kennen de doelgroep niet. Wellicht is het geschreven in Edessa, maar wellicht ook niet.

Gnostische mythe

We weten meer over de eigenlijke ideeën. Wat de samensteller “de geheime woorden die de levende Jezus sprak” noemt, is namelijk niet zo heel geheimzinnig. Ze veronderstelt kennis van de zogeheten gnostische mythe. Die komt erop neer dat de individuele zielen ooit verbleven in het koninkrijk van het licht. Door een of andere ramp vóór het begin van de tijd (ik snap dit ook niet) raakten zielen opgesloten in de materie en raakten ze gehuld in mensenlichamen. Deze degradatie maakte dat ze vergaten waar ze eigenlijk thuishoorden. De levende Jezus – de buiten de tijd staande zoon van God – toonde deze gevangen zielen wie ze eigenlijk waren. Jezus is dus de grote openbaarder. Wie begreep dat de materie niet de werkelijkheid was, maar slechts een tijdelijk omhulsel van de ziel, kon zichzelf verlossen.

Lees verder “Het evangelie van Thomas (3)”

Het evangelie van Thomas (2)

De kerk van Mar Thomas in Mosul, op de plek waar Thomas gewoond zou hebben. De traditie gaat terug tot minimaal de zevende eeuw.

In mijn vorige stukje over het evangelie van Thomas schreef ik dat we een Koptische tekst hebben en drie Griekse fragmenten. De datering is echter lastig. De versie die wij kennen is betrekkelijk jong maar dat sluit een oudere, herhaaldelijk bewerkte kern niet uit. Daarvoor zijn ook wel wat aanwijzingen. Ik noem er twee.

Geen profeet is geëerd

De eerste is Evangelie van Thomas 31.

Geen profeet wordt aanvaard in zijn eigen stad, geen arts geneest hen, die hem kennen. (vert. Slavenburg/Glaudemans)

Dit is een parallel met Marcus 6.1-4.

Lees verder “Het evangelie van Thomas (2)”

Het evangelie van Thomas (1)

Replica van het Evangelie van Thomas

Eind 1896 kwamen de Oxford-oudheidkundigen Bernard Grenfell en Arthur Hunt aan in Oxyrhynchos, een Romeins-Egyptisch stadje aan een kanaal ten westen van de Nijl. Ze zochten papyri. Wij zouden het een noodopgraving noemen, want het doel was gecontroleerd onderzoek vóór de oude teksten waren geroofd en unprovenanced op de markt zouden komen. Dus zonder gedocumenteerde herkomst. En dus zonder garantie dat ze echt waren. De twee geleerden vonden meer dan waarop ze zich redelijkerwijs hadden kunnen voorbereiden: tot 1907 borgen ze een half miljoen snippers met antieke teksten. Eén promille is gepubliceerd.

Het Evangelie van Thomas

De beroemdste papyri troffen ze aan tijdens hun eerste winter in Oxyrhynchos: een tekst die ze al in 1897 deelden met het publiek als Sayings of Our Lord. Deze titel is accuraat: de drie fragmenten – P.Oxy. 1.654 en 1.655 – bevatten uitspraken, logia, die afkomstig zouden zijn van Christus. Sayings was ideaal om fondsen te werven.

Lees verder “Het evangelie van Thomas (1)”

Oxyrhynchos (1)

Een bewoner van Oxyrhynchos, afgebeeld met schrijfgerei (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Nou blog ik afgelopen laatst over de Kopten en noem ik in dat stukje Oxyrhynchos, maar ik heb nog nooit over Oxyrhynchos geblogd! Tijd voor wat background repair.

Geschikte plek

Ik noemde al dat de Oxfordgeleerden Bernard Grenfell (1870-1926) en Arthur Hunt (1871-1934) er vanaf 1896 een soort noodopgraving deden. Ze wilden, voordat plunderaars het materiaal unprovenanced op de markt gooiden, papyri bergen. Unprovenanced papyri hebben immers geen wetenschappelijke waarde. Papyri zijn eenvoudig te vervalsen – ik schreef er elders meer over – en zulk materiaal kan dus vals zijn. De waarde ervan is even groot als die van een laboratoriumproef waarvan de opstelling niet is genoteerd.

Lees verder “Oxyrhynchos (1)”

De Kopten (1)

Reliëf uit Oxyrhynchos, vijfde eeuw (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Hé, heb ik nog nooit geblogd over de Kopten? Heb ik echt nog nooit geschreven over die fascinerende laatantieke beschaving? Daar moet rap verandering in komen. Eerst maar eens een woord over de wijze waarop ze in West-Europa in beeld zijn gekomen. Helaas niet om wie ze zelf waren, maar om iets dat voor Europeanen interessant was (zoals ook ik vooral over ze schrijf omdat ze relevant zijn voor mijn blog). Daarna hebben we het over zaken als hun taal en literatuur. Morgen behandel ik dan het christendom, de kunst en de wijze waarop ze zijn gemarginaliseerd.

Ontdekking

De Kopten zijn natuurlijk altijd bekend geweest. Het zijn de christenen van het gebied langs de Nijl. In de vijfde eeuw scheidden hun wegen van die van de aanhangers van de Romeinse staatskerk en sindsdien beschouwden Europeanen de Kopten als afgedwaalden. Dat ze Arabisch gingen spreken, zal weinig hebben bijgedragen aan het begrip, want met die taal leken de Kopten op moslims. Hun liturgische taal, die we Koptisch noemen, was echter een voortzetting van het oud-Egyptisch. En dat maakte de Kopten vanaf de achttiende eeuw ineens interessant. Jean-François Champollion zou rond 1822 het Koptisch gebruiken als sleutel bij de ontcijfering van de hiëroglyfen en het Egyptisch van de farao’s.

Lees verder “De Kopten (1)”

De niet-canonieke evangeliën

Gnostische teksten (Neues Museum, Berlijn)

Elke bijbel bevat vier evangeliën: Matteüs, Marcus, Lukas en Johannes. Die gelden als canoniek, wat alleen wil zeggen dat ze voor christenen grote religieuze waarde hebben. Het zegt niets over hun kwaliteit als historische bron. Voor de oudheidkundige is er alle reden om te kijken of er ooit meer informatie is geweest.

Tweede- en derde-eeuws christendom

Ja dus. Enkele evangeliën zijn, met nog meer literatuur, eind jaren veertig in een kruik teruggevonden bij de Egyptische stad Nag Hammadi. Ze hebben namen als Evangelie van de Waarheid, Evangelie van Filippos en Evangelie van Thomas. De vinders hebben later de archeologen verschillende vindplaatsen aangewezen, waardoor onduidelijk is wanneer de boeken zijn verborgen. Deze teksten gelden als gnostisch, een stroming die enkele overeenkomsten en vooral veel verschillen heeft met wat later orthodox is genoemd. De oorspronkelijke teksten (dus niet de kopieën uit Nag Hammadi) lijken geschreven in de tweede of derde eeuw na Chr. Historisch betrouwbare informatie over Jezus vinden we er niet in. Wel informatie over het christendom in het toenmalige Egypte, een van de meest creatieve regio’s van wat een wereldgodsdienst zou worden.

Lees verder “De niet-canonieke evangeliën”

Er komt geen einde aan het Evangelie van de Vrouw van Jezus

De snipper waarom het allemaal te doen is
Het Evangelie van de Vrouw van Jezus: de  snipper waarom het allemaal te doen is

Ik had zó gehoopt dat, met de identificatie van de vervalser die het zogenaamde Evangelie van de Vrouw van Jezus had gemaakt, er een einde aan deze affaire zou komen. Ik schrijf liever, zoals gisteravond, een stukje over een leuke ontdekking dan dat ik wéér verslag moet doen van iets dat gehekeld moet blijven worden. Het is namelijk niet normaal wat er gebeurt.

Hoe zat het ook alweer? Eerst was er Karen Kings aankondiging dat er een papyrusfragment was gevonden met daarop een vermelding dat Jezus zou hebben gesproken over zijn echtgenote. Een artikel daarover was al aangenomen door een wetenschappelijk tijdschrift. Al snel bleek echter dat de tekst was vervalst – en nog heel klungelig ook: de vervalser had een zetfout uit een moderne uitgave van het Thomas-evangelie overgenomen. Smoking gun. Einde van de zaak.

Lees verder “Er komt geen einde aan het Evangelie van de Vrouw van Jezus”