Grafportret

Grafportret uit de Kharga-oase (Louvre, Parijs)

Het is, geloof ik, langzamerhand wel bekend dat de Grieken en Romeinen hun beelden beschilderden. Ik blogde er onlangs nog over. Er zijn allerlei reconstructies van bontbeschilderde beelden, zoals de cenotaaf van Marcus Caelius en deze Augustus van Primaporta. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik vind de kleuren ongeloofwaardig. Konden ze in de Oudheid nou echt niets maken dat de natuurlijke tinten beter benaderde?

Ik heb altijd gedacht dat het blijkbaar niet zo was. Die onderzoekers zouden toch wel hebben geweten wat ze deden. Maar een tijdje geleden zag ik bovenstaande kop in het Louvre. De kleuren kloppen een stuk beter. Dit is iemand die tegenover je zou kunnen staan in de metro in Cairo. De kop zou zijn gevonden in de Kharga-oase in de westelijke woestijn van Egypte, maar hij is vermoedelijk afkomstig uit een atelier in Hermopolis in Midden-Egypte en dateert uit de derde eeuw na Chr.

Dat is dus ruwweg even oud als de mummieportretten, die ook al zulk realistisch kleurgebruik hebben. Ik denk dat een eerste conclusie is: als de kleuren van de klassieke beelden echt onrealistisch waren, zoals we zien op moderne reconstructies, dan is het niet omdat de makers de feitelijke kleuren niet weergeven konden. In elk geval de Egyptische grafkunstenaars wisten een redelijk palet te reconstrueren.

Misschien is het materiaal waarmee beeldhouwers werkten – marmer voor de Augustus van Primaporta, zandsteen voor Marcus Caelius – ongeschikt voor subtielere kleuren. Maar het kan ook zijn, bedacht ik daar op die vrijdagmiddag in het Louvre, dat de reconstructies die we tot nu toe hebben gezien, niet accuraat zijn. Ik heb geen idee. Wat ik weer wel weet is dat ik bovenstaande kop mooi vind.

[Dit was het 358e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]

Deel dit:

11 gedachtes over “Grafportret

    1. Alles was beschilderd. Marmer, iedere soort steen, brons.Voor fijne details werden loden of tinnen opzetstukjes gebruikt. Het doel was maximale levensechtheid, niet artistieke soberheid.

      En voor wat ik weet lijken de moderne reconstructies zo onecht omdat de onderzoekers alleen de informatie gebruken over de overgebleven pigmentresten, die natuurlijk geen mengingen en zachte overgangen tonen. En het zijn onderzoekers, geen geoefende schildrers, dat maakt natuurlijk ook uit.

  1. Marcel Meijer Hof

    Wat is er eigenlijk bekend over antieke pigmenten ? Die harde kleuren verwacht je nier direct bij natuurlijke grondstoffen en fixatie was ook een facet. Prof. Peters (classificatie Pompejaanse wandschilderingen) heb ik er nooit over gehoord en ik was nog niet snugger genoeg om ernaar te vragen.

  2. Bert Schijf

    Wat ik me van die kleurreconstructies in het Allard Pierson uit 2006 kan herinneren was dat ze zo vers oogden. Dat brengt in herinnering dat in mijn Amsterdamse buurt ooit een gevel met de felle kleur ossenrood werd beschilderd. De buurt vond het vreselijk maar ik zei dat het bij zou trekken. En inderdaad was de kleur na een half jaar veel matter en zag er “natuurlijk” uit. Dat had ik van mijn vader geleerd die huisschilder was en altijd rekening hield met dat verbleken want hij gebruikte verf waarbij dat gebeurde. Ik zou vermoeden dat de Griekse en Romeinse schilders dat ook wel wisten en daarom feller aanzetten.

  3. matthijs

    Aan de opmerkingen over verbleken en sterker aanzetten hierboven zou ik toevoegen: we weten welke pigmenten zijn gebruikt maar niet in welke concentratie (dus hoe goed de verf was, zeg maar) en hoe dik ze er op gesmeerd waren. Dat maakt ook nogal uit.

  4. A. Minis

    Bert, Matthijs: interessante opmerkingen. De kleuren maakten in het Allard Piersonmuseum een wat te schelle indruk, zonder enige nuancering, (althans op mijn oog) maar misschien is dat effect minder in het heldere Griekse licht en op een afstand.

  5. Tonni de Boer

    Wat bovendien misschien nog een rol speelt. Waar portretten van naasten vooral gelijkend moeten ogen hebben portretten van een heerser natuurlijk een heel ander, vooral propagandistisch oogmerk. Misschien dat schelle opvallende kleuren dan juist heel gewenst zijn? Ongeveer zoals in hedendaagse reclame irritatie er niet toe doet, als je maar opvalt. Dus misschien valt er een scheiding te leggen tussen prive, intiem en openbaar, politiek, commercieel?

  6. Theo Joppe

    Ja natuurlijk was het kleurgebruik van de Grieken en Romeinen volstrekt naturalistisch, in ieder geval vanaf de vierde eeuw BC. Er is ook heel wat over wat dat bevestigt: literaire bronnen, mozaieken, Thessalische steles, het Casa di Livia, de Etrusken, en dus hier: dodenmaskers. Maar ik denk dat ze het aanpasten aan het doel van het beschilderde object. Moest het van verre zichtbaar zijn (tempelfriezen, keizerstandbeelden), dan kun je je voorstellen dat de kleuren behoorlijk werden aangezet. Vergelijk het met een toneel- of balletvoorstelling: van een afstandje zien de deelnemers er prachtig uit, maar van dichtbij zie je de lagen grime zitten. Ik zou dus niet bij voorbaat willen uitsluiten dat die reconstructies er zo ver naast zitten.

  7. A. Minis

    De vergelijking met schmink voor het toneel gaat niet helemaal op. Vanwege de grote afstand tot het publiek wordt alles wel zwaar aangezet, maar er wordt met licht en schaduw gewerkt, om een zo natuurlijk mogelijk effect te bewerken. En dus niet met kleurvlakken in felle kleuren zonder nuancering. Ik heb het van nabij meegemaakt toen ik figureerde in La Boheme bij DNO, ik ben toen zelf geschminkt en heb ook de schmink van de anderen bekeken, want ik interesseer me voor make up. Dat is echt een groot verschil met de beschilderde beelden. U kunt dat ook zien op foto’s van operazangers of toneelspelers.
    Maar goed, afstand zal wel een rol hebben gespeeld, zoals ik ook al had opgemerkt. En misschien ook het licht in het Middellandse Zee gebied.

Reacties zijn gesloten.