Titianos, Tatianos, Tattanay

Zomaar een standbeeld uit Hatra (Nationaal Museum, Bagdad)

Toen ik het stukje over Maës schreef, de man over wiens reis richting China we dankzij Ptolemaios iets weten, viel me iets geks op. De man heette voluit Maës Titianos en voor zover ik kan overzien heeft elke moderne auteur hem geïdentificeerd als Romein. Inderdaad bestaat er een Romeinse naam Titianus. Op Sicilië zijn zelfs Maesii Titiani gedocumenteerd. Als onze Maës bij die familie had gehoord, had je weliswaar verwacht dat zijn naam als Μαες of Μαις zou zijn gespeld en niet als Μαης, maar toch. Er zijn weinig redenen om niet aan te nemen dat Maës geen Romein zou zijn geweest. Maar ik aarzelde.

Twijfels

Punt één: de publicaties die ik erop nasloeg, hadden erg geforceerde verklaringen voor de manier waarop Maës aan zijn Romeinse naam was gekomen. Craig Benjamin opperde in Empires of Ancient Eurasia, waarover ik het eerder had, dat Maës de naam Titianus te danken had aan keizer Titus. Dan zou hij echter Titus Flavius Maesus hebben geheten. Iets plausibeler is een verband met een door Marcus Antonius benoemde Romeinse gouverneur van Syrië, Marcus Titius. Maar als dit degene was aan wie Maës zijn naam te danken had, zou hij Marcus Titius Maesus hebben geheten. Kortom, ik kwam geen overtuigende verklaring tegen.

Een tweede punt: als de man een Romein was, waarom noemt Ptolemaios hem dan een Macedoniër? Ptolemaios’ vermelding kan alleen betekenen dat hij het had gelezen bij Marinus van Tyrus, en die moet het hebben vernomen van Maës. Die hechtte er dus meer waarde aan dan aan het prestigieuze Romeins burgerrecht. Had hij dat wel?

De gedachte kwam bij me op: is het wel een Romein? En toen ging het snel. Het kon ook iemand met een Aramese of vroeg-Arabische naam zijn uit Mesopotamië, afkomstig uit een door een hellenistische vorst gestichte stad.

Tatianos

Omdat ik niet wilde goropiseren, mailde ik Wim Raven, die onlangs op deze blog een stukje publiceerde over Arabische inscripties. Die herkende zo snel geen Arabische vorm maar herinnerde me wel aan Tatianos, de geleerde die in de tweede eeuw na Chr. de tekst samenstelde die bekendstaat als Diatesseron. Daarin vatte hij de vier evangeliën samen als één biografie van Jezus. De tekst, geschreven in het Grieks of Aramees, is waanzinnig populair geweest in de oosterse kerken maar helaas verloren gegaan. Tatianos zelf kwam vermoedelijk uit Adiabene, zoals het noorden van Irak in de tweede eeuw heette.

Het verschil tussen Titianos en Tatianos, de /i/ of de /a/, is overigens minder groot dan het lijkt. Het zou niet voor het eerst of laatst zijn dat een Griekse of Romeinse auteur onder invloed van woorden uit de eigen taal een vreemde eigennaam wat aanpaste. Herodotos’ weergave van een Iraanse naam die werd uitgesproken als Istuëgu is bijvoorbeeld Astyages, omdat de Griekse onderzoeker het element asty, “stad”, erin herkende. Dat Marinus van Tyrus, Ptolemaios of een kopiist Tatianus veranderde in Titianus, is dus zo vreemd niet. Maar het kan natuurlijk ook betekenen dat de christelijke auteur eigenlijk Titianus heette en dat de verschrijving de andere kant op is gegaan.

Tattanay

Kortom, Raven en ik wilden wat meer informatie hebben. En als het niet uit het Arabisch kon komen, dan lag het Aramees voor de hand. We besloten Holger Gzella te schrijven, de auteur van De eerste wereldtaal. Gzella wist inderdaad meer: een BYT TTNY, “huis van Tattanay”, was bijvoorbeeld gedocumenteerd in Hatra. Lucinda Dirven wist vervolgens te vertellen dat het ging om een inscriptie op een kruik (H66). Een volkomen normaal gebruiksartikel waarop mensen niet koketteerden met vreemde namen of titels. We mogen aannemen dat de naam dus inderdaad gangbaar was in het Aramese taalgebied.

Ze is van oorsprong Babylonisch: Tattannu betekent zoiets als “Gij hebt gegeven”. De naam is geattesteerd in Sippar en Borsippa. Het Bijbelboek Ezra citeert een brief van de Perzische koning Darius, waarin deze satraap Tattenai van Syrië opdracht geeft te helpen bij de herbouw van de tempel van Jeruzalem (6.6, 6.13). Ook duikt de naam op in de verzameling die bekendstaat als de Samaria-papyri.

Een Mygdoniër?

Kortom, Maës’ tweede naam is niet per se Romeins. Het kan gaan om een Tattanay uit een Mesopotamische stad waar ze Macedonisch burgerrecht hadden. Plausibele kandidaten zijn Antiochië in Mygdonië (een andere naam voor Nisibis) en het onbekende Alexandrië dat daar in de buurt heeft gelegen. Zoals ik al beschreef, is dit een van de regio’s waar Maës doorheen kwam nadat hij uit Hiërapolis in Syrië was vertrokken.

Het zou me al met al helemaal niet verbazen als Maës Titianos geen Romein is geweest, maar een Mygdoniër. Misschien is Macedonië wel een verschrijving voor Mygdonië. Het is absoluut niet te bewijzen. Maar wat ervoor pleit is dat een Griekssprekende Romein op een reis door het Parthische Rijk altijd tolken nodig zou hebben gehad, terwijl iemand die Aramees sprak, zich verstaanbaar kon maken van Hiërapolis tot Samarkand.

Deel dit:

7 gedachtes over “Titianos, Tatianos, Tattanay

Reacties zijn gesloten.