Allerzielen

Soms loopt er door een drukke straat
ineens een oude kameraad
of reisgenoot.
Je weet zodra je hem begroet:
het kan niet dat ik hem ontmoet,
want hij is dood.

Eerst ben je nog een tijd verbaasd
omdat die levende toch haast
die dode was.
Heb je de zaak dan afgedaan,
dan komt er weer zo’n dode aan,
met flinke pas.

Thuis van het dodencarnaval
zie je de spiegel in de hal,
je schrik is groot:
die man daar in het spiegelglas,
met die bekende regenjas,
was die niet dood?

— Willem Wilmink (1936-2003)

Allerzielen

Mijn jaarlijkse stukje over Allerzielen is dit keer iets eerder omdat mijn moeder afgelopen week is overleden. U had al begrepen dat het de vrouw is die u hierboven ziet. Haar dood kwam niet als verrassing. Niet alleen was ze vierentachtig, maar we hadden enkele maanden de tijd gehad om eraan te wennen. In februari waren er namelijk al tekenen dat het niet goed ging en in mei kreeg ze een hersenbloeding. Ze herstelde daarvan goed. Dat ze een rollator had, was eerder voor alle zekerheid dan noodzakelijk.

Toch geloof ik – psychologie van de kouwe grond – dat ze door het verblijf in het ziekenhuis en het verpleeghuis een mentale kras heeft opgelopen. Ze was er alleen, er was een lockdown, ze mocht slechts één keer per dag contact hebben met iemand, en dat moest dan nog per tablet. Weliswaar keerde ze lichamelijk hersteld terug maar ik had de indruk dat er toch iets was geknapt. Uiteindelijk nam een longontsteking haar weg. Maandagmiddag viel ze in een slaap waaruit ze niet meer is ontwaakt. Kort daarvoor had ze haar oudste broer nog gesproken en toen het einde kwam stonden mijn van Curaçao overgekomen zus, mijn broer en ik aan het bed.

Lees verder “Allerzielen”

Allerzielen

Een dorpje in Noord-Brabant. Een zomeravond met zacht licht. Een bescheiden raadhuis, de onvermijdelijke lindebomen, een bakkerij, een muziekkoepel en een café. Op het terras zitten wat mannen luidkeels te brallen over voetbalwijven. In gedachten vraag ik me af hoeveel fictie er eigenlijk zit in “New Kids on the Block”, maar ik negeer mijn ergernis en probeer wat aantekeningen uit te werken op de laptop die opengeslagen staat naast mijn saté.

Ik vraag de eigenaar van het café om een wificode, die blijkt te bestaan uit een meisjesnaam en een datum van twee jaar geleden. “De geboortedatum van uw dochter?” informeer ik, alvast blij om het jonge geluk. De man schudt het hoofd: het is de sterfdag van zijn echtgenote.

Kolere.

Hij is niet veel jonger dan ik, of misschien net zo oud, maar in elk geval al weduwnaar. Ik brom iets van “Ze moet jong zijn geweest toen ze overleed. Wat verschrikkelijk.”

Lees verder “Allerzielen”

Allerzielen

Ingang van een begraafplaats, Medemblik

Vlak voor ik vertrok naar Oezbekistan, werd ik gebeld door een oude vriend, die me vertelde dat hij ernstig ziek was. Het was onwerkelijk om daar in de vertrekhal van Schiphol te spreken over een nare diagnose, medisch onderzoek en de mogelijkheid dat hij nog maar enkele maanden te leven zou hebben.

Afgelopen zondag ging ik op visite. Met zijn echtgenote praatte hij zijn gasten bij over de mogelijke behandelingen en zijn afnemende kans op herstel. In alle jaren dat ik hem ken heeft hij over ziektes nooit dramatisch gedaan, en ook nu was hij realistisch. Hoewel zijn levenseinde nog niet nabij is, weet hij dat het de komende maanden steeds minder zal gaan en het werd ons duidelijk dat hij de hem nog resterende tijd optimaal wilde benutten: hij had het gesprek voorbereid met een A4tje vol aantekeningen, alsof hij dacht “ziezo, dat is afgehandeld, en ik ga nu met volle teugen genieten van wat ik nog krijg”.

Lees verder “Allerzielen”