
Ik heb de laatste dagen fijn kunnen doorwerken aan Israël verdeeld. Van de negen hoofdstukken zijn er 8¾ af. Ook het nawerk (dat bestaat uit een appendix over de bronnen, een overzicht van toegankelijke vertalingen en wat dies meer zij) is gedaan en ik heb de hele tekst van 95000 woorden nog eens nagelezen om haar op te poetsen. In de Koninklijke Bibliotheek heb ik twee dagen lang noten zitten verifiëren. Het is ontzettend intensief en ontzettend bevredigend werk.
Ik heb altijd meelezers, waaronder twee oud-leraren Nederlands. Het is namelijk absolute dwaasheid te denken dat je zelf alle vergissingen, slordigheden, blunders en ondoordachte formuleringen herkent. De mensen die opmerken dat mijn journalistieke stukjes anders van toon zijn dan mijn boeken, hebben in de gaten wat die neerlandici vermogen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.