Wat is prosopografie?

Varus (Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Mainz)

“Prosopografie” is een wat vage term. Of beter, er is wel een definitie, maar oudheidkundigen wijken daar iets van af. De gangbare definitie is dat het gaat om de gedeelde kenmerken van een afgebakende groep mensen, bijvoorbeeld de Zeeuwse middenklasse, de journalisten uit Hasselt, de geestelijke stand in Fryslân of de Antwerpse boekdrukkers in de zestiende eeuw. De prosopograaf brengt daarbij tevens hun loopbanen in kaart, want daarin zijn niet zelden patronen te herkennen.

In de oudheidkundige praktijk is “prosopografie” daarom vooral dit loopbaanonderzoek. Het is niet de enige keer dat het jargon een tikje afwijkt van wat gangbaar is. Oudhistorici bedoelen bijvoorbeeld met “comparativisme” niet het vergelijkend-oorzakelijk verklaringsmodel maar etnografische parallellen. Dat geconstateerd zijnde, de resultaten van oudheidkundig loopbaanonderzoek zijn leuk genoeg.

Lees verder “Wat is prosopografie?”

Alexander de Grote: het einde van Perzië

Alexander (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)

[Dit is het tweede van vier stukjes over Alexander de Grote. Het eerste vindt u hier en een poging de veroveringstocht te contextualiseren vindt u daar.]

In de zomer van 331 v.Chr. staken de Macedoniërs de Eufraat over. Ze zouden, net als Xenofon, hebben willen oprukken langs die rivier richting Babylon, maar de Perzische bevelhebber Mazaios wachtte hun op. Dat dwong hen tot een noordelijker route, die hen bracht naar de vlakte ten oosten van de Tigris. Bij Gaugamela wachtte Darius III Codomannus Alexander op. Helaas voor de Perzische koning was er een maansverduistering, en de voortekenen waren uiterst ongunstig: precies dit voorteken voorspelde een nederlaag voor de heerser van Babylonië en Perzië, plus een succesvolle, achtjarige heerschappij voor een indringer uit het westen. Dit bleek een self-fulfilling prophecy: de enige contemporaine bron waarover we beschikken, de Babylonische Astronomische Dagboeken, vermeldt hoe Darius’ mannen hun koning in de steek lieten.

Lees verder “Alexander de Grote: het einde van Perzië”

Alexander de Grote: de eerste veroveringen

Alexander de Grote: de Azara-herme is het enige tijdens zijn leven gemaakte portret. Nu te zien in het Louvre, Parijs.

Het is met Alexander de Grote zoals met elke biografie: we moeten beginnen bij de ouders van de gebiografeerde. Wie daar iets over weet, begrijpt de achtergronden van het leven waarover je begint te lezen. Zeker bij Alexander is nuttig te weten dat zijn vader Filippos koning was van Macedonië. Hij had dit achtergebleven gebied gemoderniseerd en veranderd in een sterke staat met een machtig leger. Dat hij al vroeg de goudmijn van Amfipolis had bemachtigd, hielp daarbij buitengewoon. Verder had hij een agressieve buitenlandse politiek gevoerd. Ik noemde zijn interventie in de Derde Heilige Oorlog al. Ieder jaar trok hij ten strijde, steeds keerde hij terug met buit en daar liet hij de Macedonische aristocraten in delen. De gouden voorwerpen in het archeologische museum in Thessaloniki zijn de erfenis. Simpel samengevat: externe expansie garandeerde interne consolidatie, waardoor een achtergebleven regio veranderde in een sterk koninkrijk. Kortom, een “vroege staat”, om de term van Hans Claessen te gebruiken.

Het begin van de oorlog

In 340 v.Chr. was een conflict ontstaan met de Perzen. Filippos zag een kans, zeker toen twee jaar later koning Artaxerxes III Ochos overleed. Een burgeroorlog tussen Artaxerxes IV Arses en de satraap van Armenië was het gevolg, met hier en daar lokale opstanden. Uiteindelijk zou de Armeense satraap onder de naam Darius III Codomannus de oorlog winnen, maar zover was het nog niet. Filippos stuurde zijn voorhoede dus naar Azië, maar hij werd vermoord voordat hij zelf kon vertrekken (336).

Lees verder “Alexander de Grote: de eerste veroveringen”

Sisygambis, Barsine, Antigone

Portret van een koningin of prinses uit Persepolis. Omdat dit de enige Achaimenidische afbeelding is van een vrouw, is ook wel aangenomen dat het een baardloze prins voorstelt (Nationaal Museum, Teheran).

[Laatste deel van een achttiendelige reeks over de slag bij Issos (6 november 333 v.Chr.), waarin de Macedonische koning Alexander de Grote zijn Perzische collega Darius III versloeg. Dat was het begin van het einde van het Achaimenidische Rijk. Het eerste deel was hier.]

Koningin Stateira was niet de enige vrouw die na de slag bij Issos in Alexanders handen viel. In haar gezelschap bevond zich Darius’ moeder Sisygambis, met wie Alexander het opvallend goed kon vinden. Culturele misverstanden waren echter onvermijdelijk, zoals Curtius Rufus aangeeft:

Het gebeurde eens dat Alexander uit Macedonië als geschenk Macedonische gewaden en veel purper kreeg toegezonden, met de vrouwen die het vervaardigd hadden. Hij beval die aan Sisygambis te geven – want hij vereerde haar met het plichtsgevoel van een zoon – en liet haar zeggen dat als de kleding naar haar zin was, ze haar kleindochters moest leren ze te maken, en dat hij vrouwen meegaf die het hun konden leren. Bij het horen van deze boodschap sprongen Sisygambis de tranen in de ogen, want ze was woedend om dit geschenk. (Geschiedenis van Alexander 5.2.18-19; vert. Daan Stoffelsen)

Lees verder “Sisygambis, Barsine, Antigone”

Nieuwe plannen

Faravahar, het zichtbare aspect van Ahuramazda (Persepolis)

[Voorlaatste deel van een achttiendelige reeks over de slag bij Issos (6 november 333 v.Chr.), waarin de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg en de ondergang van het Achaimenidische Rijk inluidde. Het eerste deel was hier.]

Het veld van eer stonk naar uitwerpselen. Doden beheersen hun sluitspier immers niet. Toen de zon de volgende ochtend opkwam lagen de oevers van de Pinaros vol gesneuvelden, een enkele stuiptrekkende stervende, en hier en daar nog wat kermende gewonden, prooi voor honden en vogels. De Macedoniërs zagen eindeloos veel lichamen en het is niet vreemd dat sommige bronnen schrijven dat er wel honderdduizend Perzen waren gesneuveld. Terwijl soldaten probeerden enkele loslopende paarden te vangen en de verstijfde lijken ontdeden van harnassen, wapens en kostbaarheden, bekeek Alexander de strijdwagen van Darius, waarin deze de middag ervoor zijn mantel en boog had moeten achterlaten:

De wagen was aan weerszijden versierd met beelden van goden, vervaardigd uit goud en zilver. Schitterende edelstenen verfraaiden het juk daartussen, en twee gouden beelden van voorouders, elk een el lang, staken erboven uit, de een van Nabu, de ander van Marduk. Daartussen hadden ze een afbeelding van een gouden adelaar met gestrekte vleugels geplaatst. (Curtius Rufus, Geschiedenis van Alexander 3.3.16; vert. Daan Stoffelsen)

Lees verder “Nieuwe plannen”

De slag bij Issos (2)

De Alexandersarcofaag documenteert een gevecht zoals dat bij Issos (Archeologisch Museum van Istanbul)

[Het is vandaag 2334 jaar geleden dat de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg in de slag bij Issos. Het gevecht luidde de ondergang in van het Achaimenidische Rijk. Het eerste deel van deze reeks was hier.]

Zodra Darius zijn falanx in positie had, riep hij door een signaal de ruiters terug die hij over de rivier naar voren had gestuurd om zijn leger ongestoord te kunnen opstellen. Hij plaatste de meeste op zijn rechtervleugel, aan de kant van de zee, tegenover Parmenion, omdat de grond daar wat beter geschikt was voor de paarden, maar een ander deel stuurde hij naar de linkervleugel, tegen de bergen aan. Toen bleek dat zij daar nutteloos waren omdat er geen ruimte was, beval hij dat ze zich ook naar zijn rechtervleugel moesten begeven. Zelf posteerde Darius zich in het midden van de hele opstelling, de traditionele plaats van de Perzische koningen […]

Toen Alexander merkte dat bijna de hele Perzische ruiterij was overgebracht naar de kant van de zee, zijn linkervleugel, terwijl hijzelf alleen de Peloponnesiërs en de andere cavaleristen van de bondgenoten daar had, stuurde hij in allerijl de Thessaliërs naar links. Hij beval hen niet voor het front van het hele leger langs te rijden, maar onopvallend achter de falanx om te gaan, zodat de vijand niet zou merken dat ze van plaats veranderden. (Arrianus, Anabasis 2.8.10-9.1; vert. Simone Mooij)

Lees verder “De slag bij Issos (2)”

De slag bij Issos (1)

Issos: het Macedonische uitzicht vanaf de Zuil van Yunus, kijkend in de richting van de Perzen

[Het is vandaag 2334 jaar geleden dat de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg in de slag bij Issos. Het gevecht luidde de ondergang in van het Achaimenidische Rijk. Het eerste deel van deze reeks was hier.]

De Zuil van Yunus lag ruim twaalf kilometer ten zuiden van de Pinaros, het stroompje waar de Perzen wachtten op de Macedoniërs. Die naderden in een rustig tempo. Langzaam hoorden de Perzen het gestamp van de tienduizenden soldaten aanzwellen en ze moeten het brons al van vér hebben zien schitteren in de middagzon. Omdat de duizenden Macedonische soldaten hun lansen inmiddels over de schouder droegen, konden de Perzen de manoeuvres makkelijk volgen:

Alexander daalde weer van de pas af. Zolang het terrein nergens ruimte gaf, trok hij op in colonne, maar toen het zich verbreedde, liet hij de colonne geleidelijk uitwaaieren tot een slaglinie door het ene bataljon hoplieten naast het andere op te stellen, rechts tot aan de bergen, links tot aan de zee. (Arrianus, Anabasis 2.8.2; vert. Simone Mooij)

Lees verder “De slag bij Issos (1)”

Op weg naar Issos (1)

Uitzicht over de vlakte van Sochoi vanaf de Assyische Poort

[Zesde deel van een achttiendelige reeks over de slag bij Issos (6 november 333 v.Chr.), waarin de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg en de ondergang van het Achaimenidische Rijk inluidde. Het eerste deel was hier.]

Terwijl de Perzische koning Darius een enorme strijdmacht verzamelde in Syrië, bevond de Macedonische generaal Parmenion zich met een groot deel van het Macedonische leger in het oosten van Cilicië. De twee vijanden werden van elkaar gescheiden door een bergrug. Dit landkaartje verduidelijkt de situatie.

Voor de Macedoniërs was het weinig aantrekkelijk er overheen te trekken, want op de vlakte van Sochoi konden de Perzen profiteren van het feit dat ze over veel meer ruiters beschikten en dus hun vijanden konden omsingelen. Parmenion kon het ook niet laten aankomen op een veldslag in Cilicië zelf, een landstreek die eveneens bestond uit grote vlakten. Hij wist echter een oplossing. Ten zuiden van het havenstadje Issos reikten de bergen tot de zee en hij bezette met zijn troepen de heuvelachtige kuststrook, waar de Perzische cavalerieaantallen eerder een probleem dan een voordeel was. Vermoedelijk markeert de huidige stad Iskenderun de plaats van Parmenions kamp.

Lees verder “Op weg naar Issos (1)”

De ziekte van Alexander de Grote

Ruig Cilicië

[Vierde deel van een achttiendelige reeks over de slag bij Issos (6 november 333 v.Chr.), waarin de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg en de ondergang van het Achaimenidische Rijk inluidde. Het eerste deel was hier.]

Alexander bleef in Tarsos. Met zomertemperaturen boven de 45° in de schaduw is dit de heetste stad van Turkije, en hoewel het in september niet meer zó heet is, had Alexander behoefte aan een verkwikkende duik in de Kydnos. Alexanders biograaf Curtius Rufus vertelt het volgende:

Hij trok zijn kleren uit en daalde in het zicht van zijn leger in de rivier af, denkend dat het verstandig was als hij zou tonen tevreden te zijn met een sobere en simpele lichaamsverzorging. Hij was nog maar amper het water in gegaan of zijn ledematen begonnen met een plotselinge rilling te verstijven. Hij werd bleek en bijna zijn hele lichaam verloor levenswarmte. (Geschiedenis van Alexander5.2-3; vert. Daan Stoffelsen)

Lees verder “De ziekte van Alexander de Grote”

Alexander in Cilicië

De Kydnos, waarlangs Alexanders mannen oprukten naar Tarsos

[Derde deel van een achttiendelige reeks over de slag bij Issos (6 november 333 v.Chr.), waarin de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg en de ondergang van het Achaimenidische Rijk inluidde. Het eerste deel was hier.]

Alexander beschouwde de simpele inname van de Cilicische Poort, waarover ik gisteren blogde, later als een van de grootste meevallers uit zijn carrière. De verklaring was echter eenvoudig: de Perzen hadden de bergpas ontruimd. Aan de andere kant van het Taurusgebergte was de satraap (onderkoning) van Cilicië een val voor hem aan het opzetten. Alexanders biograaf Curtius Rufus schrijft:

De satraap verwoestte Cilicië te vuur en te zwaard om het voor de vijand tot een woestenij te maken. Hij vernietigde alles wat bruikbaar was om het gebied dat hij niet kon verdedigen onvruchtbaar en kaal achter te laten. (Geschiedenis van Alexander 4.3; vert. Daan Stoffelsen)

Lees verder “Alexander in Cilicië”