
Het bovenstaande beeld is te zien in de Capitolijnse Musea in Rome. Het is in 1874 opgegraven op de Esquilijn, een van de zeven heuvels waarop de oude stad is gebouwd. Iets preciezer: het is gevonden halverwege de Maria Maggiore en de Sint Jan van Lateranen, op de Piazza Dante. In de Oudheid stond hier een ongeveer honderd meter lange colonnade waarin ook de beroemde buste van Commodus lijkt te hebben gestaan.
De Esquilijnse Venus oogt op het eerste gezicht heel klassiek en is wel eens beschouwd als een vrouwelijk antwoord op de Diadumenos, een beroemd beeld van de Griekse kunstenaar Polykleitos, dat een man voorstelt die een haarband vastbindt. Het is best mogelijk dat de ontbrekende armen van dit Venusbeeld ook zo geplaatst zijn geweest. Tenminste drie schilders die het beeld als inspiratie gebruikten, hebben het aangevuld alsof de armen deze klassieke pose aannamen: Lawrence Alma-Tadema’s Het beeldhouwersmodel (1877), William-Adolphe Bouguerau’s Geboorte van Venus (1879; eindeloos geparodieerd) en Edward Poynters Diadumene (1884).
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.