
Drie jaar geleden was ik in Souk Ahras, een klein Algerijns stadje dat ooit Thagaste heette en dat de geboorteplaats is van Augustinus. Er zijn geen opvallende resten uit de Romeinse tijd, maar achter het gemeentehuis toont men een olijfboom die, zo vertelt men, eeuwenoud is. Ik blogde er destijds over – lees maar – en schreef toen dat de christelijke veelschrijver de boom minimaal zou kunnen hebben gezien.
Het is niet de enige oeroude olijfboom. Het exemplaar hierboven staat op Ithaka en men vertelt ter plekke dat de vader van Odysseus, Laërtes, er weleens ging zitten als hij het gedonder in het paleis zat was. In Athene wijzen ze Plato’s olijfboom aan. In Libanon staan bij Bcheale zestien bomen die zouden zijn ontstaan toen Noach het olijftakje zou hebben geënt dat de duif hem na de Zondvloed had gebracht. Op de Olijfberg in Jeruzalem tonen ze u de bomen waaronder Jezus zou hebben gebeden voordat Judas hem kwam verraden.
Nu kan ik u vertellen dat het op de Olijfberg nogal eens gaat om middeleeuwse en Ottomaanse aanplant. Waarmee we aankomen bij de vraag hoe oud al die zogenaamd oeroude olijfbomen, stuk voor stuk geassocieerd met beroemde namen, nu feitelijk zijn.
Wat is een olijfboom?
Die vraag is nog niet zo simpel te beantwoorden, want wat is een olijfboom nu eigenlijk? Nog onlangs zag ik in Kairouan naast de oude moskee een paar bomen die feitelijk maar één wortelnetwerk hadden. Eigenlijk één boom met diverse stammen. Uit oude wortels kunnen dus nieuwe scheuten opschieten, zoals we ook lezen in bijvoorbeeld Herodotos’ verslag van de verwoesting van Athene door de Perzen:
Op de burcht in Athene is een plaats die aan Erechtheus, de “aardgeborene”, is gewijd. Daar bevinden zich een olijfboom en een zoutwaterpoel. Volgens de plaatselijke legende hebben Athena en Poseidon die geschonken als herinnering aan hun strijd om het bezit van de stad. Nu was die olijf samen met de rest van het heiligdom door het vuur vernietigd. Toen de Atheners de dag na de brandstichting op bevel van de Koning naar boven waren gegaan om daar op de heilige plaats te offeren, wisten ze niet wat ze zagen: uit de boomstomp was een nieuwe loot geschoten die wel een halve meter lang was! (Historiën 8.55; vert. Hein van Dolen)
Ik geloof dat laatste niet, maar u begrijpt de strekking. (Tolkien heeft de anekdote ook ergens verwerkt in The Lord of the Rings, trouwens.)
Hoe oud is die boom?
We hebben een paar manieren om de ouderdom vast te stellen. Om te beginnen kun je de omvang van een nog staande boom vergelijken met bomen waarvan de ouderdom bekend is. Dat levert een ruwe schatting op. Je bereikt meer precisie door de boom om te zagen en de jaarringen te tellen, maar niet alleen is dat een destructieve aanpak, het wil ook nog weleens voorkomen dat de kern van de boom vermolmd en vergaan is. De relevantste informatie is er dan dus niet. Dat nadeel kleeft ook aan het gebruik van de houtboren die dendrochronologen in de stam zetten, maar die methode heeft in elk geval het voordeel dat de boom het onderzoek overleeft.
Je kunt ook kijken naar de omvang: een olijfboom wordt gemiddeld een centimeter per jaar dikker. Probleem hierbij is dat een droog jaar betekent dat er nauwelijks groei is. Jan Pieter van de Giessen heeft ooit een boom op de Olijfberg gemeten en geconcludeerd dat die twaalf eeuwen oud was. Voeg een eeuw of twee, drie toe voor droge jaren en je komt uit in de Late Oudheid, toen de olijfolienijverheid in grote delen van het Middellandse-Zee-gebied opbloeide; het is ook gedocumenteerd in Byblos.
Compleetheidshalve noem ik koolstofdatering, maar je zult het monster uit de kern van de boom moeten halen met een houtboor. Dan heb je dus al een precieze jaarringdatering. Een koolstofdatering, die feitelijk alleen maar een kans is op een bepaalde ouderdom, voegt daaraan weinig toe. Evengoed kan deze methode handig zijn om de ouderdom van het wortelnetwerk te bepalen.
Conclusie
Wat levert zulk onderzoek op? Om te beginnen: sommige bomen zijn werkelijk oeroud. L’olivier de Saint Augustin in Souk Ahras blijkt bijvoorbeeld negenentwintig eeuwen oud te zijn geweest. Wikipedia geeft een overzicht van andere oeroude bomen.
Er is echter ook een andere conclusie. De meeste olijfbomen worden zo oud niet. De olijf is immers een cultuurboom. Zolang hij vrucht draagt, wordt hij verzorgd. Naarmate bomen ouder worden, produceren ze echter minder en wordt het rendabel ze te vervangen door jonge bomen. De volgende bestemming van de oude boom is dan de open haard. Hoewel olijfbomen oud kunnen worden, halen er maar weinig de duizend jaar.
Tenzij de boom niet primair een cultuurboom was maar er stond om een andere reden. De boom in Souk Ahras en Plato’s olijf in Athene stonden op tempelterreinen en golden ooit als heilig. Dat verklaart waarom ze niet zijn gekapt. Toen ze eenmaal oud waren en geassocieerd waren geraakt met beroemde namen, waren ze om een andere reden speciaal: geen cultuurboom, maar een herinnering aan vroeger. Niks survival of the fittest dus, de olijfbomen die overleven zijn de bomen waaraan een verhaal kleeft.
[Met dank aan Bart Braun, Hein van Dolen, Jan Pieter van de Giessen, Gert Knepper.]
Je vergeet de iets minder oude appelboom in Woolsthorpe Manor, Grantham Lincolnshire. Natúúrlijk zat Sir Isaac daaronder.
https://www.bbc.com/news/uk-england-cambridgeshire-60453267
Leuk stukje weer. Een klein commentaar, het is survival of the fittest, niet alleen van de boom maar ook van de geassocieerde ideeën.
Bijzonder om na te denken over de leeftijd die andere organismen kunnen bereiken en wat ze hebben meegemaakt.
Dit doet mij denken aan mijn vakantie naar Kos waar een oeroude plantaan staat. Volgens legenden zou dit de plantaan zijn waaronder de arts Hippocrates les gaf. Ik vond dat toen al onrealistisch oud. Als ik nu wikipedia erop nasla lijkt het te gaan op een nazaat van deze boom die op dezelfde plek is herplant. Of dat historisch correct is, is voor mij niet na te gaan, maar het maakt het een mooie toeristische trekpleister.
Ming de Noordkromp (Mossel) ca. 1499-2006 werd tegen het eind van zijn bestaan gevangen bij IJsland, overleefde zijn onderzoekers niet, maar bleek het oudste dierlijke wezen te zijn dat buiten gevangenschap is aangetroffen. Vernoemd naar de Chinese Ming-dynastie.
Meer dan 500 jaar in volstrekte duisternis ‘geleefd’…
Ming’s wiki https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Ming_de_Noordkromp