
De problemen waarmee de Romeinse Republiek in het laatste kwart van de tweede eeuw v.Chr. werd geconfronteerd, waren na de eindeloze reeks consulaten van Gaius Marius niet langer beheersbaar. De republiek was uit balans gebracht door een man die voor het bestel te machtig was geworden. Een van de meest acute kwesties was de relatie tussen de Romeinen en de door hen achtergestelde Italische bondgenoten, die tot een gewelddadige uitbarsting kwam in 91 v.Chr.
Bondgenotenoorlog
Het conflict staat bekend als de Romeinse Bondgenotenoorlog. Rome moest het opnemen tegen een federatie van oud-bondgenoten, die zich in een nieuwe staat hadden georganiseerd met als hoofdstad Capua. Ze hadden eigen magistraten, sloegen eigen munten en waren – kortom – een anti-republiek. Luuk de Blois en Bert van der Spek, de auteurs van Een kennismaking met de oude wereld (waarover ik ’s donderdags blog), schrijven:
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.