Zahak, Azi Dahaka, Azazel

toos_mausoleum_firdowsi_sculpture_feryedun_sedighi_24
Zahak in het mausoleum van Ferdowsi

Dit wordt een curieus stukje over middeleeuwse poëzie, mythologie, de Bijbel, joden, Iraniërs, archeologie en het kerstverhaal, dus zet u schrap.

We beginnen met de Perzische poëzie, meer in het bijzonder met de Shahname van Ferdowsi, het nationale epos van Iran, geschreven rond het jaar 1000. In de eerste verhalen speelt een zekere Zahak een rol, die door een kwade genius wordt aangezet tot allerlei kwaad gedrag en verandert in een duivel in mensengedaante, herkenbaar aan twee mensenetende slangen die uit zijn schouders groeien. Uiteindelijk wordt hij verslagen door de held Fereydun, die hem opsluit in een grot onder de aarde, waar hij tot het einde der tijden zal wachten. Het is afgebeeld op het plaatje: een reliëf uit het mausoleum van Ferdowsi in de Iraanse stad Toos, vervaardigd door de beeldhouwer Abdolhossein Sadeghi.

Ferdowsi heeft dit verhaal niet bedacht. Hij ontleende het aan de zoroastrische mythologie, die wij nu alleen kennen uit het heilige boek der zoroastriërs, de Avesta, maar die Ferdowsi nog moet hebben gekend uit de levende traditie van de Perzische verhalenvertellers. Ze vertelden over de duivelse koning Azi Dahaka, die door de held Fredon werd opgesloten in een grot onder de aarde en in de eindtijd zal worden losgelaten.

Het verhaal zou wel eens veel en veel ouder kunnen zijn. In Jiroft, een stad uit het derde millennium v.Chr., is een beker gevonden waarop een man is te zien met twee slangenkoppen groeiend uit de schouders. Deze beker, die ik onlangs zag in het Archeologische Museum in Teheran, en de passages in de Avesta en de Shahname zijn drie waarneembare eilandjes in een zee van mondeling doorgegeven verhalen. Maar het kan nog wonderlijker.

In het Boek der wachters, een joodse (henochitische) religieuze tekst uit de derde eeuw v.Chr., worden enkele gebeurtenissen uit Genesis naverteld. Eén van de voornaamste onderdelen is de mythe van de val der engelen. Onder hen is Azazel, die de mensheid allerlei ondeugden leert en daarvoor zwaar wordt bestraft: Azazel zal nog zeventig generaties moeten wachten op zijn berechting, gezeten in een met rotsen afgesloten kuil in een woestijn. Weer een eilandje in de zee van verhalen.

En dan de laatste: die zeventig generaties zijn gerekend vanaf het moment waarop de engelen ten val kwamen, in de zevende generatie na Adam. Met andere woorden: de eindtijd zal plaatsvinden in de zevenenzeventigste generatie na de schepping. U mag in het evangelie van Lukas de geslachtslijst van Jezus nalezen (Lukas 3.23-38): niet het opwindendste stuk proza, maar Jezus blijkt in de zevenenzeventigste generatie te leven en dat vertelt iets over de eindtijdverwachtingen in het vroege christendom. Het verhaal over een begraven demon Azazel was in de eerste eeuw na Chr. misschien vergeten maar er was een curieus soort getalspeculatie uit voortgekomen.

Deel dit:

3 gedachtes over “Zahak, Azi Dahaka, Azazel

  1. henktjong

    De vraag is natuurlijk: kijk je alleen maar toe als die slangen iemand opeten terwijl jouw hoofd er tussen zit, of doe je mee…

  2. Een vraag aan de schrijver: klopt het dat de christelijke leer van een laatste oordeel, hemel en hel voortkomen uit het Zoroastrisme en met de Joodse ballingen mee terug gekomen zijn in Israël?

    Ik hoor hier graag meer over. Is er literatuur over dit onderwerp?

    1. Ja, dat is aannemelijk. Er zijn verschillende vrij overeenkomsten die te specifiek zijn om toevallig te zijn. Het probleem is dat het onderzoek een beetje in een impasse verkeert.

      Eén reden is dat er weinig bronnen zijn. Een andere reden is dat de belangrijkste Iraanse bronnen pas laat zijn samengesteld, zodat niet altijd kan worden uitgemaakt wat de oudste kern is. Daardoor kan wat een Joodse ontlening aan de Iraanse religie lijkt te zijn, evengoed een Perzische bewerking zijn van een Joods of christelijk idee.

      Ook speelt een rol dat het idee dat een semitische godsdienst haar ideeën heeft ontleend aan een Indo-Europese cultuur, populair was in het Derde Rijk, waardoor dit type onderzoek na de Tweede Wereldoorlog in de taboesfeer is gekomen.

      Tot slot moeten bij dit onderwerp onderzoekers uit verschillende disciplines samenwerken, wat niet makkelijk blijkt.

Reacties zijn gesloten.