De vroege Stoa (5): Logica

Dobbelstenen uit Oxyrhynchos (Chicago Oriental Institute)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa. Het eerste deel van deze vijfdelige reeks was hier.]

Als het gaat om logica en wetenschap verschilde de Stoa fundamenteel van insteek met eerdere filosofische scholen. Eerder waren de platoonse Academie en vooral het Lyceum van Aristoteles dé autoriteiten op het gebied van wetenschapsfilosofie en logica. Wat die beide scholen bindt, is dat zij geïnspireerd door hun voorganger Parmenides naar de essentie der dingen zochten, naar een onveranderlijke waarheid achter de veranderlijke verschijnselen.

Lees verder “De vroege Stoa (5): Logica”

De vroege Stoa (3): De weg naar geluk

Kleanthes, de tweede leider van de Stoa (Ny Carlsberg Glyptotek. Kopenhagen)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa. Het eerste deel van deze vijfdelige reeks was hier.]

Zenon van Kition was behalve stoïcijn ook asceet. Net als de cynici leefde hij eenvoudig. Hij was echter minder provocatief dan de cynici en had een meer conformistisch karakter. Ook hield hij er niet van de aandacht te trekken, of zich te omgeven met veel mensen. In die zin lijkt hij op Epikouros.

Alles ligt van tevoren vast

Op theoretische gronden verschilt hij echter sterk van de epicuristen. De verwerping van het (epicurese) geloof in toeval is fundamenteel voor het stoïcijnse deterministische geloof. Dat alles van tevoren vastligt, staat aan de basis van de stoïcijnse opvatting dat de mens fundamenteel verbonden is met de wereld waarin hij leeft.

Lees verder “De vroege Stoa (3): De weg naar geluk”

Aristoteles (4): Onlogisch redeneren

Aristoteles (Archeologisch Museum, Palermo)

[Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. Het eerste deel was hier.]

Naast de formules voor de ‘juiste’ manier van denken, waarover we het vanmorgen hadden, stelde Aristoteles ook formules op voor herkenbare denkfouten: de zogenaamde drogredeneringen.

Drogredeneringen

Wanneer we stelling B van de voorgaande redenering vervangen door een negatief oordeel, werkt het niet meer. Kijk maar:

  1. Alle mensen zijn sterfelijk.
  2. Socrates is geen mens.

Lees verder “Aristoteles (4): Onlogisch redeneren”

Aristoteles (3): Oordelen

De “Ludovisi Aristoteles” (Museo Altemps, Rome)

[Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. Het eerste deel was hier.]

We hebben gisteren gezien dat Aristoteles meende dat mensen denken in categorieën als substantie, kwantiteit, kwaliteit, plaats en tijd. Hij hield het echter niet bij ordening. Hij was ook benieuwd naar de manier waarop we de begrippen, klassen en categorieën hanteren.

Aristoteles stelde daarbij dat alles wat wij ‘denken’ noemen eigenlijk neerkomt op het met elkaar verbinden van begrippen. We kunnen bijvoorbeeld het begrip kat verbinden met het begrip zwart. Zo’n verbinding noemt Aristoteles een oordeel.

Lees verder “Aristoteles (3): Oordelen”

Het Scheermes van Ockham

Jacob Revius

Ik blogde gisteren over een vergissing in het Handelsblad.

Het leven van Jacob Revius valt grotendeels in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1658).

In heb in totaal negen reacties gehad. Zes mensen meenden dat de fout zit in het eerste getal en dat de schrijver de levensjaren van Revius verkeerd heeft weergegeven. De geleerde is geboren in 1586, en het is makkelijk daarvan 1568 te maken. Deze verklaring vind ik plausibel. De drie anderen meenden dat de vergissing zit in het tweede getal. Zij meenden dat de schrijver de duur van de oorlog heeft willen aangeven, en dat 1658 is getypt in plaats van 1648. Ook dat is plausibel.

Welke verklaring zou de juiste zijn? We kunnen hier het logische beginsel op loslaten dat bekendstaat als het Scheermes van Ockham. Het houdt in dat die verklaring de voorkeur verdient, die de minste aannames nodig heeft. Dit principe is geformuleerd door de middeleeuwse filosoof Willem van Ockham.

Lees verder “Het Scheermes van Ockham”

Kwakgeschiedenis: het Griekse erfgoed

Echt niet. De Egyptenaren en Mesopotamiërs waren, voor zover we weten, Galenos een millennium of twee voor.

De wetenschappelijke methode, onze vrijheid, de experimentele wetenschap, de democratie, rationaliteit, wiskunde, wijsbegeerte… het wordt allemaal maar toegeschreven aan de oude Grieken en het is bijna allemaal niet waar.

Over het algemeen gaat de drogredenering als volgt: wij hebben X, de Grieken hadden ook X, dus wij hebben het van de Grieken. Dat X ook bij andere volken kan zijn voorgekomen wordt vaak genegeerd (wiskunde is hier een voorbeeld), zoals men ook vaak over het hoofd ziet dat X vergeten kan zijn geraakt en herleefd kan zijn, zonder dat er een direct verband is (democratie).

Lees verder “Kwakgeschiedenis: het Griekse erfgoed”

Non sequitur

De “Ludovisi Aristoteles” (Museo Altemps, Rome)

Een non sequitur is een heel herkenbaar soort redenatiefout, die al werd beschreven door Aristoteles. Je kunt haar vrij simpel samenvatten:

  1. Als X het geval is, dan is Y het geval.
  2. Y is het geval.
  3. Dus is X het geval.

Deze redenering is geldig als  de eerste bewering correct is. Zo niet, dan is ook de redenatie niet geldig.

Lees verder “Non sequitur”