De voorlichting in het gedrang (1)

De stadsmuur van Rome, die Hannibal weerstond en die Sulla dwong een veldslag te leveren.

Ik heb de afgelopen dagen geschreven over Maarten van Rossems Het einde van het Romeinse Rijk en Fik Meijers Macht zonder grenzen, nadat ik al eerder had geschreven over Meijers Jezus en de vijfde evangelist. Alle drie boeken zitten tjokvol slordigheden; Meijers boeken verraden bovendien dat de auteur de historische methode niet beheerst. Zoals ik al aangaf maak ik me zorgen om het beeld dat de lezers van zulke boeken opdoen. Wie wil tonen dat de oudheidkunde een wetenschap is en dat de klassieken een zinvolle intellectuele activiteit zijn, moet verhinderen dat lezers denken “wat een slonzigheid”. Het gaat erom dat de lezer denkt “wat interessant!” Vandaar dat ik in het tweede en derde stukje heb geprobeerd iets te tonen van de wijze waarop oudhistorici omgaan met bronnen.

Het zo opvallende gebrek aan kwaliteit zit me al langer dwars. Om precies te zijn: sinds Macht zonder grenzen verscheen. Ik heb Meijer in mei 2005 gemaild en heb hem via zijn uitgever, Mark Pieters van Athenaeum – Polak & Van Gennep (ook mijn uitgever), een lijst van vergissingen gestuurd. Die heeft Meijer, zo schreef Pieters terug, ter zijde geschoven als “verschil aan inzicht”. Afgaande op Pieters’ correspondentie heeft hij Meijer daarna bij nog twee gelegenheden aangeboden dat de tekst gereviseerd mocht worden. Een aanbod waar ik zelf gebruik van zou maken. Ik heb ook mijn fouten gemaakt – ik werd maandag nog herinnerd aan een systematisch herhaalde verkeerde legioennaam in Oorlogsmist – en ik heb bij herdrukken mijn fouten zoveel mogelijk verbeterd.

Lees verder “De voorlichting in het gedrang (1)”

Athenaeum – Polak & Van Gennep

Afgelopen dinsdag kreeg ik een brief waarin stond dat Athenaeum – Polak & Van Gennep, de uitgeverij die ook mijn boeken publiceert, samen met drie andere uitgeverijen zal worden verzelfstandigd (meer). Ik kon niet ontdekken hoe een organisatorische aanpassing de problemen oplost. Die zijn namelijk niet – of niet alleen – organisatorisch van aard.

Athenaeum was ooit goed in de uitgave van klassieke boeken, in meer dan één betekenis. Een groot deel van het fonds was gewijd aan vertalingen van klassieke, Griekse en Latijnse auteurs. Ammianus MarcellinusThucydides en Philostratus waren de laatste in de Baskerville-reeks. Een ander deel van het fonds is gewijd aan de klassiekers uit de wereldliteratuur: boeken als Orlando Furioso, de Quichot en de verhalen van Edgar Allan Poe. Tot slot waren (en zijn) de boeken ook als uitgave klassiek: niet zelden gebonden, met een leeslint.
Lees verder “Athenaeum – Polak & Van Gennep”

Kantoorruimte

amsterdam_knaw_bureau_lorentz
Een foto waar ik al ruim twee jaar eens iets mee wil doen: het bureau van Lorentz.

1.

Een paar maanden geleden moest ik even bij de KNAW zijn, de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen, gevestigd in het Trippenhuis aan de Amsterdamse Kloveniersburgwal. Een bezoek aan dat bolwerk van geleerdheid is voor mij geen routine. De zes of zeven keer dat ik er ben geweest, was ik altijd beduusd. Niet om de ruimte zelf, maar omdat hier het bureau van Lorentz staat, omdat daar een afgietsel van de hand van Bilderdijk ligt en omdat je overal in het gezelschap bent van degenen die onze wereld hebben helpen vormen. Ik ben hier eens stotterend aan een lezing begonnen omdat ik werd aangestaard door de buste van Brouwer.

Wie geen last hadden van beduusdheid, waren de twee heren die tegelijk met me binnen kwamen lopen. Terwijl ze in de hal wachtten om te worden afgehaald, becommentarieerden ze de locatie: “Op een onpraktisch punt in de Grachtengordel,” bromde de een, en de ander vulde hem aan, “opdat de burger niet op het idee komt dat er geen geld wordt verspild.”

Lees verder “Kantoorruimte”