
Vorige week zaterdag publiceerde De Volkskrant een interview met de gedragsbioloog Carel van Schaik en de Duitse journalist Kai Michel, die het joodse deel van de Bijbel hebben gelezen vanuit het perspectief van biologisch antropologen. Dat kan de moeite waard zijn – ik heb het boek niet gelezen – maar van het interview wordt een mens niet vrolijk.
Platitudes
De Bijbel heeft niets te maken met het woord van God, maar alles met het woord van de mens.
Ja, oele. Teksten worden geschreven door mensen en mensen scheppen zich – als we ons tot religie beperken – mythen, rituelen, goden, verhalen, gebeden en indien men het professionaliseert ook regels. Dat geldt voor het Egyptische Dodenboek, dat geldt voor de teksten uit het oude Babylonië, dat geldt voor de Perzische Avesta, en dat geldt voor joodse religieuze teksten. Ik denk dat er onder de lezers van De Volkskrant niet één is die de geciteerde platitude niet heeft herkend.
Van Schaik licht toe dat de Bijbel werd samengesteld omdat de joodse samenleving in het reine moest zien te komen met de maatschappelijke veranderingen die het gevolg waren van het ontstaan van de landbouw. Die had de wereld nogal op zijn kop gezet en dus waren er gedragsregels, rituelen en wetten nodig. Dat is waar; het is immers een logische tautologie. De menselijke cultuur (waarvan gedragsregels, rituelen en wetten een onderdeel zijn) is nu eenmaal – met excuus voor het jargon – de extra-somatische vorm van adaptatie waarmee mensen reageren op hun veranderende omgeving. Kortom, alweer een platitude.
Landbouw
Dat de veranderingen waarmee de Joodse samenleving te maken hadden, vooral samenhingen met de opkomst van de landbouw, is ondertussen een fascinerende gedachte. Van Schaik:
De eerste vijf Bijbelboeken staan vol met culturele strategieën die mensen hielpen de enorme collectie problemen te overwinnen die de vestiging op vaste woonplaatsen met zich meebracht. Hongersnood na droogte of overstromingen, oorlogen tussen volken, epidemieën doordat mens en dier opeens boven elkaar leefden; Genesis geeft verklaringen voor zaken die mensen niet begrepen, domweg omdat ze die in de oertijd niet kenden. De oertijd had geen straffende God nodig. Je kunt het eerste Bijbelboek lezen als een soort catalogus van alle ellende die toen ontstond. In de volgende boeken staan de oplossingen, onder meer in de vorm van wetten.
De redenering is boeiend – ik schrijf dit zonder ironie – maar roept een even boeiende vraag op: hoe weten Van Schaik en Michel dat de in volgende boeken door middel van wetten opgeloste ellende inderdaad voortvloeide uit de opkomst van de akkerbouw en niet uit, pakweg, de verstedelijking van het Midden-Oosten, de demografische verschuivingen op het breukvlak van Brons- en IJzertijd of het Assyrische imperialisme?
Maatschappelijke veranderingen
Ware ik de interviewer geweest, ik zou toch hebben gevraagd hoe Van Schaik en Michel er zo zeker van waren dat de concurrerende hypothesen konden worden uitgerangeerd. Temeer omdat deze processen in tijd dichter bij de totstandkoming van de Bijbel liggen. Bovendien: zoals ik vrijdag al aangaf is de schok van de verstedelijking (een revolutie) groter geweest dan het ontstaan van de landbouw (een proces).
Ik kan me een antwoord voorstellen: Van Schaik en Michel zouden kunnen zeggen dat verstedelijking, demografische verschuivingen en imperialisme allemaal nooit zouden hebben plaatsgevonden zonder de opkomst van de landbouw. In feite ben je dan echter de opkomst van de landbouw aan het definiëren als een grootste gemene deler, als een stoplap die alles kan verklaren. Je kunt dan ook kiezen voor het moment waarop de homo sapiens ontstond of het moment waarop de eerste mensen Afrika verlieten. Waren we maar als apen in de savanne gebleven en slingerden we nog maar aan lianen, want dan was ons alle ellende bespaard gebleven.
Vrouwenhaat
Interviewster Wilma de Rek is overigens heus niet onkritisch. Ze wijst erop dat de bijbelse oplossingen vrij rampzalig uitpakken voor vrouwen. Van Schaik erkent dat er vrouwenhaat blijkt uit het verhaal van Adam en Eva.
Het concept van een Eva die schuld draagt aan de zondeval en zich daarna gehoorzaam schikt naar de man, is overduidelijk een mannelijke fantasie.
Pardon? Sinds wanneer lezen we in joodse teksten bij uitstek christelijke ideeën?
Het krantenbericht kwam ook bij mij voorbij.
Een leuk artikel, toch heb ik het boek nog niet aangeschaft.
Vriendelijke groet,
Ik was ook wat verbaasd over de laatste zin die je citeerde. Christenen menen het altijd beter te weten dan joden, zelfs als het over jodendom gaat.
Net zoals atheïsten het altijd beter denken te weten als het om geloven gaat, zelf als het over ‘geloof’ gaat. 😉
In het beste boek dat ik vorig jaar las, Sapiens van Yuval Noah Harari, geeft de schrijver een logischer verklaring. Het gaat niet om landbouw of steden, hoewel die er beiden mee te maken hebben, maar om de omvang van samenlevingen. Groeit een groep mensen boven een bepaald aantal, dan ontstaat er een dwingende behoefte aan een sociaal bindmiddel. Dat kan in diverse vormen, waarvan religie er één is. Kan het boek van harte aanbevelen!
Het citaat dat de “Bijbel niets te maken heeft met het woord van God, maar alles met het woord van de mens” is inderdaad een bijzondere opmerking. Naar mijn idee niet zozeer omdat het vanzelfsprekend is dat God (als grond van ons bestaan) in letterlijke zin geen woorden schrijft of zegt en de bijbel puur door mensen geschreven is. De domheid en beperktheid zit naar mijn idee in de gedachten dat het “woord” van God niets te maken zou kunnen hebben met menselijke woorden. Voor een gelovige openbaart Gods “woord” zich juist in menselijke door cultuur bepaalde feilbare woorden en ervaringen. Als je een boek schrijft over het joodse deel van de bijbel hoor je dit wel te weten.
“Het concept van een Eva die schuld draagt aan de zondeval en zich daarna gehoorzaam schikt naar de man, is overduidelijk een mannelijke fantasie.”
Ik begrijp je er op volgende opmerking over “joodse tekst” en “christelijke ideeën” niet. Hoewel ik alleen de christelijke bijbel ken, ga ik er van uit dat de Hebreeuwse oertekst dezelfde versie van de verdrijving uit het paradijs bevat? Ik neem aan dat de “mannelijke fantasie” in kwestie blijkt uit de route van de appel: slang -> Eva -> Adam (legt schuld bij Eva), en de organisatie van het leven na de verdrijving (Genesis 3:16, man heerst over vrouw). Het christelijke komt toch pas om de hoek kijken bij de veronderstelde relatie tussen de “erfzonde” en het “lijden van Christus”?
Joden lezen deze passage niet alsof er een zondeval is.
Je zou de “val” zelfs kunnen interpreteren als een “stijging”: een verhaal over het open gaan van ogen, het verwerven van kennis van goed en kwaad – kortom, menswording.
Dat Eva de schuld draagt aan de zondeval is overigens wel een karikatuur van een christelijk idee. Ik kan niet uitsluiten dat dit soms zo beweerd is door christenen, maar de klassieke opvatting is dat Adam en Eva beiden de schuld dragen van de zondeval. Uit het ‘feit’ dat Eva als eerste het gebod overtrad, volgt dan wel dat de vrouw ondergeschikt dient te zijn aan de man.
Het christendom borduurt hier trouwens gewoon voort op Joodse/Judese ideeën, alleen dan uit een latere periode dan het Genesisverhaal. Christenen volgden dus de manier waarop in sommige Joodse/Judese kringen het Genesisverhaal werd gelezen. Kijk maar hier:
Wijsheid van Jezus Sirach 25:
15 Geen erger gif dan het gif van een slang,
geen erger venijn dan het venijn van een vrouw.
…
20 Als een zanderige helling voor de voeten van een grijsaard,
zo is een praatzieke vrouw voor een rustige man.
…
24 Bij een vrouw is de zonde begonnen,
door haar moeten wij allen sterven.
De wijze waarop de inferieure positie van de vrouw in dit soort teksten wordt gelegitimeerd, past trouwens min of meer naadloos bij de culturele situatie van die tijd. Het is dus niet zo dat jodendom en christendom de vrouw degraderen. Josefus en Filo wijzen er in hun apologieën op dat ook in het jodendom de vrouw ‘gewoon’ ondergeschikt is.
Een opmerkelijk verschil tussen Sirach 25:24 en 1 Kor. 15:21-22.
Extrasomatisch? Ben je een dualist, Jona?
De visie op de rol van de vrouw in de zondeval volgens het immer pakkende proza van de kerkvader Tertullianus in Engelse vertaling:
His ‘De Cultu Feminarum,’ : “Do you not know that you are Eve? The judgment of God upon this sex lives on in this age; therefore, necessarily the guilt should live on also. You are the gateway of the devil; you are the one who unseals the curse of that tree, and you are the first one to turn your back on the divine law; you are the one who persuaded him whom the devil was not capable of corrupting; you easily destroyed the image of God, Adam. Because of what you deserve, that is, death, even the Son of God had to die.” (section I.I, part 2, trans. C.W. Marx). And again with reference to Eve,, “For straightway that impatience conceived of the devil’s seed, produced, in the fecundity of malice, anger as her son; and when brought forth, trained him in her own arts.” (On Patience 5:15).
Het is maar dat u het weet…
Landbouw en verstedelijking zorgen voor een gecompliceerdere samenleving, waardoor er meer regels nodig zijn. Zowel landbouw en steden als wetten bestonden echter al lang op het moment dat de Bijbelse wetten werden opgesteld. De vraag is eerder waarom het onvoldoende was de wet toe te schrijven aan de koning, die zijn wijsheid en rechtvaardigheid aan de godheid ontleent.
Hadden jager-verzamelaars geen codes en afspraken nodig? Die zullen toch ook taboes en mythen gekend hebben. We hebben die alleen niet op schrift.
Dat de bijbel het woord van mensen is, gekleurd door hun culturele context, is ook voor mij als gelovige evident.
Ja, eerdere samenlevingen hadden ook codes, maar die waren (omdat eenvoudiger samenlevingen waren) vrij eenvoudig en hoefden niet opgeschreven te worden.
Het wonderlijke van het verhaal van Van Schaik is dat hij lijkt aan te geven dat de uitvinding van de landbouw (een traag, niet schokkend proces) belangrijker was dan het ontstaan van de steden (een korte en schokkende revolutie). Dat is vreemd, en wordt helemaal vreemd als we bedenken dat de oudst-bekende wetten en regels dateren van kort ná de stedelijke revolutie.
Als je het citaat “De Bijbel heeft niets te maken met het woord van God, maar alles met het woord van de mens” opvat als: de inhoud van de Bijbel (of een ander religieus geschrift) berust niet op een hoger gezag buiten de mens, dan is het citaat geen platitude maar een zinvolle uitspraak die niet genoeg herhaald kan worden.
Ik denk niet dat er veel Volkskrantlezers wonen in Spakenburg of Staphorst. 😉
Het citaat “De Bijbel heeft niets te maken met het woord van God, maar alles met het woord van de mens” is geen zinvolle uitspraak, maar een opvatting. Net zoals de uitspraak “de Bijbel is waar van kaft tot kaft” een opvatting is. De gelovige ziet de hand van God in de Bijbel, en het hangt van de gelovige zelf af hoe groot de invloed van God en hoe groot de invloed van de mens is. Maar ja, tegenwoordig is ook atheïsme een geaccepteerd geloof…