
[Laatste deel van een stukje over dromedarissen en kamelen in de Oudheid. Het eerste was hier.]
Oorlog
Dromedarissen speelden een rol in de oorlog. Niet alleen konden ze boogschutters dragen, ze hielpen ook om zware lasten te vervoeren. De Perzische expansie ten tijde van Cyrus de Grote (r.559-530) zou onmogelijk zijn geweest zonder de logistieke steun van dromedarissen. Rond 547 streed hij tegen koning Kroisos van Lydië en daarbij zette hij dromedarissen in in een van de beroemdste krijgslisten aller tijden:
Met de opstelling van de dromedarissen tegenover de [Lydische] ruiterij van de tegenstanders had Cyrus een speciale bedoeling. Paarden zijn immers bang voor dromedarissen en kunnen de aanblik en de stank van die dieren niet verdragen. […] Toen de strijd eenmaal was ontbrand, maakten de paarden inderdaad rechtsomkeert zodra ze de dromedarissen hadden gezien en geroken, en daarmee werd elke illusie van Kroisos de bodem ingeslagen. (Herodotos, Historiën 1.80; vert. Hein van Dolen)

Toen Herodotos dit een eeuw na de beschreven gebeurtenis noteerde, was de dromedaris al bekend bij de Grieken. Althans, dat dachten ze. Herodotos merkt op dat hij het niet nodig vindt er een beschrijving van te geven. Ironisch genoeg gaat hij verder met iets dat niet klopt.
Hoe een dromedaris eruitziet, is wel bekend. Die hoef ik dus niet te beschrijven. Maar ik zal iets vertellen wat niet bekend is: een dromedaris heeft aan elke achterpoot twee dijbenen en twee knieën. (Herodotos, Historiën 3.103; vert. Hein van Dolen)

Later gebruik
De Perzische legers, de soldaten van Alexander de Grote, die van het Seleukidische rijk, de Parthen en de Sasanieden: allemaal maakten ze gebruik van dromedarissen. Ook de Romeinse legioenen benutten ze, vooral in de oostelijke provincies Egypte, Arabië, Judea, Syrië, Cappadocië en Mesopotamië. Maar botten zijn ook gevonden in de Ardennen. Beeldjes van elegante dromedarissen zijn bekend uit het hele Romeinse Rijk, ook uit de provincies in het verre westen zoals Germania Inferior.
Voor het Seleukidische Rijk bestaat ondubbelzinnig bewijs voor handel langs de Zijderoute. Op veel plaatsen zijn karavanserais gebouwd. Een overzicht daarvan is te vinden in de tekst die bekendstaat las de Mansiones Parthicae.

Door de openstelling van de Zijderoute kwamen steeds meer kamelen naar het westen. Hoewel de overgrote meerderheid van de afbeeldingen in het Romeinse Rijk betrekking heeft op dromedarissen, duiken er voortaan weleens kamelen op. Het museum van Worms bezit bijvoorbeeld een olielampje met een afbeelding van een tweebulter. Ook kruisingen kwamen voor – zie het eerdere stuk over Hatra.
De associatie tussen enerzijds dromedaris of kameel en anderzijds karavaanhandel maakte hen tot symbolen van rijkdom. Twee Romeinse keizers, Nero en Heliogabalus, lieten hun strijdwagens trekken door zeldzame Baktrische kamelen. Tegelijkertijd symboliseerden de dieren het verre oosten. In de christelijke iconografie werden al in de Oudheid de Drie Wijzen die Jezus in Betlehem kwamen opzoeken, afgebeeld met dromedarissen.

Tenslotte nog iets over schoonheid. Tegenwoordig worden dromedarissen als mooi beschouwd als hun haar glanst, hun benen recht zijn, de hals lang is en rust op sterke schouders. De kop moet groot zijn, de oren stevig, de wangen breed. De winnaar van een moderne schoonheidswedstrijd kan miljoenen dollars voor zijn eigenaar winnen. Er is geen reden waarom men in de Oudheid andere ideeën over de schoonheid van dromedarissen zou hebben gehad.
Wat een rare opmerking van Herodotus. De achterpoten zien er hetzelfde uit en zijn ook net zo “geconstrueerd” als die van een paard. De hoek op onze kniehoogte is in feite de hiel, en hij ziet kuit- en scheenbeen aan voor dijbeenderen.
Dat is nou net zijn charme.
https://www.livius.org/sources/content/herodotus/herodotus-on-the-first-circumnavigation-of-africa/
“These men made a statement which I do not myself believe, though others may, to the effect that as they sailed on a westerly course round the southern end of Libya, they had the sun on their right – to northward of them.”
De beste man illustreert hier het falsificatieprincipe van Popper, zonder het te beseffen, alsook het principe van gene.
Aha. Reageren met Opera lukt ook weer.
Ha, kan zomaar weer reageren. Wilde dat uitproberen.
Nu ik toch ‘binnen’ ben: heerlijke tekst, dankjewel JL.