
De culturele sector is verward. Ik heb hierboven beschreven wat het einddoel is, wat er nodig is om dat te bereiken en dat we dat niet halen. Waardoor wordt het publiek almaar niet goed bereikt?
Waardoor loopt het spaak?
Om de zaken te herstellen, moeten we zien wat de oorzaken zijn. Eén factor is de verdeeldheid die onvermijdelijk voortvloeit uit het gegeven dat er allerlei uiteenlopende clubs zijn met verschillende belangstellingssferen en uiteenlopende prioriteiten. Dat er orientalistengenootschappen, archeologische werkgemeenschappen en klassieke verbonden zijn, is alleen maar logisch, maar het probleem is – en geloof me, ik spreek uit ervaring – dat het publiek vraagt om het geheel.
Het Drents Museum in Assen speelt daar goed op in: het toont het Meisje van Yde mét Tacitus. Wie immers alleen archeologie doet of alleen de oude talen, is als iemand die op een piano alleen de witte of alleen de zwarte toetsen bespeelt. Een vak als “publieksarcheologie”, hoe sympathiek ook, heeft een naam die in feite een contradictio in terminis is, want het publiek wil de gehele Oudheid (of Middeleeuwen, of Prehistorie) en niet “de Oudheid zoals bestudeerd aan de hand van alleen de materiële cultuur”. Er zijn heel goede redenen om je te beperken tot een van de wetenschappelijke disciplines, maar je stemt je aanbod dan slecht af op de vraag.
Hiermee komen we in feite op de problematiek van onze universiteiten. De grenzen tussen de disciplines zijn historisch gegroeid, vloeien niet voort uit het bestudeerde onderwerp en zijn dus onwetenschappelijk. Ook dat is onvermijdelijk, maar de grenzen worden almaar scherper. Het is merkbaar dat de opleidingen sinds de jaren tachtig te kort zijn: tegenwoordig kennen bijvoorbeeld archeologen de problemen niet die zich voordoen bij tekstuitleg, zodat ze oudhistorici en classici regelmatig beoordelen aan archeologische kwaliteitsnormen, zonder dat ze zich ervan bewust zijn dat die normen in deze data-arme wetenschappen niet zijn te handhaven. Wat men interdisciplinair noemt, is in feite multidisciplinair. In 1980 begreep men elkaar beter. Meer over die materie hier.
Derde factor: de limes. Zoals ik al aangaf is het aanbod contraproductief: wie geïnteresseerd raakt, leest op websites wat hij al weet, concludeert dat er geen verdieping is en haakt af. Andere problemen: men vindt regelmatig het wiel voor de tweede keer uit. We hebben al een Week van de Klassieken – die begint dit weekend – maar er kwam een Romeinenweek bij. We hebben al een functionerend educatief platform, nu hebben we er twee.
Ik heb zo’n vermoeden dat veel meer had kunnen zijn bereikt als het geld was aangewend om het bestaande aanbod te versterken en als niet was geprobeerd een parallelle structuur te scheppen. Misschien is het zinvol erop te wijzen dat toen ik onlangs drie stukken publiceerde over de limes (een, twee, drie), ik vrij veel reacties kreeg van betrokkenen die elkaar op allerlei punten tegenspraken, bijvoorbeeld over de vraag waarom de limes überhaupt “op de kaart gezet” dient te worden. Het is immers een forse breuk met onze traditionele, veel pluriformere visie op de oude wereld. Begrijp me niet verkeerd: er is iets zinvols mee te doen – ik heb hierboven een mogelijk scenario aangegeven. Het probleem is dat als iedereen een ander antwoord geeft op de vraag hoe dit systeem in beweging is gezet, het ontbreekt aan overzicht. Dat zou weleens de diepste verklaring kunnen zijn voor het feit dat men nogal eens doubleert met wat er al is.
Tot slot wijs ik nog eens op de boekenbranche. Omdat het internet nog onvoldoende wordt benut, is veel voorlichting nog altijd een kwestie van boeken maken. Daar zitten goede en slechte tussen, maar de boekenbranche heeft geen speciale voorkeur voor kwaliteit. Men wil gewoon veel boeken verkopen. Het betekent echter dat men liever auteurs ziet die gegarandeerd goed verkopen en die drukken betere auteurs uit de markt. Ik heb dat hier beschreven.
Ik krijg weleens als commentaar dat het momenteel bestaande aanbod de mensen toch nieuwsgierig maakt. Maar dat is het punt niet. Het gaat erom dat het publiek niet kan ontdekken waar het werkelijk om gaat. Als – om een niet-hypothetisch voorbeeld te noemen – journalisten hun kennis van de oude wereld baseren op het gangbare boekenaanbod, zullen ze over de Oudheid blijven denken als over een rariteitenkabinet, nooit ontdekken dat er een zekere diepgang is en hun nieuwsselectie beperken tot de triviale weetjes die blijkbaar zijn wat de oudheidkunde levert.
Wat ik maar zeggen wil: de culturele sector, de geesteswetenschappen, de erfgoedsector, de klassieken, het verleden, de letteren, de humaniora of hoe u ze ook noemen wil, zijn waardevol maar verward en dus kwetsbaar. En het probleem is niet echt dat er types zijn als Halbe Zijlstra, die zich afvragen wat ze moeten met musea vol potten en pannen, of de mensen die een aquaductenaffaire ontketenen of die twee VU-medewerkers te grazen nemen om een politiek punt te maken. Een veel voornamer probleem zit in de humaniora zelf, die om de hierboven genoemde redenen geen structuur hebben om ervoor te zorgen dat u de beste informatie krijgt.
Medellín, 3 april 2018
De verwarring die u beschrijft, komt op mij over als vooral een verwarring van dingen in uw eigen hoofd.
Graag een handje geholpen om u te steunen bij herstel van uw volkomen verdiend zelfrespect.
Welke wetenschapper stemt zijn oordeel nu af op wat journalisten vinden van haar of zijn discipline?
U gaat nogal tekeer tegen (mono-)disciplinaire grenzen. Het is niet de eerste keer dat ik u daarmee confronteer.
Daarmee fulmineert u de facto tegen een hard onderzoeksresultaat uit de neurocoginitieve psychologische onderzoekingen van pakweg de afgelopen 30 jaar, dat telkens weer herbevestigd wordt: de mens heeft heldere grenzen NODIG om tot wasdom te kunnen komen, het tegendeel ¨fuzzy boundaries¨ leidt tot ongeluk in de breedste zin van het woord.
U, als historicus, weet als geen ander hoe relevant het begrip ¨grens¨ is in de geschiedenis van de menselijke soort. Vaak zijn grenspalen of grensbepalingen die enige artefacten die nog resten uit een verdwenen menselijke beschaving. (Denk aan het Pierson museum en de prachtige grensstenen der Etrusken.). Of denk in onze tijd aan het prachtige tv-programma in Nederland: ¨De rijdende rechter.¨ Homerus èn Shakespeare in de hedendaagse tijd.
Dat lieden met een grote mond, borrelpraat, leugens en verwend gedrag voortkomen uit ¨fuzzy boundaries¨ opvoedingssituaties wordt bewezen in de casus H. Zijlstra. Zoals eerder bij de aartsbedriegster en blufster E. Herfkens.
Maar, zoals de oudheid ons goed leert, hybris komt voor de val: soms, vaak, en vooral hopelijk.
Waarom u zich zo laat (mis)leiden door borreltafel gepraat en geschrijf van journalisten en politici en hun trawanten is voor mij een vraag, voor u zelf hoop ik een weet.
Indien niet, wellicht een reden tot grondige introspectie.
Voor mij en naar hier blijkt voor tal van uw lezers en bewonderaars geheel ten onrechte zo bij de pakken neergezeten als op het plaatje verbeeld.
Immers, vooralsnog bewijst uw eigen hoogwaardige disciplinaire en gedisciplineerde aanpak het tegendeel van waarover u zich beklaagt.
Misschien eens twee maanden lekker met vakantie gaan naar Zweden en daar het indrukwekkende werk van de wereldcultuur musea bezien en beoordelen?
http://www.varldskulturmuseerna.se/en/research-collections/
Nederland slaat zich graag op de borst. Maar het optreden van Zijlstra, Herfkens en Van der Veer laat zien waar het in de Nederlandse politiek over gaat. Bluffen en bedriegen en vooral: roven.
Onder leiding van een eerste minister die u zelf, en zeer terecht en kundig, eerder, en bij herhaling, grondig gefileerd hebt.
Welkom in de eerste en grootste roofstaat aan de Noordzee.
Goede wijn behoeft geen krans. Lees Lendering.
En lees eens wat anders dan kranten in uw vrije tijd.
En volg wat er in 2021 gaat gebeuren: de onttroning van het bespottelijke, verachtelijke en verwerpelijke VOC denken, waarvoor de rekening alsnog gepresenteerd zal worden.
https://www.ind45-50.org/
wat bedoelt u met die heldere grenzen om tot wasdom te komen?
ik neem aan dat u spreekt over kinderen, anders snap ik het niet?
@Jan Kroeze: Wellicht helpt het als u om u heen kijkt in het verkeer. Al die volwassenen die, bij wijze van voorbeeld, in een stad als Amsterdam dag in dag uit verkeersregels negeren en ergo overtreden. Al die volwassenen die wereldwijd bezig zijn de fiscus voor te liegen of ontduiken. Al die volwassenen die beweren bij Putin in zijn Datscha geweest te zijn en daar gehoord te hebben wat hij wel of niet zei, of diezelfde volwassenen die beweerden in een hotel gelogeerd te hebben tegenover Club El Nogal in Bogotá en daar de bomaanslag te hebben meegemaakt, al die volwssenen die beweerden dat er onder de 10.000 USD geen flat bij het UN kantoor te vinden was in New York, als die volwassenen die beweerden dat het Romeinse Rijk ten onder gegaan was aan migranten etc. Al die volwassenen die beweren dat als je arm bent, dat dat je eigen dikke bult schuld is, al die volwassenen die beweren dat we in het paradijs komen als we de heilige drie H´s aanbidden. Inderdaad, u hebt gelijk: vaak als kinderen al in de fuzzy boundaries.
Zie bijvoorbeeld dit stukje tekst: https://en.wikipedia.org/wiki/Pomerium
Wat niet impliceert dat ik zou vinden dat er steun gegeven moet worden aan het bouwen van El Muro, zoals de meneer die met een overduidelijke NUMERIEKE minderheid het tot president wist te schoppen in de USA, voorstelt te gaan doen. Een schoolvoorbeeld van grenzeloos (¨fuzzy boundaries¨) ¨jerk¨ gedrag, om Jimmy Carter te citeren.
http://ew.com/tv/2018/03/31/jimmy-carter-colbert-america-apparently-wanted-a-jerk-for-president/
Een wellicht ook goed tot de verbeelding sprekend voorbeeld uit het hedendaagse is de discussie omtrent de begrenzing van ¨privacy¨. Bepaald geen kinderlijk voorbeeld dunkt me, zeker niet als men denkt aan de ¨grenzeloze¨ naïviteit van Chris Wylie toen hij ¨erin trapte¨, en de door- en getrapte aanpak: als (a.) de Downtown Abbey poshy Engelsen in Brexit tuinen, dan zullen (b.) de Amerikanen dat zeker doen in het geval van Mr. T.
https://www.theguardian.com/profile/evgeny-morozov
en
https://parliamentlive.tv/Event/Index/28e9cccd-face-47c4-92b3-7f2626cd818e
“want het publiek wil de gehele Oudheid (of Middeleeuwen, of Prehistorie)”
Maak daar maar en van. Want we hebben nou net braaf geleerd dat de Middeleeuwen niet begonnen op 23 augustus 476 CE om drie uur ’s middags, toen Romulus Augustulus ontslagen werd door Odoaker. De overgang was geleidelijk. Dus hangt de tijdsgrens van het onderzoek af van het onderzoeksonderwerp.