De Oude Man van de Berg

De Oude Man van de Berg

Ergens aan het begin van zijn reisverslag, nog vóór hij op weg gaat naar China, vertelt Marco Polo (1254-1324) over de Oude Man van de Berg. Dat is de leider van een sekte. Hij woont in een kasteel met een prachtige tuin, waar mooie meisjes en jongens leven en beekjes zijn waardoor hij wijn laat stromen. Jonge mannen die toetreden tot de sekte, krijgen weleens wat opium en worden dan uit hun roes wakker in de tuin. Ze denken dat ze in het Paradijs zijn. Later kan de Oude Man van de Berg de sekteleden op zelfmoordmissies sturen, die ze gretig vervullen omdat ze weten naar welk Paradijs ze zullen terugkeren als ze bij de aanslag om het leven komen. Uiteindelijk zou de Mongoolse leider Hulagu in 1256 het kasteel hebben ingenomen.

Dat is ongeveer alles wat Marco Polo, die het kasteel ergens in het noordoosten van het huidige Iran plaatst, weet te vertellen over de Oude Man van de Berg. Hij weet ook nog dat de sekte bekendstaat als die van de Assassijnen. Dat is voldoende om vast te stellen dat Marco Polo minimaal vier stukjes informatie in elkaar schuift. Eén daarvan betreft de locatie: in het noordoosten van Iran. Het tweede is het in 1256 veroverde kasteel Alamut, dat ligt in het noordwesten van Iran, ruim honderd kilometer ten oosten van Qazvin. Het derde is de Oude Man, wat niets anders is dan de weergave van het Arabische woord sjeik. En tot slot: de Assassijnen.

Lees verder “De Oude Man van de Berg”

Hattin

De hoorns van Hattin, waar Saladin de Kruisvaarders versloeg

Elk jaar reizen duizenden toeristen in Israël van Sepforis naar Tiberias, dwars door Galilea. Vanuit de busramen zien ze eerst de slagvelden van Toetmoses III, Debora en Barak, Napoleon en Allenby, alvorens aan te komen bij Golani Junction, dat is vernoemd naar een Joodse brigade die hier actief was in 1948. Van een afstandje zien de toeristen dan de Hoorns van Hattin, waar in juli 1187 de Koerdische sultan Saladin het leger vernietigde van het Kruisvaarderskoninkrijk Jeruzalem.

Deze veldslag vormt slechts een van de onderwerpen in Hattin, het korte boek van de Britse medievist John France over de Kruistochten. Het kan alleen worden getypeerd als een krachttoer: ik was verbaasd hoeveel informatie een schrijver in 168 pagina’s kan persen. Zo noemt France de etnische spanningen binnen de Fatimidische legers, een onderwerp dat weinig met het eigenlijke betoog heeft te maken maar dat de lezer desondanks niet stoort. Ondanks de hoge informatiedichtheid blijft Frances boek prettig leesbaar.

Lees verder “Hattin”

Koepelbouw in Isfahan

De koepel van Taj al-Molk in de Vrijdagsmoskee in Isfahan
De koepel van Taj al-Molk in Isfahan

Het plaatje hierboven toont de noordelijke koepel van de Vrijdagsmoskee in Isfahan. Een inscriptie vertelt dat het gewelf is gebouwd door een voorname hoveling, Taj al-Molk, in het jaar dat wij 1088 noemen. De constructie heeft een doorsnede van ongeveer negen meter: niet heel groot, maar toch noemde de architectuurhistoricus Arthur Pope het in zijn boek Persian Architecture “perhaps the most perfect dome known”.

Hij had het ook over “the perfection of a sonnet”, en hoewel ik die vergelijking niet zo goed begrijp, is wel duidelijk dat hij onder de indruk was van deze koepel. Daar is ook alle reden toe, want dit gewelf kan eigenlijk niet bestaan. Dat vergt wat uitleg.

Lees verder “Koepelbouw in Isfahan”