
[Het is vandaag 2334 jaar geleden dat de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg in de slag bij Issos. Het gevecht luidde de ondergang in van het Achaimenidische Rijk. Het eerste deel van deze reeks was hier.]
Zodra Darius zijn falanx in positie had, riep hij door een signaal de ruiters terug die hij over de rivier naar voren had gestuurd om zijn leger ongestoord te kunnen opstellen. Hij plaatste de meeste op zijn rechtervleugel, aan de kant van de zee, tegenover Parmenion, omdat de grond daar wat beter geschikt was voor de paarden, maar een ander deel stuurde hij naar de linkervleugel, tegen de bergen aan. Toen bleek dat zij daar nutteloos waren omdat er geen ruimte was, beval hij dat ze zich ook naar zijn rechtervleugel moesten begeven. Zelf posteerde Darius zich in het midden van de hele opstelling, de traditionele plaats van de Perzische koningen […]
Toen Alexander merkte dat bijna de hele Perzische ruiterij was overgebracht naar de kant van de zee, zijn linkervleugel, terwijl hijzelf alleen de Peloponnesiërs en de andere cavaleristen van de bondgenoten daar had, stuurde hij in allerijl de Thessaliërs naar links. Hij beval hen niet voor het front van het hele leger langs te rijden, maar onopvallend achter de falanx om te gaan, zodat de vijand niet zou merken dat ze van plaats veranderden. (Arrianus, Anabasis 2.8.10-9.1; vert. Simone Mooij)
Het was niet moeilijk de Thessalische ruiterij in het verborgene naar de andere vleugel te verplaatsen. De Macedonische falanx en schilddragers telden samen zo’n 12.000 man en hun lansen vormden een scherm waarachter geheime manoeuvres eenvoudig konden worden uitgevoerd. Hierachter had Alexander nog een infanteriereserve opgesteld die hij wilde inzetten als de Perzische cavalerie inderdaad de Macedonische linkervleugel zou omsingelen.
Palissade
Toen zij aldus opgesteld waren, liet Alexander zijn leger een tijdlang opmarcheren, waarbij hij zo nu en dan een rustpauze inlaste, zodat het de indruk maakte dat hij alle tijd had. Darius liet zijn troepen, toen ze eenmaal opgesteld waren, niet verder avanceren. Hij bleef waar hij was, op de oever van de rivier die op veel plaatsen steil was en die hij, hier en daar, waar hij toegankelijker leek, met een palissade versterkt had. (Arrianus, Anabasis 10.1; vert. Simone Mooij)
Arrianus is de enige die een palissade vermeldt, maar het is onaannemelijk dat de Perzen werkelijk in de korte tijd voor de slag in staat zijn geweest de oever van de Pinaros met een houten wal te versterken. Het ligt meer voor de hand dat hier en daar bomen waren omgehakt of houten staken in de grond geplaatst om de vijandelijke ruiterij de weg te versperren.
Een afgesneden eenheid
Hoewel de Macedoniërs de Perzische stelling in een kalm tempo naderden, waren ze toch te snel voor een deel van Darius’ vooruitgeschoven linie. Het was helemaal links op de Perzische linie opgesteld geweest, aan de voet van de bergen. Door de nadering van de Macedoniërs raakte het afgesneden.
Toen Alexander op zijn rechtervleugel deze vijandelijke troepen zag staan, dacht hij eerst dat Darius een flankaanval voorbereidde en dat zijn leger in een val liep. Hij stuurde er lichte troepen op af, maar toen die zagen dat de Perzen zich hoger de bergen in terugtrokken, begrepen ze dat van hen niets te duchten viel en keerden ze terug in het gelid.
Half vier
Het was ongeveer half vier in de middag toen alle troepen waren opgesteld. Slechts een halve kilometer scheidde de legers. Alexander reed op zijn paard Boukefalos langs de Macedonische linie en hield op verschillende plaatsen een korte aanmoedigende toespraak. De falanx kreeg opdracht de vijand vast te zetten, terwijl de cavalerie de aanval zou uitvoeren. Veel tijd was er niet. Elke soldaat moet even hebben gebeden dat hij in de komende strijd aan de dood mocht ontkomen, en toen kwam het Macedonische leger in beweging om de aanval in te zetten.
De slag is uitgesteld?