Zeven wijzen

Een van de zeven wijzen (Allard Pierson-museum, Amsterdam)
Een van de zeven wijzen (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

Volgens de Mesopotamische mythen schiepen de goden de mensheid om het land te bewerken, de opbrengst te offeren en er zo voor te zorgen dat de goden goed te eten hadden. Helaas kenden de eerste mensen hun taken en plichten nog niet zo goed. Daarom zonden de goden de zeven apkallū, de zeven wijzen.

De eerste hiervan was Uanna, die een vissenlijf had en de voeten, armen, hoofd en stem van een mens. Hij leerde de eerste mensen schrijven, rekenen, steden stichten, tempels bouwen, wetten maken, grenzen trekken, land verdelen, zaden planten, vruchten oogsten en – uiteraard – offeren. Ook legde hij uit hoe de wereld was geschapen. Er waren nog zes apkallū, elk geassocieerd met een andere oude stad en andere vaardigheden. U leest er hier meer over.

In het Epos van Gilgameš, dat u toch echt moet lezen, worden de zeven wijzen genoemd als bouwers van de muren van Uruk. Ze worden ook vermeld in rituele teksten. Verschillende apkallū stonden afgebeeld op de poorten van het representatieve paleis in Pasargadai in Iran, ten oosten van Babylonië. (Helaas zijn alleen hun voeten nog te zien.)

Het concept werd ook naar het westen geëxporteerd: daar kenden de Grieken eveneens zeven wijzen, al waren het bij hen mensen en ging het niet om een zevental van mythologische wezens. In het lijstje van Plato (Protagoras 343a) zijn het allemaal slimmeriken uit de zevende en zesde eeuw, namelijk Thales, Pittakos, Bias, Solon, Chion, Kleoboulos en Myson.

Hierboven ziet u Uanna, zoals afgebeeld op een kleine Assyrische plaquette. Het voorwerpje is te bewonderen in Allard Pierson-museum in Amsterdam.

[Dit was de 107e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

5 gedachtes over “Zeven wijzen

  1. mnb0

    Is jouw idee van “pas op de plaats” twee stukjes per dag schrijven in plaats van één? Niet dat ik bezwaar heb.

  2. Oom Paspasu

    Ea was niet een apkallu, maar een god. Ea wordt altijd afgebeeld met waterstromen uit zijn schouders.

    Het is vaak lastig om iconografisch en tekstueel materiaal met elkaar te verbinden. Ik weet niet of we uit kleitabletten een omschrijving van apkallū kennen, maar Berossos beschrijving van Oannes, die wordt geïdentificeerd met de apkallu Uanna, past goed bij deze visman. In het Reallexikon der Assyriologie band 10 staat een redelijk recent artikel over Oannes. Daar moet meer informatie te vinden zijn.

    In Gilgameš wordt van zeven muntalkū gesproken, die de fundamenten hadden gelegd van de muur die Gilgameš gebouwd heeft. Het is wel aannemelijk dat daar dezelfde wijzen mee bedoeld worden. Gilgameš lezen moet men inderdaad!

Reacties zijn gesloten.